Shop

Resultaat 1429–1440 van de 12335 resultaten wordt getoond

De conclusie in het bestuursrecht: van pionieren naar oogsten?

R.J.N. Schlössels

Post thumbnail De afgelopen jaren is het bestuursprocesrecht vertrouwd geraakt met het verschijnsel ‘conclusie’ (art. 8:12a Awb). In deze bijdrage wordt aan de hand van de tot op heden genomen conclusies ingegaan op de vraag of de verwachtingen in kwantitatieve en kwalitatieve zin zijn uitgekomen. Tevens wordt bezien hoe de voordelen van het conclusiestelsel nog beter tot hun recht kunnen komen.

Opinie | Opiniërend artikel
oktober 2021
AA20210916

De conclusie voorbij (Digitaal boek)

Liber amicorum aangeboden aan Jaap Polak

M. Bosma, B.J. van Ettekoven, O. van Loon, H.G. Lubberdink, J.C.A. de Poorter, B.J. Schueler

Post thumbnail De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de bevoegdheid om een staatsraad advocaat-generaal te vragen een conclusie te nemen. In deze bundel belicht een aantal auteurs de functie van de conclusie in de verschillende rechtsgebieden en enkele genomen conclusies.

9789069169002 - 23-04-2017

De Confrontatie in de Praktijk

D.J. Hessing, F.P. van Koppen

Auteurs gaan in op de soorten confrontaties die in de praktijk bestaan, wanneer en op welke wijze deze idealiter dienen te worden uitgevoerd, welke fouten daarmee in de praktijk worden gemaakt en hoe deze kunnen worden opgelost.

Opinie | Opiniërend artikel | Rode draad | Bewijs en bewijsrecht
februari 1999
AA19990103

De Conservatrix-casus: pionieren met resolutie

J. Altunian, F.L.P. Vulto

Post thumbnail Dit artikel is gewijd aan het faillissement van de Nederlandsche Algemeene Maatschappij van Levensverzekering Conservatrix N.V. In dit artikel ontleden de auteurs de spraakmakende Conservatrix-casus en wordt onderzocht hoe de afwikkelingsinstrumenten van De Nederlandsche Bank N.V. in een faillissement van een levensverzekeraar werken. In hoeverre bieden de ruime kaders waarbinnen de rol van De Nederlandsche Bank N.V. als toezichthouder wordt vormgegeven, houvast en welke lering kan getrokken worden uit deze in het oog springende casus?

Verdieping | Studentartikel
november 2022
AA20220841

De conserverende aanslag als exitheffing toelaatbaar?

J.W. Zwemmer

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 11 maart 2004, nr. C-9/02, V-N 2004/15, punt 9, ECLI:EU:C:2004:138 (Hughes de Lasteyrie du Saillant t. Ministère de l'Économie, des Finances et de l'Industrie) In onderstaand arrest kwam het hof tot de conclusie dat het Franse stelsel inzake de conserverende aanslag in strijd is met het EG-recht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2004
AA20040642

De consider the opposite strategy in het contractenrecht: een welkome aanvulling?

T. Bouwman

Post thumbnail Bij het nemen van een moeilijke beslissing, kan het verstandig zijn om de voor- en nadelen naast elkaar te zetten. Gedragswetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat dit daadwerkelijk kan leiden tot verstandigere keuzes. Tom Bouwman legt in deze amuse uit waarom deze zogenoemde 'consider the opposite'-strategie een goede aanvullende beschermingstechniek in het contractenrecht kan zijn.

Opinie | Amuse
september 2024
AA20240718

De constitutionele crisis in Polen: een uitdaging voor de EU

M. Stremler

Post thumbnail

De crisis rond het Poolse constitutionele hof is een Europese aangelegenheid, omdat de Poolse constitutionele orde deel uitmaakt van het fundament van de Europese Unie. Hoewel optreden door de Europese Commissie daarom gerechtvaardigd is, moet de Commissie wel uitkijken niet meer kwaad dan goed te doen.

Opinie | Opiniërend artikel
december 2016
AA20160952

De constitutionele monarchie

D.J. Elzinga

Post thumbnail

In dit artikel behorende bij de Rode draad 'Canon van het recht' gaat Elzinga in op de ontwikkeling van de constitutionele monarchie en behandelt daarbij ook de verschillen en de voor- en nadelen tussen een representatieve koning en een koning met werkelijke macht.

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
juni 2009
AA20090415

De constitutionele positie van de strafrechter

J.J.J. Sillen

Post thumbnail Bepalingen die het één noch het ander doen kunnen worden gemist, daar zal iedereen het over eens zijn. En een bepaling die volgens Joost Sillen daaraan zonder meer voldoet is artikel 113 lid 1 Grondwet.

Blauwe pagina's | Liever kwijt dan rijk
april 2023
AA20230244

De consument als zwakke partij

J.G.J. Rinkes

In dit artikel wordt aandacht besteed aan het consumentenrecht waarbij met name ingegaan wordt op de consument als zwakkere partij en diens positie. De opkomst van het consumentenrecht wordt besproken en de belangrijke rol van de Europese Unie met name door harmonisatie. Verder wordt er ingegaan op de handhaving van consumentenbelangen en nieuwe regels van consumentenrecht.

Verdieping | Studentartikel
juni 2009
AA20090380

De contractuele aansprakelijkheid van de medisch specialist bij het gebruik van een chirurgische robot met artificiële intelligentie

Y. Hafez

Post thumbnail

Het gebruik van een chirurgische robot met artificiële intelligentie (AI) roept specifieke aansprakelijkheidsvragen op. Aan de hand van welke toetsingsmaatstaf moeten we bijvoorbeeld beoordelen of het gebruik van zo’n robot een tekortkoming oplevert, en in welke gevallen is zo’n tekortkoming toerekenbaar? De regelgeving van afdeling 6.1.9 BW en de wettelijke normen die specifiek gelden voor hulpverleners bieden onvoldoende uitkomst. Technologische ontwikkelingen zijn, evenals de huidige ontwikkelingen in (Europese) wetgeving, meer dan welkom.

Overig | Ars Aequi-prijswinnaar | Verdieping | Studentartikel
april 2022
AA20220257

De contractuele of de fictieve opzegtermijn: artikel 16 lid 3 WW opnieuw ter discussie

J. Riphagen

Centrale Raad van Beroep (CRvB) 11 december 2002, ECLI:NL:CRVB:2002:AF3226, USZ 2003, 54 Uit zowel de tekst als de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 16, lid 3 WW blijkt dat ook bepalingen opgenomen in een individuele of collectieve arbeidsovereenkomst, die afwijken van – onder andere – het tweede lid van artikel 7:672 BW, bij de toepassing van de fictieve opzegtermijn in beschouwing moeten worden genomen. Zulks op voorwaarde dat zij blijven binnen de in laatstgenoemd artikel aangegeven grenzen. Een en ander ligt niet anders indien de tekst van een dergelijke bepaling met betrekking tot de opzegtermijn voor oudere werknemers (nagenoeg) hetzelfde effect heeft als artikel XXI van de wet Flexibiliteit en Zekerheid ten aanzien waarvan in de uitspraak van 28 maart 2001 van de Raad is geoordeeld dat zij in het kader van artikel 16 lid 3 juist buiten beschouwing moest blijven.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2003
AA20030867

Resultaat 1429–1440 van de 12335 resultaten wordt getoond