Shop

Een Raad voor de rechtspraak in Nederland

Van adviescommissie tot wetsvoorstel

W.H. Simonis

Eind vorig jaar verschenen er verontrustende berichten ten aanzien van de onafhankelijkheid van onzerechtspraak. De oorzaak was de moderniseringsoperatie van de rechterlijke organisatie, die is neergelegd in twee wetsvoorstellen. De directe aanleiding voor de ophef was het zeer kritische artikel van dePresident van en de Procureur-Generaal (verder:P-G) bij de Hoge Raad, dat nu ook buiten de juridische media in de aandacht kwam. De Volkskrant wijdde onder de kop ‘Rechters in verzet ’een hoofd-redactioneel commentaar aan het rumoer dat was ontstaan. Men concludeerde dat het hoog tijd werdom tot modernisering over te gaan en dat het overdreven was te spreken van een aanslag op de rechterlijke onafhankelijkheid. Alle reden om de beoogde wetgeving eens nader te bekijken.

Verdieping | Studentartikel
april 2001
AA20010202

Een reactie op rechtsvraag (114) bestuursrecht vanuit het stelsel van de bestuurscompensatie

B. Hessel

Perspectief | Rechtsvraag
juni 1980
AA19800365

Een reaktie: de leemte in de Beroepswet bestaat nog steeds

C.J.P. van Laer

In het november-nummer van dit tijdschrift publiceerde C.A.M. Damen een artikel over 'De leemte in de Beroepswet' (pp. 585-588). Het is een enigszins verbeterde versie van een bijdrage van dezelfde auteur voor SMA van dezelfde maand, voorzien van een opmerking van A.B. (pp. 772-775). Het betreft dit belangrijke vraagstuk van rechtsberscherming: welke rechtsgang kan de verzekerde met succes volgen wanneer het uitvoeringsorgaan talmt met het verstrekken van een voor beroep vatbare beslissing (v.b.v.b.)? Ten onrechte wekt de auteur de indruk dat dit vraagstuk een oplossing zou naderen.

Opinie | Reactie/nawoord
januari 1980
AA19800013

Een reaktie: Rassendiscriminatie, ruime interpretatie en rijke fantasie

J.L. van der Neut

Het is een tamelijk doorzichtige discussiemethode. Je vat welwillend de argumenten van de opponent samen, je geeft in die 'samenvatting' datgene weer wat deze nu juist niet gezegd heeft en levert daar de nodige kritiek op. De echte argumenten van de discussiepartner verdwijnen onder tafel. Ik werd met dit bedenkelijke fenomeen geconfronteerd in de reactie van mr. L.A. Geelhoed op mijn twijfels ten aanzien van de wezenlijke  verbetering die de recente wijziging in art. 429 qua ter Sr. van ‘achterstellen wegens ras' in 'onderscheid maken wegens ras’ zou hebben betekend (AA 1982, p. 302 v.)

Opinie | Reactie/nawoord
september 1982
AA19820516

Een recht is een recht. Kerkelijk pensioenfonds als burgerlijke rechtspersoon?

A.P.H. Meijers

Is een kerkelijk pensioenfonds een zelfstandig onderdeel van het Rooms-Katholiek kerkgenootschap? De Commissie Gelijke Behandeling vindt van niet? De interpretatie van artikel 2:2 BW en artikel 3 Algemene Wet Gelijke Behandeling wordt in het licht van de godsdienstvrijheid als recht van het kerkgenootschap geplaatst. Aan de hand van een recent oordeel van de Commissie Gelijke Behandeling wordt ingegaan op de doorwerking van kerkelijk recht en met name van het canoniek recht als kerkgenootschappelijk statuut binnen de Nederlandse burgerlijke rechtsorde.

Bijzonder nummer | Recht & Religie
juli 2003
AA20030588

Een recht op vergeten. Vergeet het maar?

