Shop

Wetgevingskwaliteit en onderzoek

Ph. Eijlander

De redactie van Ars Aequi heeft mij gevraagd om voor dit bijzonder nummer over multidisciplinair onderzoek in de rechtswetenschap een bijdrage te schrijven over de betekenis van kennis, verkregen uit multidisciplinair onderzoek, voor de wetgeving en de kwaliteit van wetgeving. Tevens is de vraag opgeworpen welke rol de zogenoemde evaluatie ex-ante in dat verband kan spelen. Ik heb dat verzoek graag aanvaard en zal in het vervolg ingaan op de gestelde vragen. Ik volg daarbij de volgende opzet en indeling. Eerst ga ik in paragraaf twee in op de verhouding tussen het onderwijs en onderzoek op het terrein van de wetgeving en de rechtswetenschap. Welke disciplines vormen – de kern van – de wetgevingsleer? Vervolgens werp ik de vraag op hoe het is gesteld met de feitelijke onderbouwing van de wetgeving die tot stand komt. Paragraaf drie gaat daar op in. In het proces van wetgeving strijden uiteenlopende perspectieven om de voorrang en in die arena kan meer of minder ruimte worden gegeven aan inzichten en gegevens op basis van onderzoek. In die context kan ook de genoemde evaluatie exante worden geplaatst. De vraag is overigens, of het gebruik van het begrip evaluatie hier wel op zijn plaats is. Is dit niet een te pretentieuze benaming voor wat in de wetgevingspraktijk geschiedt? De nadere uitwerking van dit algemene punt van de kennis- en informatiegevoeligheid van de wetgeving volgt in paragraaf vier. Daar gaat het bijvoorbeeld over verschillende soorten informatie en onderzoek en ook over de diversiteit in wetgevingsprojecten. Dan kan ook de kwestie van de bijzondere betekenis van multidisciplinair onderzoek worden geadresseerd. Deze bijdrage besluit met de belangrijkste conclusies.

Bijzonder nummer | Multidisciplinaire bestudering van de rechtswetenschap
november 2007
AA20070904

Blik op de rijksoverheid (Digitaal boek)

J.A. Hofman

Post thumbnail Wat zijn programmaministers, hoe is een ministerie opgebouwd en welke mogelijkheden zijn er om te controleren of een zelfstandig bestuursorgaan zijn werk goed doet? Een blik op de positie en de organisatie van de rijksoverheid.

9789069166520 - 31-10-2007

‘We kweken een Mexicaans leger met alleen maar generaals en officieren en bijna geen manschappen’

Interview met prof. dr. A.A.M. Kinneging

D.J.W. Jongsma, J.M.J. van Rijn van Alkemade

Het bieden van academische vorming is traditioneel onderdeel van iedere universitaire onderwijsmissie. Het streven daarbij is om van studenten breed gevormde, weldenkende mensen te maken, voorbereid op hun toekomstige positie in de maatschappij. Aan de universiteit behoort, mede met het oog hierop, een intellectueel klimaat te heersen dat ruimte biedt voor verdieping, reflectie en contemplatie. Maar in hoeverre beantwoorden de hedendaagse rechtenstudie en de hedendaagse universiteit nog wel aan dit ideaalbeeld? Komt academische vorming voldoende aan bod? 'Massificatie'en 'verschoolsing' van de rechtenstudie, geldgebrek en bureaucratisering van de universiteit zijn immers al jarenlang veelgehoorde klachten. Wat zijn de uiteindelijke gevolgen hiervan voor de maatschappij? We vragen het aan Andreas Kinneging, hoogleraar rechtsfilosofie aan de Universiteit Leiden.

Verdieping | Interview
oktober 2007
AA20070770

Ars Aequi-prijs 2006

G.R. de Groot

Jaarlijks wordt de Ars Aequi-prijs uitgereikt aan de auteur van het beste studentartikel dat in een jaar in Ars Aequi is verschenen. Op 27 juni 2006 kwam de jury bij elkaar. Er moest een keuze worden gemaakt uit een viertal artikelen. In het artikel is te lezen wat de overwegingen daarbij waren en wie de prijs heeft gekregen.

