Resultaat 9109–9120 van de 12335 resultaten wordt getoond
E. Valk
Recente ontwikkelingen van AI-technologie maken het mogelijk de menselijke stem geheel waarheidsgetrouw na te bootsen. Potentiële inbreuk op ieders privacyrechten en de IE-rechten van makers is hiermee een nieuwe realiteit. Dit artikel bespreekt de mogelijkheden om ter bescherming van het stemgeluid aansluiting te vinden bij het portretrecht, op basis van de wet, relevante jurisprudentie en literatuur.
Verdieping | Studentartikelseptember 2023AA20230627
UCERF 11 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht
K.E. Hepping, E.P. Schmidt
De auteurs gaan in deze bijdrage in op de vraag welke rechten ouders hebben. Daarbij gaat het om het recht op rechtsbijstand van een advocaat in het licht van artikelen 6 en 8 EVRM.
G.J.W. Pulles
Volgens in juli 2022 gepubliceerde uitkomsten van een onderzoek onder strafrechtkantoren neemt een groot deel van de Nederlandse (straf)advocaten contant geld aan. Sommige commentatoren verbonden daaraan de conclusie dat deze advocaten daardoor mee zouden hebben gewerkt aan heling en witwassen. Dit artikel voert argumenten aan tegen die conclusie en betoogt dat een inhoudelijke discussie moet worden gevoerd over het aannemen van contant geld door de advocatuur. Daarbij moet de rechtsstatelijke rol die advocaten hebben een rol spelen. Zo lang we vinden dat iedereen toegang moet hebben tot het recht, zullen we in sommige gevallen ook moeten accepteren dat er contant wordt betaald.
Opinie | Opiniërend artikelfebruari 2023AA20230100
E. Poortinga
Een eerste verkenning van het recht in Nederland dat inzicht geeft in het recht als systeem.
9789069164137 - 01-08-2001
M. Adams
Inzicht in de werking en betekenis van het constitutionele recht kan niet alleen via de tekst van, bijvoorbeeld, een grondwet worden verklaard. Dergelijk inzicht ontstaat vooral door het constitutionele recht te bestuderen in samenhang met en de institutionele én culturele context waarin het is ingebed. Zeker voor de rechtsvergelijker is het ontrafelen van die context niet vanzelfsprekend. Over wat daarvoor nodig is gaat deze bijdrage.
Bijzonder nummer | Reizen naar Rechtjuli 2024AA20240626
M.V. Polak
Martijn Polak schrijft over zijn ontwikkeling als jurist vanaf zijn eerste jaar in Leiden en zijn redacteurschap bij Ars Aequi tot zijn huidige functie als raadsheer bij de Hoge Raad.
Blauwe pagina's | Bijzondere boekenmei 2013AA20130350
J. de Hullu
Hoge Raad 23 mei 1995, nr. 99215, ECLI:NL:HR:1995:ZD0052 In dit arrest is het volgende aan de orde: Verdachte is op basis van folders van het Ministerie van Justitie uitgegaan van het legaal zijn van het wapen dat deze verdachte in bezit heeft. De Hoge Raad oordeelt dat informatie uit folders van de overheid met zich mee kan brengen dat er sprake is van afwezigheid van alle schuld. De Hoge Raad oordeelt dat het hof hier niet juist over heeft gemotiveerd en verwijst de zaak. In de noot wordt dieper ingegaan op de problematiek rondom rechtsdwaling.
Annotaties en wetgeving | Annotatieoktober 1995AA19950805
Ch. Caanen, P.H.J. Essers
In dit artikel worden de invloeden van de twee belangrijkste kernbegrippen van de rechtseconomie, effectiviteit en efficiëntie, op het belastingrecht. Dit onderzoek speelt zich af op een drietal niveaus: de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht.
Bijzonder nummer | Rechtseconomieoktober 1990AA19900677
B. Hoogenboom
In deze bijdrage wordt de theorievorming over de veiligheidsindustrie besproken. Twee theorieën domineren: de Junior-Partner theorie en de Economische theorie. De eerste theorie benadrukt de complementaire positie van de veiligheidsindustrie: de overheid is gebaat bij aanvullend preventief toezicht door het bedrijfsleven. De Economische theorie daarentegen wijst op de 'loss prevention' functie van de veiligheidsindustrie die wezenlijk verschilt van de strafrechtelijke doeleinden van de overheid. In deze benadering staan begrippen als doelmatigheid, efficiency en effectiviteit centraal. 'Misdaadbestrijding' is een afgeleide van een 'hoger' doel: winstmaximalisatie. Deze doelstelling kan ten koste gaan van de positie van werknemers. Het wetboek van Strafvordering begrenst slechts het optreden van overheidsfunctionarissen, niet dat van particuliere beveiligers. In de eerste paragraaf wordt betoogd dat het criminaliteitsvraagstuk uitsluitend wordt benaderd vanuit rechtsstatelijk perspectief. In paragraaf drie en vier wordt de theorie rondom het veiligheidsvraagstuk behandeld.
Bijzonder nummer | Rechtseconomieoktober 1990AA19900721
D.R. Doorenbos, J.F.L. Roording
De economics of crime reiken verder dan de grenzen van het strafrecht. De benadering is namelijk ook bruikbaar als het gaat om de vraag welke handhavingsmiddelen ter bestrijding van een bepaalde vorm van onrechtmatig gedrag uit het oogpunt van efficiëntie en effectiviteit het meest aangewezen zijn. Het inschakelen van strafrechtelijke middelen is dan een optie. In dit artikel stellen wij ons deze vraag voor een concrete gedraging, namelijk het misbruik van voorwetenschap bij de handel in ter beurze genoteerde effecten. Na een schets van het door ons gehanteerde model (paragraaf 2) wordt een en ander toegepast op misbruik van voorwetenschap (paragraaf 3). Aan het slot veroorloven wij ons enige kanttekeningen bij de rechtseconomische benadering van het strafrecht (paragraaf 4).
Bijzonder nummer | Rechtseconomieoktober 1990AA19900733
R.W. Holzhauer, R. Teijl
Artikel waarin in wordt gegaan op het vak rechtseconomie dat steeds meer opkomt aan Nederlandse juridische faculteiten. Aan de orde komen: het ontstaan van de rechtseconomie, de betekenis en inhoud van rechtseconomie, kritiek en misverstanden die bestaan over rechtseconomie, de wijze waarop rechtseconomie op de juridische faculteiten wordt aangeboden, onderzoek. Ook komt de samenwerking binnen Europa en Nederlandse juridische faculteiten aan de orde.
Perspectief | Perspectiefartikelapril 1989AA19890248
P.T.J. Wolters
Rechtseconomie heeft veel te bieden, ook voor rechtenstudenten die maling hebben aan interdisciplinariteit en slechts geïnteresseerd zijn in het positieve recht. Zij stelt hen in staat om het positieve recht scherper te analyseren, maar ook om beter te begrijpen waarom het recht zich op een bepaalde manier ontwikkelt.
Perspectief | Perspectiefartikelmaart 2020AA20200293