J.E.J. Prins

Post thumbnail

Burgers worden in een digitale wereld veel sterker het product van hun verleden dan ze in het papieren tijdperk waren. ‘Eens een zuipschuit, altijd een zuipschuit’ krijgt digitale eeuwigheidswaarde. Als de opmars van nieuwe media iets duidelijk maakt, is het dat vergeten niet meer vanzelf gaat. Bovendien, telkens weer lijken allerhande gebeurtenissen de informatiehonger van bedrijven en overheden te voeden: bewaren en onthouden wordt langzamerhand een belang op zichzelf. Toch wordt recentelijk ook een expliciet wettelijk te verankeren ‘recht op vergeten’ bepleit. Zal dat soelaas bieden?

Blauwe pagina's | Recht en Media
november 2011
AA20110774

Een rechter die naar de gunst van het kiezersvolk moet dingen? Ik moet er niet aan denken!

Interview met mr. J.M. Polak

R.J.Q. Klomp, F.J. van Ommeren

Interview met mr. J.M. Polak, lid van de Raad van State en tal van andere commissies als adviseur. Tevens is Polak redacteur van bladen als het NJB en WPNR. In dit interview komt onder meer aan de orde: het proefschrift van Polak, hoogleraarschap in de rechtsgeleerdheid aan een niet-juridische faculteit en de verhouding met andere wetenschappen, de organisatie van het juridisch onderwijs, de invloed van wetenschap op beleid en wetgeving (Polak meent dat bij het NBW de wetenschap een te grote invloed heeft) en tal van andere juridische onderwerpen.

Verdieping | Interview
januari 1988
AA19880011

Een rechtseconomisch aspect van de positie van de crediteur in een faillissement

Is afschaffing van de maximum rente een oplossing?

L.M. Cuelenaere, A.R. Leen

Om de belangen van een crediteur in faillissement zo goed mogelijk te behartigen, wordt in dit betoog vanuit de premissen dat 1 de grootte van de te saneren schuld niet groter dan strikt noodzakelijk dient te zijn en 2 een schuldsituatie zo snel mogelijk dient te worden opgelost, een rechtseconomisch bepaalde oplossing beargumenteerd. De oplossing wordt gezocht in het loslaten van de wettelijk vastgestelde maximum rentetarieven.

Opinie | Opiniërend artikel
oktober 1989
AA19890834

Een rechtseconomisch ex-ante-perspectief op grensoverschrijdende garages

L.T. Visscher

Post thumbnail In het grensoverschrijdende garage-arrest uit 1970 komen enkele kenmerken van en leerstukken uit de rechtseconomie samen: (1) de ex-ante-benadering van het recht, (2) bescherming van aanspraken door property rules en liability rules, en (3) het Coase-theorema. Voor Louis Visscher reden genoeg om dit arrest, alsmede een vergelijkbare zaak uit 2018, eens vanuit rechtseconomische optiek te bekijken.

Opinie | Amuse
november 2022
AA20220838

Een rechtseconomisch perspectief op vallende bloempotten

L.T. Visscher

Juristen zien compensatie, preventie en schadespreiding als de belangrijkste doelstellingen van het onrechtmatigedaadsrecht, terwijl rechtseconomen de schadevergoeding juist als middel zien waarmee preventie en schadespreiding worden nagestreefd. Aan de hand van een recent ongeval waarbij een vrouw werd gedood door een van een balkon gevallen bloempot, wordt de rechtseconomiesche analyse van het onrechtmatigedaadsrecht verduidelijkt. Speciale aandacht gaat uit naar de keuze tussen fout- en risicoaansprakelijkheid, de invulling van de zorgvuldigheidsnorm en het bepalen van de schadevergoeding bij overlijden.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2005
AA20051000

Een rechtseconomische visie op echtscheiding

E.H. Hondius

Opinie | Column
september 2008
AA20080609

Een rechtstheoretische instrumentenmaker:Prof. mr. P.W. Brouwer (1952-2006)

J.C. Hage

De levensloop van Prof. mr. P.W. Brouwer (1952-20060

Perspectief | Ars Longa Vita Brevis
maart 2007
AA20070230