Resultaat 1129–1140 van de 12353 resultaten wordt getoond
P.N. van Altena, M. ten Cate
Waar ongeveer 20 jaar geleden het collectief aanspannen van een geding nog een nieuw en onbekend iets was, is het tegenwoordig een algemeen en bekend gegeven.
Verdieping | Verdiepend artikelapril 2005AA20050235
S. Steneker
Opinie | Columnmaart 2018AA20180221
Amnesty International
In dit artikel worden de mensenrechtenschendingen in Columbia besproken. Er wordt met name in gegaan op de gevaren die een mensenrechtenadvocaat in Columbia, dr. Barrios loopt.
Verdieping | Verdiepend artikeljuni 1994AA19940443
J.W. Zwemmer
Hoge Raad 12 februari 1997, nr. 31 394, ECLI:NL:HR:1997:AA2098, BNB 1997/176 Arrest en noot over een commanditaire vennootschap tussen echtgenoten met de man als beherend vennoot en vrouw als commanditair vennoot. Het vermogen van de commanditaire vennootschap bestaat uit het tot de huwelijksgemeenschap behorende aandeel van de man in een maatschap van dierenartsen en enig buitenvennootschappelijk vermogen. De vrouw drijft met haar commanditaire deelname een onderneming als zij gerechtigd is tot een eventueel batig liquidatiesaldo.
Annotaties en wetgeving | Annotatiemaart 1998AA19980196
P. Ingelse
Commentaren op de fundamentele herbezinning op het burgerlijke procesrecht.
9789069167077 - 25-10-2004
I. Tillema
Onlangs werd de Wet afwikkeling massaschade in een collectieve actie vastgesteld. Dat betekent dat het in de toekomst mogelijk wordt om in een collectieve actie ex artikel 3:305a BW ook een vordering tot schadevergoeding in geld in te stellen. Dit geeft aanleiding om in deze ‘Rode Draad’ terug te blikken op de ervaringen die in vijfentwintig jaar zijn opgedaan met collectieve afwikkeling van massaschade, in het bijzonder op de bijdrage van commerciële belangenbehartigers aan de toegang tot het recht en de keerzijde daarvan, een claimcultuur. De ervaringen bieden eveneens stof voor een vooruitblik.
Rode draad | Toegang tot het rechtjuni 2019AA20190506
H.T. van Staveren
Vercommercialisering heeft te maken met de verkoop van een product. Dat product bestaat uit de sportprestaties van de sportorganisatie — de club, de bond of een andere soortgelijke organisatie — en uit de sportprestaties van de betrokken sporters. Bij de verkoop van het product is natuurlijk van groot belang wie de rechten op die prestaties kan doen gelden. Dit artikel gaat in op de rechten van de sportorganisatie en de sporter op hun respectievelijke prestaties alsmede op de verhouding tussen die rechten.
Overig | Rode draad | Sport en rechtdecember 1996AA19960744
Dit artikel verkent aan de hand van een (systematisch) jurisprudentieonderzoek de ervaringen met de collectieve actie van artikel 3:305a BW, in het bijzonder de vraag of commerciële motieven bijdragen aan de door sommigen gevreesde claimcultuur. Daarmee beoogt de auteur een bijdrage te leveren aan het debat over de collectieve (schadevergoedings)actie.
Verdieping | Verdiepend artikelmei 2016AA20160337
S.M. Bartman, A.F.M. Dorresteijn
Gerechtshof Amsterdam (Ondernemingskamer) 22 december 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:5354, JOR 2018/210, nr. 200.190.159/01, m.nt. C.D.J. Bulten (Intergamma)
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 2018AA20180913
H.-M.Th.D. ten Napel
Tweede Kamervoorzitter Verbeet stelde onlangs dat er in tijden van crisis aanleiding bestaat om terug te grijpen naar de fundamenten van ons bestel: ‘Naar wat nou precies de staatsrechtelijk bepaalde rolverdeling is tussen de verschillende actoren – tussen Regering en Parlement, tussen Eerste en Tweede Kamer, tussen wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Om te kijken of we nog wel rolvast zijn met elkaar. Zodat we, met het oog op de crisis, er stevig voorstaan.’ Zij voegde eraan toe: ‘Het baart me zorgen dat bij veel bewoners van het Binnenhof de kennis van de staatsrechtelijke verhoudingen te wensen overlaat. […].’ De vraag die in deze bijdrage centraal staat is of de instelling van onderzoeks- en adviescommissies eveneens te rekenen valt onder de door Verbeet geconstateerde neiging om de staatsrechtelijke rolverdeling uit het oog te verliezen.
februari 2010AA20100096
A.M. Brands
Sinds 1984 kan men ook aan de eisen van de Strafrechtelijke afstudeervariant van de EUR voldoen door deel te nemen aan een internationaal studieproject, een samenwerkingsproject in EG-verband, van twee jaren. Dit project bevat alle alle minimumeisen, door de diversiteit van het studiemateriaal en de opzet van het gehele studieprogramma. Onder de benaming 'Common Study Programme on criminal justice and critical criminology' is dit studieproject in september 1984 van start gegaan en heeft gelopen tot en met september 1986.
juli 1987AA19870466
J.A. Winter
In dit artikel wordt ingegaan op het onderwerp van de staatssteun en steunmaatregelen door de nationale overheden. Deze steun aan nationale bedrijven en bedrijfstakken verstoort de interne markt. In het artikel worden de artikelen 92 en 93 EEG behandeld waarbij de opzet en ratio hiervan aan de orde komt. Het steunbegrip van art. 92 EEG wordt uitvoerig besproken. Ook komen verschillende vormen van steun aan de orde.
Bijzonder nummer | Europa 1992mei 1989AA19890441