Maandbladartikel

De eigendom voorbij: uitdagingen vanuit een btw-perspectief

M.L. Schippers

Post thumbnail

De deeleconomie brengt uitdagingen met zich voor het heffen van btw. De auteur illustreert dat in deze bijdrage aan de hand van drie vragen. Hoe wordt de verkoop van een boek van een particulier aan een ondernemer of andere particulier in de btw-heffing betrokken? Maakt het daarbij uit of het gaat om een gedrukt boek op papier, een boek op een andere fysieke drager of een e-book? Wat is de invloed op de btw-behandeling van deze verkoop indien wordt betaald met cryptovaluta in plaats van traditionele valuta? 
 

Bijzonder nummer | De eigendom voorbij
juli 2018
AA20180644

De eigendom voorbij?

Juridische aspecten van crowdownership en andere opkomende fenomenen

N.C. van Oostrom-Streep

Post thumbnail

Is crowdownership, het delen van eigendom, de toekomst? En zo ja, is onze wetgeving hier wel op ingericht? Of zijn de toename van medegebruik en de wens te komen tot een circulaire economie veel meer het ‘probleem’ en moeten we hier nieuwe regels voor maken? 
 

Bijzonder nummer | De eigendom voorbij
juli 2018
AA20180612

De eis tot correctie van ondoelmatig recht

J.G. Backhaus

Dit artikel gaat over het belang van de economische analysemethodes voor de rechtspraktijk en blijft alleen kort staan bij andere analysevormen, die in de nieuwe discipline van de economische analyse van het recht ook een grote rol spelen, maar voor de praktische oplossing van juridische problemen van minder groot belang zijn. Daarbij worden drie methoden besproken: de voorspellende, functionele en de normatieve analyse. Daarnaast wordt het economische systeem besproken waarbij er volgens de auteur zes voorwaarden gelden, zoals contractsvrijheid en de waarborg van privé-eigendom. Deze fundamentele rechten worden besproken vanuit een economisch perspectief. Daarnaast komen procedurele garanties aan de orde en wordt er afgesloten met een praktische conclusie.

Bijzonder nummer | Rechtseconomie
oktober 1990
AA19900660

De elektronische handtekening. Tekent de ondertekenaar zelf?

S.N.M.D. van Balen, M.B. Voulon

Post thumbnail Een elektronische handtekening heeft volgens het Burgerlijk Wetboek dezelfde rechtsgevolgen als een handgeschreven handtekening als deze ‘voldoende betrouwbaar’ is. De auteurs bespreken jurisprudentie en praktijksituaties om te illustreren hoe deze norm moet worden toegepast.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2020
AA20201164

De elite van het recht

E.H. Hondius

Ewoud Hondius stelt in deze column de vraag welk stelsel beter werkt: het Amerikaanse en ten dele Britse met een elite van (vaak markante) toprechters, of het Europees-continentale met een veel bescheidener instelling?
 

Opinie | Column
mei 2018
AA20180374

De Embryowet

I. Jansen

‘Het verheugt mij u te kunnen meedelen dat de Wet houdende regels inzake handelingen met geslachtscellen en embryo’s,de Embryowet (Stb. 2002, 338) op 1 september 2002 in werking is getreden. Met deze wet ontstaat duidelijkheid op een terrein waaraan, gezien de ethische vragen en dilemma’s, al jarenbehoefte is.’

