Shop

Resultaat 1933–1944 van de 12368 resultaten wordt getoond

De Poolse rechtsstaat onder druk: van artikel 7 VEU naar het Europees aanhoudingsbevel en weer terug

J.W. Ouwerkerk, P.J. Slot

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) (Grote Kamer) 25 juli 2018, C-216/18 PPU, ECLI:​EU:​C:​2018:​586 (LM)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2018
AA20181040

De portacabin

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 31 oktober 1997, nr. 16404, ECLI:NL:HR:1997:ZC2478, RvdW 1997, 215 (Ontvanger/Rabobank Terneuzen-Axel). Ook bekend als Portacabin-arrest. In de noot bij dit arrest wordt besproken welke criteria de Hoge Raad aandacht wanneer een zaak onroerend is in de zin van art. 3:3 lid 1 BW.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1998
AA19980101

De positie van de derde in het bestuursprocesrecht in het bijzonder bij het rechtstreeks beroep tegen algemeen verbinden voorschriften

H.G. Lubberdink

Het komende rechtstreeks beroep tegen algemeen verbindende voorschriften bij de bestuursrechter roept de vraag op, in hoeverre 'derden' bij de bestuursrechterlijke procedure moeten worden betrokken wanneer een besluit, houdende een algemeen verbindend voorschrift, voorwerp van geschil is. Moet dat leiden tot een megaprocedure of valt het allemaal nog wel mee?

Bijzonder nummer | De derde in het recht
mei 1997
AA19970349

De positie van de Heilige Stoel in het volkenrecht

K. Martens

Een veel gehoorde fout is dat het Vaticaan en de heilige stoel hetzelfde zouden zijn, dit artikel geeft het onderscheid tussen beide aan. Bovendien word ook de inhoud van beide instellingen, zowel vroeger als in het huidige recht, behandeld.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2006
AA20060102

UCERF 4 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

De positie van de minderjarige in het civiele proces

L. Punselie

Een beschouwing van het recht van minderjarigen om gehoord te worden in aangelegenheden die hen betreffen en de (on)mogelijkheden voor minderjarigen die het Nederlandse recht thans kent om kwesties die hen betreffen zelfstandig aan de rechter voor te leggen. Achter het benadrukken van beide onderwerpen ligt de vraag welke rol minderjarigen zelf toekomt in juridische procedures.

De positie van de Nederlandse wetgevingsjurist bij het implementeren van EU-regelgeving

P.J.P.M. van Lochem

Met de constatering dat Europese regelgeving behoort tot het nationale domein, benadrukte de eerste Visitatiecommissie wetgeving in 2000 dat wetgevingsjuristen (naast andere nationale actoren) zichzelf moesten beschouwen als deelnemers in dit proces en niet als uitvoerders van een opdracht van hogerhand. Dit horizontale beeld lijkt echter niet met de verticale werkelijkheid overeen te komen.

Perspectief | Perspectiefartikel
oktober 2019
AA20190810

De positie van de notaris in geval zijn bijstand zou leiden tot benadeling van derden

B.C.M. Waaijer

Hoge Raad 3 april 2015, nr. 14/00380, ECLI:NL:HR:2015:831 (Reijnders-Louis/Ribama, De Novitaris) Hoe dient de notaris te handelen bij botsende rechten?

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2015
AA20150691

De positie van de rechter in de samenleving (Digitaal boek)

C. Joustra

Post thumbnail Politici trekken zich soms weinig aan van de Trias Politica, nog voor het vonnis is gewezen hebben zij hun oordeel al gegeven. Kunnen rechters zich publiekelijk verweren en staat het ook hun vrij kritiek op de wetgever en politici te leveren?

9789069166773 - 05-12-2005

De positie van het hoger beroep in het bestuursrecht

T.A. van Kampen

Verdieping | Studentartikel
juli 2000
AA20000512

De positie van het slachtoffer in het systeem van strafproces-rechtelijke rechtsbetrekkingen

T.M. Schalken

In dit artikel behorende bij de rode draad 'Slachtoffers van delicten' staat centraal in hoeverre de positie van het slachtoffer te veel ondergeschoven is aan die van de verdachte in het strafproces. In het artikel wordt de volgende vraag gesteld en wordt getracht daar een antwoord op te vinden: hoe kan de processuele positie van het slachtoffer juridisch-theoretisch worden onderbouwd?

Overig | Rode draad | Slachtoffers van delicten
april 1989
AA19890238

De positie van openbare registers in het privacyrecht

A. Berlee

Op verschillende plaatsen in het Burgerlijk Wetboek wordt gesproken over ‘de openbare registers’ zonder dat duidelijk is wat de definitie daarvan is. Duidelijkheid hierover is van belang omdat deze registers, die veelal vol staan met persoonsgegevens, lange tijd volledig waren uitgezonderd van het gegevensbeschermingsrecht, immers ze waren ‘openbaar’. Waarom was dat zo, en is dat anders onder de AVG? In deze bijdrage wordt aan de hand van een zoektocht naar een (eenduidige) definitie van het begrip ‘openbare registers’ in het Burgerlijk Wetboek en het gegevensbeschermingsrecht de positie van deze registers in het privacyrecht besproken.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
november 2018
AA20180954

De positieve interpretatie van het opportuniteitsbeginsel

P. Frielink

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
oktober 2010
AA20100730

Resultaat 1933–1944 van de 12368 resultaten wordt getoond