Shop

De aansprakelijkheid van de sporttrainer voor letselschade van de sporter

C. Koorn

In 1995 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen dat inmiddels bekend staat als de Emmense turnster. Dit arrest, waarbij een sportvereniging en haar trainster aansprakelijk werden gesteld voor het letsel van een turnster, heeft in de sportwereld voor veel beroering gezorgd. De vraag is of er ten aanzien van de aansprakelijkheid van trainers/coaches algemene regels te geven zijn.

Literatuur | Proefschriftbijdrage | Overig | Rode draad | Sport en recht
oktober 1996
AA19960663

De aansprakelijkheid van de hoofdaannemer jegens derden voor onrechtmatige daden van de onderaannemer

S. Mak

Als de werkzaamheden die hebben geleid tot de schade, verricht zijn door een onderaannemer, doet zich de vraag voor of de hoofdaannemer, naast de onderaannemer, daarvoor aansprakelijk is te stellen. In het geval dat de onderaannemer niet in staat is de door hem veroorzaakte schade te vergoeden, is het voor de gelaedeerde van groot belang om te weten of de hoofaannemer hiervoor aansprakelijk te stellen is. In dit artikel wordt voor drie gevallen bekeken hoe het met die extra verhaalsmogelijkheid voor de gelaedeerde is gesteld. Die gevallen zijn achtereenvolgens: de overeenkomst wordt beheerst door het BW; door de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken (UAV), een speciale standaardvoorwaardenregeling voor de bouw; of door het Nieuw BW.

oktober 1987
AA19870597

De aansprakelijkheid van de falsus procurator in Europees en rechtsvergelijkend perspectief

D. Busch

In dit artikel wordt ingegaan op de aansprakelijkheid van de tussenpersoon die onbevoegdelijk heeft gehandeld voor schade opgelopen door de derde. Handelsverkeer laat zich niet belemmmeren door landsgrenzen. De regels van vertegenwoordigingsrecht verschillen nog wel per land en daardoor kan er in geval van onbevoegde vertegenwoordiging sprake zijn van rechtsongelijkheid. In dit artikel wordt gekeken in hoeverre er eigenlijk sprake is van rechtsongelijkheid en worden er een aantal rechtsstelsels behandeld waarbij zowel common law als civil law rechtsstelsels aan de orde komen.

Verdieping | Studentartikel
september 2009
AA20090537

De aansprakelijkheid van de Europese Gemeenschap wegens onrechtmatig normatief handelen

T. Heukels

Onder normatief handelen wordt verstaan iedere vorm van wetgeving in materiële zin. Is dit handelen onrechtmatig en ontstaat daardoor schade, dan doet zich de vraag voor of de overheid die schade moet vergoeden. Voor het Europees recht is deze vraag bevestigend beantwoord. Sedert eind 1971 namelijk acht het Hof van Justitie de Europese Gemeenschap in beginsel aansprakelijk voor schade veroorzaakt door onrechtmatig normatief handelen. Dit artikel poogt de voorwaarden voor deze aansprakelijkheid, zoals die in ruim 10 jaar rechtspraak ontwikkeld zijn, op een rijtje te zetten.

mei 1983
AA19830417

De Aanpassingswet richtlijn elektronische handel

W.J.G. Oosterveen

Dit artikel behandelt de gevolgen die richtlijn 2000/31/EG heeft op het Nederlandse recht.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
november 2004
AA20040803

De aanpak van SLAPPs in het procesrecht: effectieve regeling of symboolwetgeving?

T. Hartlief

Post thumbnail In het actuele, soms giftige klimaat worden journalisten en activisten niet alleen geconfronteerd met geweld, bedreigingen of stalking maar ook met juridisch geweld: Strategic Lawsuits Against Public Participation (SLAPPs). De Europese Commissie kiest voor anti-SLAPP-wetgeving die inzet op vroegtijdige niet-ontvankelijkverklaring en een pittige kostenveroordeling voor eiser. Gaat dit goedbedoelde voorstel SLAPPs effectief aanpakken of is sprake van symboolwetgeving? In deze bijdrage zet de combinatie van beperkte meerwaarde voor de doelwitten van kwaadwillende klagers én mogelijke nadelige consequenties voor serieuze eisers de toon.

Opinie | Opiniërend artikel
januari 2023
AA20230018

De aandeelhoudersvergadering van de beursvennootschap: een orgaan met complexiteiten

A.F. Verdam

Post thumbnail Deze bijdrage belicht een aantal complexe aspecten van de algemene vergadering van aandeelhouders van de beursvennootschap, zoals de identificatie van aandeelhouders, ‘empty voting’, de korte doorlooptijd van aandeelhouders, de onderling verschillende belangen van aandeelhouders. Daarnaast komt de vraag aan bod of de Wet bevorderen langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders zal leiden tot een volwaardiger rol van de algemene vergadering van aandeelhouders in het systeem van ‘checks and balances’ in de vennootschap.

Opinie | Amuse
februari 2020
AA20200126

De aandeelhoudersovereenkomst in het IPR

Hybride tussen contract en vennootschappelijk document

A.J.N. Draaisma

Post thumbnail Aan aandeelhouders­­­overeenkomsten wordt steeds vaker naast een contractuele, ook een vennootschapsrechtelijke werking toegekend. Dit kan gevolgen hebben voor de aandeelhoudersovereenkomst in het internationaal privaatrecht. Wanneer buitenlandse aandeelhouders van een Nederlandse vennootschap met elkaar een aandeelhoudersovereenkomst sluiten, welke rechter is dan bevoegd? En welk recht is toepasselijk?

Verdieping | Studentartikel
december 2018
AA20180985

De a-socialisatie van de witte boorden­-gedetineerden

J.F. van Dijk

Binnen de huidige gevangenisstructuur worden de witte boorden-gedetineerden (wb-gedetineerden) op dezelfde wijze behandeld als de doorsnee-gedetineerden. Daardoor worden de wb-gedetineerden in psychisch opzicht zwaar­der belast en bestaan binnen de huidige wettelijke bepalingen bijna geen mogelijkheden om onder deze extra psychische belasting uit te komen.

februari 1983
AA19830226

De a contrario redenering is te goedkoop kan voortkomen uit en leiden tot denktraagheid.

H.T.M. Kloosterhuis

In het Museum van Merkwaardige Juridische Redeneringen verdient het argumentum a contrario een grote zaal. En een column in Ars Aequi.

Opinie | Column
juni 2017
AA20170499

De 403-verklaring: hoofdelijkheid of borgtocht?

S.M. Bartman

Hoge Raad 3 april 2015, nr. 14/00568, ECLI:NL:HR:2015:837 (mr. Eikendal q.q. voor Bia Beheer/Lentink)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2015
AA20150806

De 1990-maatregel als emancipatiebeleid: tussen schijn en werkelijkheid

R. de Bock

In dit artikel staat de in 1990 ingevoerde arbeidsplicht voor vrouwen centraal. In het artikel komt achtereenvolgens aan de orde: de inhoud en plaats van deze maatregel (par. 1) en een kort overzicht van de ontstaansgeschiedenis van de 1990-maatregel (par. 2). Vervolgens gaat de auteur in op het kader van de 1990-maatregel, het zogenaamde integrale beleid (par. 3). Het belangrijkste deel van dit artikel bestaat echter uit een bespreking van de — zeer uiteenlopende — kritiek op de 1990-maatregel (par. 4). In dit verband zullen onderwerpen als de (veronderstelde) ondermijning van het gezin, individualisering in de sociale zekerheid en de vermannelijking van het recht aan de orde komen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 1989
AA19890269