Shop

Verdraaid recht: de ketenregeling van artikel 7:668a BW

D.M.A. Bij de Vaate

Post thumbnail De praktische uitwerking van een wettelijke regeling loopt zelden exact volgens de bedoelingen van de wetgever. In sommige gevallen blijkt de uitwerking zelfs haaks te staan op de initiële intenties. Dit thema staat centraal in de Blauwe Pagina’s van 2024, getiteld ‘Verdraaid recht’. In de eerste bijdrage in deze reeks trapt Vivian Bij de Vaate de verkenning naar ongerijmdheden tussen recht en werkelijkheid af met een voorbeeld uit het arbeidsrecht: de ketenregeling van artikel 7:668a BW. Gelet op het aantal wijzigingen dat het artikel het afgelopen decennium heeft ondergaan, biedt deze regeling een uitgelezen kans om de tegenstrijdigheden tussen de bedoelingen van de wetgever en de praktijk te bezien.

Blauwe pagina's | Verdraaid recht
januari 2024
AA20240004

Verdrogingsbestrijding in Nederland: veel woorden, weinig daden!

P. de Putter

In dit artikel wordt het verdrogingsprobleem vanuit een bestuurlijk-juridische invalshoek benaderd. Er wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste bestuurlijk-juridische beheersinstrumenten om de verdrogingsschade in natuurgebieden ongedaan te maken. Hiervoor wordt aansluiting gezocht bij vier sporen van wet- en regelgeving: water, ruimtelijke ordening, milieu en natuur. Ieder spoor biedt haar eigen kansen om het verdrogingsprobleem aan te pakken, maar tegelijkertijd niet los worden gezien van de andere sporen. Het artikel rondt af met een weergave van een aantal belangrijke succes- en faalfactoren, van belang bij het uitvoeren van anti-verdroginsprojecten. Betoogd wordt dat het verdrogingsprobleem niet zozeer een juridisch als wel een managerial probleem is.

Bijzonder nummer | Water
mei 1999
AA19990353

Vereenvoudigd en flexibel BV-recht

M. Meinema

Op 1 oktober 2012 traden de Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht en de Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht in werking. Daarmee kwam een wetgevingstraject dat van start ging in 2003, ten einde. Sinds de aankondiging van de voornemens om het verplichte minimumkapitaal van €18.000 af te schaffen hebben ondernemers aan de overheid gevraagd of ze nog even moesten wachten met de oprichting van een BV tot de nieuwe wet er was. Men moest nog even geduld hebben. Vanaf 1 oktober 2012 kunnen ondernemers een besloten vennootschap oprichten zonder een minimum kapitaal en hebben zij meer vrijheid om hun BV in te richten. In deze bijdrage wordt de inhoud van de nieuwe wetgeving besproken tegen de achtergrond van het wetgevingstraject.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 2013
AA20130310

Vereffening van de negatieve faillissementsboedel

D.J.W. Jongsma

Post thumbnail Bij een Nederlandse faillissementsprocedure is de kans groot dat de schuldeisers te maken krijgen met een negatieve boedel. Als duidelijk is dat de boedel negatief is of wordt, dan moet de curator om de boedel te kunnen afwikkelen mogelijk ook nog derden (bijvoorbeeld taxateurs, reparateurs) contracteren. Hun vorderingen zijn in de regel echter ook slechts concurrente boedelvorderingen. Uiteraard is dat een weinig aantrekkelijk perspectief voor die derden, waardoor de vereffening van de boedel zal worden bemoeilijkt. Daniël Jongsma zoekt in dit artikel een oplossing voor het probleem en hij kijkt hiervoor onder andere over de grens bij onze oosterburen.

Verdieping | Studentartikel
december 2010
AA20100851

Vereniging voor de Effectenhandel, haar positie en regelgevend beleid

D.H. Cross

In dit artikel wordt ingegaan op de positie van de Vereniging voor de Effectenhandel en haar regelgevend beleid van de afgelopen jaren; daaruit zal blijken, dat de rol van de Vereniging behoorlijk veelomvattend is. Allereerst volgt een kort overzicht van wettelijke regelingen betreffende de effectenhandel in Nederland. Daarna wordt onder anderen ingegaan op regels betreffende misbruik van voorwetenschap en remisier.

Opinie | Column
januari 1989
AA19890025

Verenigingstuchtrecht en de rechter. Soeverein straffen in eigen kring?

