Geeft Nederland juiste toepassing aan de beschermingsclausule bij het waarborgen van de vrijheid van godsdienst?


Nederlandse rechters en bestuursorganen lijken zich nauwelijks rekenschap te geven van de zogenaamde most-favoured-individual clause in mensenrechtenverdragen. Tot de toepassing van deze clausule zijn de Nederlandse rechters en bestuursorganen echter wel verplicht. In dit artikel wordt
onderzocht of deze nalatigheid tot gevolg heeft dat de bescherming van de godsdienstvrijheid in Nederland onder de maat is.