Shop

Van ‘Hoevelaken-doctrine’ naar ‘jurisprudence of consequences’

M.L.M. Hertogh

Post thumbnail De meeste (bestuurs)rechters besteden veel tijd aan de totstandkoming van hun oordeel, maar zijn niet geïnteresseerd in de gevolgen van hun uitspraak. Hetzelfde geldt voor veel rechtswetenschappers. Maar juist in een tijd waarin het gezag van de rechter bijna dagelijks ter discussie staat, is het belangrijk dat er meer wetenschappelijk onderzoek wordt verricht naar de doorwerking van jurisprudentie in het overheidsoptreden en dat ook de rechter zich meer gevoelig toont voor de effecten van zijn oordeel.

Opinie | Amuse
februari 2013
AA20130096

Valt een internationale organisatie onder het EG-mededingingsrecht?

K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 19 januari 1994, ECLI:EU:C:1994:7, zaak C-364/92 (SAT Fluggesellschaft en Eurocontrol) In deze uitspraak van HvJ EG wordt ingegaan op ondernemingsbegrip uit het Europese Gemeenschapsverdrag. Het HvJ EG formuleert daarbij de volgende rechtsregel: De artikelen 86 en 90 EEG moeten aldus worden uitgelegd, dat een internationale organisatie zoals Eurocontrol geen onderneming in de zin van deze artikelen is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1994
AA19940450

Valse zeden (Digitaal boek)

Voor de schuur, in de schuur, na de schuur

C.J.W. Veraart

Post thumbnail Actueler dan ooit! Een klassieker op het gebied van valse aangiften en waarheidsvinding. Een eyeopener voor eenieder die met zedenzaken te maken heeft of zich erin wil verdiepen.

9789069166575 - 10-04-2012

Valse zeden

Voor de schuur, in de schuur, na de schuur

C.J.W. Veraart

Post thumbnail Actueler dan ooit! Een klassieker op het gebied van valse aangiften en waarheidsvinding. Een eyeopener voor eenieder die met zedenzaken te maken heeft of zich erin wil verdiepen.

9789069166575 - 10-04-2012

Valse noot

M.V. Polak

Martijn Polak doet uit de doeken wat voor een vals plannetje hij had in de tijd dat hij annotator voor Ars Aequi was.

Opinie | Column
september 2019
AA20190656

VALS

A. Verbeke

Volgens columnist zijn mannen en vrouwen niet gelijk aan elkaar, maar ook niet gelijkwaardig.

Opinie | Column
maart 2003
AA20030143

Valeo-arrest

H. Cohen Jehoram

Benelux-Gerechtshof 6 november 1993, zaken A 89/1 en A 91/1, NJ 1993, 454 (Automotive Products B.V./Valeo S.A.). Ook bekend als Valeo-arrest. Uitspraak van het Benelux Gerechtshof die volgens de annotator erg belangrijk is. Aan de orde komen de functies, strekking, concrete en beperkingen. In de noot wordt daar uitvoerig op ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1994
AA19940036

Vakantie en ziekte

W.H.A.C.M Bouwens

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 24 januari 2012, ECLI:EU:C:2012:33, zaak. C-282/10 (Dominguez)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2012
AA20120385

Vadertje staat op de sofa

H.D.S. van der Kaaij, A. Kristic

In dit redactionele artikel wordt allereerst de freudiaanse zienswijze op leiderschap in een land geschetst. Vervolgens wordt ingegaan op de uitwerking daarvan in de democratische rechtsstaat Nederland.

Opinie | Redactioneel
september 2008
AA20080595

V-Mann David

P.J. Baauw

Hoge Raad 17 januari 1984, nr. 76386, ECLI:NL:HR:1984:AC8248; Rechtbank Rotterdam 19 oktober 1982, ECLI:NL:RBROT:1982:AC7739, NJ 1983, 207 Optreden buiten en binnen Nederland van een V-Mann (informant van de Duitse politie), voordat de Nederlandse justitie hiervan op de hoogte is, wordt achteraf door het OM gedekt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1984
AA19840631

UWV Amsterdam: vof of vennoten werkgever? Nieuwe onzekerheid rechtsbevoegdheid vof

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 18 april 2019, nr. 18/02700, ECLI:NL:HR:2019:649, JOR 2019/173, m.nt. N.E.D. Faber (UWV Amsterdam/X, bewindvoerder in wettelijke schuldsanering)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2019
AA20190991

UVO-Lopik

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 13 december 1991, nr. 7988, ECLI:NL:HR:1991:ZC0453, NJ 1992, 279 m.nt. Maeijer (UVO-Lopik) Vennootschapsrechtelijk arrest waarin de vraag aan de orde is of een dochtermaatschappij van een bv vereenzelvigd kan worden met deze bv of dat deze bv als een derde gezien moet worden in het licht van een vordering tot ontbinding van de dochter wegens (vorm)gebreken in de oprichting. In de zaak is aan de orde in hoeverre dat er sprake is van vereenzelviging, niet, en in hoeverre de verzoekers belanghebbenden zijn. Dat is volgens de Hoge Raad ook niet het geval en bestaan er voor de verzoekers andere wettelijke middelen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1993
AA19930054