Overig | Juryrapport | Verdieping | Studentartikel
oktober 2007
AA20070737

De ernstig geschokte rechtsorde, een vervolg

M.J. Borgers

Rechtbank Haarlem 13 april 2007, nr. 15/800389-07, ECLI:NL:RBHAA:2007:BA2938, LJN: BA2938; Gerechtshof Amsterdam 16 mei 2007, nr. 00523-07, ECLI:NL:GHAMS:2007:BA6642, LJN: BA6642 De annotator gaat in deze noot in op de ernstig geschokte rechtsorde als grond voor voorlopige hechtenis waarbij een vonnis van een rechtbank vergeleken wordt met een arrest van een hof.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2007
AA20070798

De letter van de wet

W.J. Zwalve

In de presidentieel monarchisch Romeinse samenleving stonden er zeer strenge straffen op de moord door een slaaf. In een geval rondom Pedanius kwam de vraag op of de straf wel naar de letter van de wet diende te worden uitgevoerd of dat er rekening moest worden gehouden met de omstandigheden van het geval.

Opinie | Amuse
oktober 2007
AA20070725

De relativiteit van de toelating als vluchteling

S.D. Lindenbergh

Hoge Raad 13 april 2007, nr. C06/081HR, ECLI:NL:HR:2007:AZ8751, LJN: AZ8751, RvdW 2007, 397 (Staat/Y) In deze annotatie komt aan de orde hoe de Hoge Raad heeft geoordeeld over de relativiteitsleer bij een geschonden norm over toelating tot Nederland en het daardoor mislopen van inkomsten. De annotator gaat in op de verschillende aspecten van de relativiteitsleer en bespreekt de achtergronden.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2007
AA20070777

De scriptie

E.H. Hondius

In deze column geeft Hondius aan wat een scriptie voor studenten kan betekenen en geeft daarbij een aantal tips voor een succesvolle scriptie.

Opinie | Column
oktober 2007
AA20070739

De vangnet-beschikking (art. 4:30 BW); de allereerste uitspraak van de Hoge Raad over het sinds 2003 geldende erfrecht

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 8 juni 2007, nr. R06/057HR, ECLI:NL:HR:2007:BA2507, LJN: BA2507 Erfrecht. Afgewezen verzoek van onterfde echtgenote van erflater op voet van artikel 4:30 BW tot bevel aan testamentair erfgenaam mee te werken aan vestiging van verzorgingsvruchtgebruik en aan executeurs tot boedelbeschrijving; strekking artikel 4:30 BW en opheffingsgronden als bedoeld in artikel 4:33 lid 2 BW; bepaling behoefte.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2007
AA20070793

Eerste Kamer: gevangen tussen juridische kwaliteit en politieke behoudzucht

J.W.M. Engels

In dit tweede deel van het tweeluik betoogt Engels wat de nadelen zijn van een terugzendrecht bij wetgeving voor de Eerste Kamer. Er wordt ingegaan op de werkwijze van de Eerste Kamer en op de juridische kennis die er bij Eerste Kamer is.

Opinie | Opiniërend artikel
oktober 2007
AA20070757

Geeft Nederland juiste toepassing aan de beschermingsclausule bij het waarborgen van de vrijheid van godsdienst?

J. Bos

Nederlandse rechters en bestuursorganen lijken zich nauwelijks rekenschap te geven van de zogenaamde most-favoured-individual clause in mensenrechtenverdragen. Tot de toepassing van deze clausule zijn de Nederlandse rechters en bestuursorganen echter wel verplicht. In dit artikel wordt onderzocht of deze nalatigheid tot gevolg heeft dat de bescherming van de godsdienstvrijheid in Nederland onder de maat is.

Verdieping | Studentartikel
oktober 2007
AA20070727

Haaks op de WTL

Reactie op 'Hulp bij zelfdoding: een zaak voor justitie? Gedachtes naar de aanleiding van de zaak Ton Vink'.

T. Vink

In dit artikel Ton Vink een reactie op een eerder gepubliceerd artikel in Ars Aequi over de zorgvuldigheidseisen bij hulp bij zelfdoding en betoogt dat de zorgvuldigheidseisen uit de WTL niet van toepassing zijn op niet-artsen. (zie ook: Rb. Amsterdam, 22-1-2007, LJN: AZ6713).

Opinie | Reactie/nawoord
oktober 2007
AA20070760