Shop

Advocaat en reclame

M. Wladimiroff

Met ingang van 1 januari 1989 werd een verordening van de Nederlandse Orde van Advocaten van kracht, waarbij het voor advocaten mogelijk is geworden om te adverteren. Tot dat moment was in beginsel elke vorm van publiciteit verboden geweest. De juridische spankracht van de verordening is nog onzeker. De verhouding tot het verdragsrechtelijke en het nationale commune publiciteits- en reclame-recht vraagt nog om verdere opheldering. De nieuwe regels hebben niet geleid tot een 'publicitaire boom', Amerikaanse toestanden doen zich vooralsnog niet voor. Waarschijnlijk hangt dit samen met het ontmoedigende karakter van de Verordening op de Publiciteit en het nog immer controversiële karakter van reclame in de advocatuur.

Overig | Rode draad | Recht en reclame
juli 1993
AA19930543

Advocaat en consument op zoek naar een rechter

G.J. Kemper

In dit artikel wordt ingegaan op de relatie tussen advocaat en clïent met betrekking tot declaraties en daaruit voortspruitende problemen.

Bijzonder nummer | Krom~recht, over misstanden in het recht
juli 2005
AA20050628

Advies van de Commissie voor de Toetsing van Wetgevingsprojecten over wetsprocedure

A. van Veen

Sinds 1848 is de formele wetsprocedure globaal hetzelfde gebleven. Steeds luider klinkt de kritiek dat dit wetgevingsmechanisme van 'regering en Staten-Generaal gezamenlijk' traag en inefficiënt zou zijn. Eind 1992 bracht de Commissie-Kortmann een uitgebreid rapport uit over de formele wetsprocedure. In dit artikel volgt een bespreking van dit rapport.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juli 1993
AA19930563

Adverteren op Google met het merk van een concurrent als AdWord

J. Hofhuis

Post thumbnail Iemand die op Google naar een BlackBerry zoekt, zou wel eens ook geïnteresseerd kunnen zijn in een iPhone. Dus een handelaar in iPhones zou wel eens geïnteresseerd kunnen zijn in een AdWord bij de zoekterm ‘BlackBerry’. ‘BlackBerry’ is echter ingeschreven als merk. En natuurlijk wil de merkhouder niet dat internetgebruikers een gesponsorde koppeling voor iPhones te zien krijgen wanneer zij op ‘BlackBerry’ zoeken. Het Hof van Justitie heeft zich recent uitgelaten over de vraag wanneer een merkhouder zich tegen dergelijke gesponsorde koppelingen kan verzetten. Het Hof wekt daarbij de indruk het de merkhouder lastig te maken op te treden tegen dergelijk gebruik. Maar wie de arresten goed leest, ziet dat de positie van de merkhouder zo zwak nog niet hoeft te zijn. Het Hof blijkt het vooral juristen lastig gemaakt te hebben.

oktober 2010
AA20100703

Advertenties in strijd met de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen

B.P. Sloot, M. Voets

Advertenties in strijd met de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen

Opinie | Reactie/nawoord
maart 1981
AA19810116

ADR on-line: ODR

A.J. de Roo

In deze bijdrage wordt het verschijnsel Online Dispute Resolution (ODR) verkend. Aandacht wordt besteed aan het toepassingsbereik en de aanbieders van ODR. Voorts wordt ingegaan op ontwikkelingen binnen EU-verband. Een van de conclusies is dat juist een mix van ODR en ADR een meerwaarde kan hebben ook buiten de sfeer van online geschillen.

Bijzonder nummer | Buiten de rechter om
juli 2002
AA20020587

Adoptie van een kind door diens eigen ouder en stiefouder en andere wijzigingen in het adoptierecht

I. Jansen

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
februari 1980
AA19800097

UCERF 9 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

Adoptie gaat met zijn tijd mee

V. Kidjan

In deze  bijdrage wordt de toepassing van de Nederlandse adoptieregels aan de hand van een viertal praktijkgevallen onderzocht die internationale aspecten vertonen.

Adoptie en adoptie is één- of twee? Over éénouderadoptie

H. Luijten

Dient de wetgever de mogelijkheid van éénouderadoptie open te stellen, opdat de rechter een konkreet verzoek hiertoe - telkens op eigen mérites - moet beoordelen? Dal is de centrale vraag van dit artikel. Aan de hand van de adoptiewet (van 1956) alsmede van latere ontwikkelingen op wetgevend (stiefouder-adoptie) en maatschappelijk terrein word! getracht een antwoord te formuleren. Ook worden de reakties van de Minister van Justitie geanalyseerd op in dit verband gestelde kamervragen; dit om enig zicht te krijgen op wat toekomstige wetgeving ons zou kunnen brengen. Werd onze adoptiewet pas in 1956 - als maatregel van kinderbescherming- ingevoerd, op zich is het adoptie-instituut (zij het vooral als adoptie van volwassenen) al eeuwenoud. Allereerst wordt daarom een rechtshistorisch perspektief geschetst, waarbij onder meer aan de orde zal komen waarom onze wetgever uitsluitend echtparen de mogelijkheid heeft willen geven een kind te adopteren. De aktuele problematiek der interlandelijke adoptie komt alleen aan de orde, voorzover zij het thema (éénouderadoptie of niet?) raakt.

februari 1981
AA19810053

Adoptie door twee personen van hetzelfde geslacht?

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 5 september 1997, nr. 8940, ECLI:NL:HR:1997:ZC2420, RvdW 1997, 159 C In dit arrest en het daarbij behorende arrest is aan de orde in hoeverre twee vrouwen een kind kunnen adopteren. Volgens de verzoekers is het afwijzen van dit verzoek in strijd met art. 8, 12 en 14 EVRM. De Hoge Raad wijst het cassatieberoep af omdat deze problematiek rechtspolitieke keuzes omvat die de rechtsvormende taak van de Hoge Raad te buiten gaan. De Hoge Raad houdt streng vast aan het echtpaarvereiste dat nodig is voor adoptie. In de noot wordt de uitspraak geanalyseerd en wordt er ingegaan op het komende recht waar eenouderadoptie mogelijk is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1997
AA19970870

Administratieve boete als straf

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 19 juni 1985, nr. 22.076, ECLI:NL:HR:1985:AC8934, BNB 1986/29 (Belastingboete) Het opleggen van een administratieve boete moet worden aangemerkt als het instellen van een strafvervolging in de zin van artikel 6, lid 1, van het Verdrag van Rome.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1986
AA19860623

Administratiefrechtelijke sanctie van uitzetting na ondergaan vrijheidsstraf door vreemdelingen: dubbele bestraffing?

T. Luigjes

Als na het ondergaan van een vrijheidsstraf de gevangenispoort achter een vreemdeling wordt gesloten is het - ook als hij legaal in Nederland verblijft - zeer wel mogelijk dat het portier van een auto van de parket- of vreemdelingenpolitie voor hem wordt geopend, teneinde zijn uitzetting uit Nederland te effectueren. Het gepleegde strafbare feit is dan voor de overheid aanleiding geweest gevaar voor- of inbreuk op de openbare orde aanwezig te achten en de verblijfstitel in te trekken. Dit artikel gaat over de vraag of deze cumulatie van sancties, mogelijk gemaakt door de vreemdelingenwetgeving, in deze tijd nog te rechtvaardigen is.  

januari 1985
AA19850006