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
december 2002
AA20020921

De Endstra-tapes

P.B. Hugenholtz

Hoge Raad 30 mei 2008, nr. C07/131HR, ECLI:NL:HR:2008:BC2153, LJN: BC2153, C07/131HR (Endstra en Endstra/uitgeverij Nieuws Amsterdam, Middelburg en Vugts) Arrest van de Hoge Raad en bijbehorende noot met de vraag of er auteursrecht rust op met politieambtenaren gevoerde ‘achterbankgesprekken’. Auteursrechtelijke bescherming komt toe aan voortbrengselen (1) met een eigen, oorspronkelijk karakter (2) die het persoonlijk stempel van de maker dragen. De eerste eis houdt in dat de vorm niet ontleend mag zijn aan die van een ander werk. De tweede eis betekent dat sprake moet zijn van een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes, en die aldus voortbrengsel is van de menselijke geest. Daarbuiten valt in elk geval al hetgeen een vorm heeft die zo banaal of triviaal is, dat daarachter geen creatieve arbeid van welke aard ook valt aan te wijzen. Het gaat hierbij evenwel om een kenmerk dat uit het voortbrengsel zelf is te kennen. Daarom mag niet de eis worden gesteld dat de maker bewust een werk heeft willen scheppen en bewust creatieve keuzes heeft gemaakt, welke eis betrokkenen bovendien voor onoverkomelijke bewijsproblemen kan stellen. Om dezelfde reden kan niet worden geëist dat de maker bewust voor de vorm heeft gekozen die het werk heeft gekregen. Evenmin behoeft een schepping, om een werk in auteursrechtelijke zin te kunnen zijn, het karakter van een coherente creatie te hebben.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2008
AA20080819

De ene neus is de andere niet

Over de deskundigheid van een omgevingsrechtelijke toezichthouder

A.G.A. Nijmeijer

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 6 mei 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1412, nr. 201401555/1/A4, JOM 2015/459

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2016
AA20160382

De ene Porsche is de andere Porsche niet, of toch wel?

L.J.A. Damen

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 20 mei 2005, ECLI:NL:RVS:2005:AT6154, nr. 200502589/1, 200502589/2, NJB 2005, p. 1246, nr. 341 Beleid in strijd met het gelijkheidsbeginsel.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2005
AA20050853

De Erin Schulte

R. Zwitser

De uitspraak inzake de Erin Schulte laat zien hoe de organisatie van de internationale stroom van grondstoffen juridisch gestalte krijgt. Het toont hoe complex deze organisatie is en waar het fout kan gaan. Opvallend zijn de verschillen tussen het Engels en het Nederlandse recht met betrekking tot de betalingsverplichting van de bank bij documentair krediet en de afleveringsverplichting van de zeevervoerder aan de houder van het cognossement. Dat geeft een onrustig gevoel. Het handelsrecht heeft harmonisatie nodig en het Engels recht geeft de toon aan. Hier ligt nog een mooie taak voor de rechtswetenschap.
 

Perspectief | Perspectiefartikel
maart 2015
AA20150238

De ernstig geschokte rechtsorde, een vervolg

M.J. Borgers

Rechtbank Haarlem 13 april 2007, nr. 15/800389-07, ECLI:NL:RBHAA:2007:BA2938, LJN: BA2938; Gerechtshof Amsterdam 16 mei 2007, nr. 00523-07, ECLI:NL:GHAMS:2007:BA6642, LJN: BA6642 De annotator gaat in deze noot in op de ernstig geschokte rechtsorde als grond voor voorlopige hechtenis waarbij een vonnis van een rechtbank vergeleken wordt met een arrest van een hof.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2007
AA20070798

De EU als bossenwaakhond: van vrijwillige partnerschappen naar autonome standaarden

N.L. Dobson

Post thumbnail Eind 2021 presenteerde de Europese Commissie een voorstel voor een Verordening betreffende ontbossingsvrije producten, die nieuwe eisen stelt voor toegang tot de interne markt van de EU. Volgens de Commissie neemt de EU hiermee haar ‘verantwoordelijkheid’ voor de bijdrage van haar consumptie aan mondiale ontbossing. Exporterende landen uiten juist kritiek op de ‘arbitraire en unilaterale’ aanpak van de Unie. Dit artikel analyseert de verschuiving naar steeds verdergaand EU-unilateralisme en reflecteert op deze ontwikkelingen in het licht van de Overeenkomst van Parijs.

Bijzonder nummer | Recht & Natuur
juli 2022
AA20220534