K.A.M. van Vught

Post thumbnail Verenigingen kunnen hun tuchtrecht zelf regelen. Maar aan welke eisen moeten tuchtprocedures en -maatregelen ten minste voldoen? De rechter heeft de verenigingsautonomie te respecteren, maar moet ook de belangen van het getuchtigde lid waarborgen.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2019
AA20190959

Verevening pensioenrechten bij scheiding

L.M.A. Verschuur-de Sonnaville

Bespreking van de wet die de verevenening van pensioenrechten mogelijk maakt. Het startsein hiervoor is gegeven door een arrest van de Hoge Raad. De nieuwe wet kleedt de regels geschept door de Hoge Raad verder in voor de rechtspraktijk. In het artikel worden de belangrijkste aspecten van de wet besproken. Ook het overgangsrecht komt aan de orde. Daarnaast is er in het artikel nog een literatuurlijst opgenomen met aanverwante literatuur.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
november 1995
AA19950866

Vergeet de Bijenkorf niet!

S.F. Sagel

Over de vraag of een bagateldelict, een ‘beetje stelen’, een dringende reden voor ontslag vormt, is veel geprocedeerd en werd in de rechtspraak lang verschillend gedacht. Rechtsonzekerheid was het gevolg. In een uitspraak uit 2012 heeft de Hoge Raad een duidelijk en streng signaal gegeven hoe tegen die problematiek moet worden aangekeken. De lagere rechtspraak heeft zich daar een aantal jaren naar gedragen, maar recent lijkt er weer een kentering gaande te zijn en treden er scheurtjes op in de muur van rechtszekerheid die de Hoge Raad optrok. De auteur bepleit dat de feitenrechter terughoudend moet zijn met het aannemen van uitzonderingen op de in 2012 geformuleerde jurisprudentiële regel.

Blauwe pagina's | Spraakmakende Zaken
december 2021
AA20211060

Vergelijkende reclame

J.A.K. van den Berg, C. Mak

Wetsvoorstel 27619, dat momenteel aanhangig is en dient ter implementatie van EG-richtlijn 97/55, belooft echter aan deze onzekerheid een einde te maken door regels te stellen omtrent de toelaatbaarheid van vergelijkende reclame.

Annotaties en wetgeving | Wetsvoorstellen
november 2001
AA20010896

Vergeten of herinneren

W.J. Veraart

Bijdrage in de reeks 'Recht & Cultuur' waarbij er ingegaan wordt op de film 'The Eternal Sunshine of the Spotless Mind' waarbij aan de auteur de volgende vraag opgeroepen werd: 'hoe verhoudt onze rechtsorde zich tot onze capaciteiten om te herinneren en te vergeten?'.

Blauwe pagina's | Recht en Cultuur
november 2009
AA20090706

Vergoeding proceskosten ambtenarenrecht

Th.G. Drupsteen

Centrale Raad van Beroep (CRvB) 17 december 1991, ECLI:NL:CRVB:1991:ZB4288, nr. MAW1990/116, AB 1992, 163 m.nt HH, TAR 1992, 38 m.a. R.M. van Male De CRvB komt in deze uitspraak, na veranderende inzichten en gevoelens in de samenleving, terug op het oordeel dat proceskosten alleen onder bijzondere gevallen voor vergoeding in aanmerking komen als schade bij een vernietigd besluit. De CRvB zegt daar wel bij dat het niet gaat om een gehele proceskostenvergoeding maar dat deze kosten tussen het bestuursorgaan dat in het ongelijk wordt gesteld en de ambtenaar dient te worden verdeeld. De CRvB komt tot dit laatste oordeel omdat de ambtenarenrechter niet lijdelijk is, het niet verplicht is om juridische bijstand in te roepen en zaken zeer verschillend kunnen zijn. De Raad besluit dat een omgekeerde gang van zaken, een ambtenaar die in het ongelijk gesteld wordt, voor een gedeelte in de proceskosten te veroordelen; dit zou een te groot procesrisico voor de ambtenaar meebrengen. In een bijlage bij de uitspraak geeft de CRvB een regeling en berekeningsmethode om de proceskostenverdeling te bepalen bij een onrechtmatig besluit. In de noot wordt dieper op de proceskostenveroordeling ingegaan en gekeken naar de gelijkschakeling met de regeling in civiele procedures.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1992
AA19920614

Vergoeding van immateriële schade wegens aantasting in de persoon

A.J. Verheij

Ander nadeel dan vermogensschade, immateriële schade, komt alleen voor vergoeding in aanmerking indien dit uit de wet voortvloeit (art. 6:95 BW). Art. 6:106 BW geeft een aantal gevallen waarin immateriële schade voor vergoeding in aanmerking komt. In het proefschrift wordt ingegaan op het geval van 6:106 lid 1 sub b BW waarin onder andere de persoonsaantasting is geregeld.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
juni 2003
AA20030481