Resultaat 3037–3048 van de 12335 resultaten wordt getoond
J. Hijma
Hoge Raad 12 oktober 1990, nr. 13990, ECLI:NL:HR:1990:AC2674, RvdW 1990, 174 (Geerts/Ten Dam) In deze uitspraak en de daarbij behorende noot wordt ingegaan op de leer van de risico-aanvaarding en eigen schuld. De casus die hiertoe aanleiding heeft gegeven is er een die tot de verbeelding spreekt. De vraag is in hoeverre er van een passagier die weet heeft van het alcoholgebruik van een bestuurder van een auto sprake is van risico-aanvaarding bij een ongeluk of dat er dan sprake is van eigen schuld en de schade als gevolg van een correctie in het geheel voor de rekening komt van de passagier. De eerste vraag wordt niet besproken door de Hoge Raad maar komt in de noot voldoende naar voren. De Hoge Raad oordeelt dat er sprake is van eigen schuld maar dat het niet klopt dat een benadeelde geen enkele schadevergoeding ontvangt.
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 1991AA19910338
A.M. Overheul
Deze bijdrage gaat over het vereiste van ‘geestelijk letsel’ bij de vergoeding van immateriële schade. Is voor het aannemen van geestelijk letsel in de context van de persoonsaantasting vereist dat sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld? Lange tijd werd gedacht van wel. Recent sprak de Hoge Raad de verhelderende woorden dat dit niet het geval is.
Rode draad | Recht & Geestoktober 2021AA20210944
J. Legemaate
Over de mate waarin geestelijk lijden een grond kan vormen voor de inwilliging van een verzoek om levensbeëindiging van een patiënt bestaan uiteenlopende meningen. In dit artikel wordt ingegaan op de juridische aspecten van twee voorbeelden van deze problematiek: hulp bij zelfdoding aan psychiatrische patiënten en levensbeëindiging wegens een ‘voltooid leven’.
Rode draad | Recht & Geestmei 2021AA20210494
C. Elion-Valter
Hedendaagse technologische ontwikkelingen op het gebied van artificiële intelligentie en robotisering raken de discussie over nut en noodzaak van de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging (art. 6 Gw). In dit artikel neemt Carinne Elion-Valter met name deze ontwikkeling in ogenschouw, niet zozeer vanuit een juridisch kader, maar vanuit een existentieel en cultureel kader. Daartoe knoopt ze aan bij een roman: Ian McEwans 'Machines Like Me'. Welk licht werpt deze roman op het debat over nut en noodzaak van artikel 6 Gw?
Rode draad | Recht & Geestfebruari 2021AA20210186
G. van Driem
In dit artikel wordt in vogelvlucht aangegeven over welke rechtsgebieden de praktijk van een feministisch advocaat zich onder meer uitstrekt. Sinds 10 jaar is de auteur werkzaam als feministisch advocaat in Amsterdam. Na 7 jaar werken in de vrouwenbeweging, lag het oprichten van een feministisch advocatenkantoor voor de auteur voor de hand. Van Driem heeft in het begin vooral gewerkt voor groepen die binnen de vrouwenbeweging geadviseerd wilden worden, bijvoorbeeld vrouwen die een stichting of vereniging wilden oprichten ter behartiging van de belangen van vrouwen, advisering van vrouwen die een eigen bedrijfje wilden starten. Omdat Van Driem alleen voor vrouwen werkte, diende zich met name het familierecht aan. Het merendeel van de echtscheidingsprocedures wordt namelijk door vrouwen aanhangig gemaakt. Vrouwen zijn geneigd om eerder te vechten voor zaken die dicht bij hun (verzorgende) gezinstaken liggen.
Overig | Rode draad | Op zoek naar gefeminiseerd rechtmaart 1992AA19920139
H.B. van Kolfschooten
In crisissituaties – waaronder de coronacrisis – wordt steeds meer gebruik gemaakt van mobiele technologie. Apps verwerken grote hoeveelheden persoonsgegevens van individuen, met gevolgen voor het grondrecht op gegevensbescherming. Deze bijdrage gaat in op de rol van gegevensbescherming in crisisbeheersing en -bestrijding in de EU en bespreekt in hoeverre het recht op gegevensbescherming kan worden ingeperkt in het kader van een gezondheidscrisis.
Bijzonder nummer | Crisis!juli 2021AA20210766
S.S.Y. Engelen
Geheimhoudingsbedingen zijn in beginsel rechtsgeldige bedingen, maar in sommige gevallen kan daaraan worden getwijfeld. Bijvoorbeeld in het geval van een in een medische vaststellingsovereenkomst opgenomen geheimhoudingsbeding, ook wel zwijgcontract genoemd. In deze bijdrage wordt onderzocht of een dergelijk beding nietig of vernietigbaar is op grond van artikel 3:40 BW, dan wel op grond van artikel 6:248 lid 2 BW buiten toepassing dient te worden gelaten.
Verdieping | Verdiepend artikeljanuari 2020AA20200049
G.R. Rutgers
Hoge Raad 18 december 1998, nr. 16837, C97/316, ECLI:NL:HR:1998:ZC2808, RvdW 1999, 2C (mr. Van Olst/De Ontvanger van de Belastingdienst Ondernemingen Emmen) In onderstaand arrest werd bepaald hoe ver de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van de notaris reikt.
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 1999AA19990282
M.V. Polak
Martijn Polak schotelt ons het taalkundig gebakkelei van de raadkamer voor in deze column.
Opinie | Columnnovember 2019AA20190864
E.F.D. Engelhard
vanuit de jaren tachtig is de mening ontstaan dat het een goede ontwikkeling zou zijn om het gehele aansprakelijkheidsrecht binnen Europa te harmoniseren, maar is dit wil een goed idee?
Opinie | Opiniërend artikelmaart 2007AA20070227
W.J. Veraart
Op 4 mei verbood de Zutphense rechtbank in een kortgedingvonnis de gemeente Bronckhorst mee te werken aan de herdenking van Duitse soldaten in Vorden. Naar aanleiding van deze uitspraak vraagt Wouter Veraart zich af in hoeverre het wenselijk is om de wijze waarop wij op lokaal en nationaal niveau aan Dodenherdenking gestalte wensen te geven juridisch aan banden te leggen.
Opinie | Columnjuni 2012AA20120442
K.J.M. Mortelmans
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HVJ EG) 5 mei 1998, C-180/96 (Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie en Noord-Ierland tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen) In deze zaak komen maatregelen aan de orde in kader van het tegengaan van BSE-besmetting (gekke koeien-ziekte) waarbij een nietigheidsactie wordt ingesteld in de vorm van een kort geding bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 1996AA19960712