Verdieping

Vijftien jaar openstelling huwelijk

Naar een huwelijksrecht ongeacht gerichtheid en geslacht

C. Waaldijk

Post thumbnail

Non-discriminatie is historisch gezien een kern van het internationale recht om te huwen. In 2001 was Nederland het eerste land dat het huwelijk openstelde voor paren van gelijk geslacht, maar het afstammingsrecht maakt nog steeds onderscheid tussen gelijk en verschillend geslacht. Dat kan anders. Het hele huwelijksrecht kan zelfs geslachtsneutraal.

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2016
AA20160237

Virtuele identiteiten en juridische problemen. Kan de wet uitkomst bieden?

S. Fennell-Van Esch, S. van der Hof, R. Marbus

In dit artikel wordt ingegaan op de verschillen tussen identiteit en virtuele identiteit. Het belangrijkste gedeelte van het artikel gaat over de bescherming van de virtuele identiteit en de problemen die met virtuele identiteiten opkomen.

Bijzonder nummer | Internet & recht | Verdieping | Studentartikel
juli 2008
AA20080565

Virtuele werelden: toepassing externe regulering na afweging in het licht van de magische cirkel

A.R. Lodder

Na een korte inleiding in virtuele werelden en de daarbij spelende regulering, zal aan de hand van drie casus meer uitgebreid worden ingegaan op de rol die regulering in virtuele werelden speelt. De auteur maakt uitgebreid gebruik van eerdere onderzoeken op het gebied van regulering van virtuele werelden.

Bijzonder nummer | Internet & recht | Verdieping | Studentartikel
juli 2008
AA20080513

Visum-, immigratie- en asielbeleid op Europees of nationaal niveau?

N.A. Dersjant

Bijzonder nummer | Vreemdelingenrecht | Verdieping | Studentartikel
mei 2000
AA20000367

Vive la France

C.A.J.M. Kortmann

In de rubriek `recht in zicht´ wordt door een oud-redacteur teruggekeken op zijn of haar artikel dat deze redacteur destijds schreef en wat de uitwerkingen van het artikel waren. C.A.J.M. Kortmann gaat in op de invloed van het Franse bestuursrecht op zijn Nederlandse zuster.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2001
AA20010732

Voetbaltransfers onder vuur van de Europese Commissie en de FIFA?

M. Boetekees, T. van Straveren

In 1967 bedroeg het transferbedrag voor de overgang van Theo Laseroms van Sparta naar Pittsbourg Phantoms ƒ 210.000,–,in 1988 bedroeg het transferbedrag voor de overgang van Ruud Gullit van PSV naar A.C.Milan ƒ 17.000.000,–en in 2000 zou Ruud van Nistelrooy voor ƒ 60.000.000,–à ƒ 70.000.000,–van PSV naar Manchester United zijn overgegaan ware hij niet geblesseerd geraakt.De Europese Commissie onder leiding van Commissaris Monti wil aan deze enorm inflatoire handel een einde maken, maar vindt daarbij de FIFA en UEFA op haar weg. In dit artikel zal ingegaan worden op de discussie tussen de FIFA en UEFA enerzijds en de Europese Commissie anderzijds en de gevolgen daarvan voor het Nederlandse transfersysteem.

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2001
AA20010224

Voorbij de trias politica

Over de constitutionele betekenis van ‘public interest litigation’

R.A.J. van Gestel, M.A. Loth

Post thumbnail Zoals de Urgenda-zaak laat zien, roept ‘public interest litigation’ al snel de vraag op of de rechter niet op de stoel van de wetgever gaat zitten, waardoor democratische waarborgen doorkruist zouden worden. Wij menen dat die stelling soms ook omgedraaid kan worden en dat algemeenbelangacties die beslecht worden door de rechter juist als een uitdrukking van democratische legitimatie gezien kunnen worden, zolang de rechter de beleidsvrijheid van de Staat voldoende respecteert en zijn normstellende optreden objectiveert en rechtvaardigt.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2019
AA20190647

Voordeelstoerekening anno 2017

T. Hartlief

Post thumbnail

Voordeelstoerekening ex artikel 6:100 BW: een lastig leerstuk omdat de afbakening ten opzichte van schadebegroting niet eenvoudig is én vanwege rechtspraak van de Hoge Raad die vooral in het teken van restrictieve toepassing stond. In het in 2016 in de context van het mededingingsrecht gewezen arrest TenneT/ABB lijkt de Hoge Raad echter een andere weg ingeslagen. Maar welke precies? Tot welke verschuivingen aan het front van schadebegroting en voordeelstoerekening geeft het aanleiding?

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2017
AA20170473

Voorkomen en aantasten van zekerheidsverschaffing op basis van artikel 20 Algemene Bankvoorwaarden

J.L.M. Groenewegen

Bancaire kredietverlening gaat in de praktijk gepaard met zekerheidsverschaffing, waarbij de Algemene Bankvoorwaarden (verder: ABV) een belangrijke rol spelen. In dit verband rijst de vraag naar de consequenties hiervan voor de overige crediteuren van de desbetreffende kredietnemer. In dit artikel zullen enkele aspecten van zekerheidsverschaffing aan banken worden besproken, mede tegen de achtergrond van twee belangrijke arresten van de Hoge Raad over deze materie. De nadruk zal in het bijzonder liggen op de aantasting van verschafte zekerheden door middel van de Actio Pauliana ex artikel 42 en 47 Fw. De gebruikelijke restrictieve interpretatie van laatstgenoemd artikel wijst de auteur van de hand, waartegenover hij een alternatief stelt dat voortbouwt op de door de Hoge Raad uitgezette lijnen. In dit artikel zal allereerst worden ingegaan op de vraag onder welke omstandigheden de zekerheidsverlangens van een bank (nog) gerechtvaardigd zijn en in hoeverre de debiteur/ kredietnemer door middel van een kort geding zekerheidsverschaffing kan voorkomen, zonder onmiddellijke stopzetting van de kredietverlening te riskeren. Vervolgens komen de aantasting van reeds verstrekte zekerheden en de verweermogelijkheden van de bank hiertegen aan de orde. In tegenstelling tot de gewone crediteur buiten faillissement beschikt de faillissementscurator nog over een extra aantastingsmogelijkheid in artikel 47 Fw. Omdat zal blijken dat de 'normale' Actio Pauliana slechts in enkele uitzonderingsgevallen tot zekerheidsaantasting kan leiden, komt aan artikel 47 Fw een bijzondere betekenis toe, welke een uitgebreide bespreking rechtvaardigt.

Verdieping | Studentartikel
februari 1989
AA19890095

Voorlopige bewijsverrichtingen: wat kun en moet je ermee, nu en in de (nabije?) toekomst?

C.J.M. Klaassen

Post thumbnail Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voorziet in zogenoemde ‘voorlopige bewijsmaatregelen’. Wat is eigenlijk het nut en wat zijn de mogelijkheden hiervan? Deze bijdrage besteedt aandacht aan deze kwestie in de context van enerzijds recente rechtspraak en anderzijds ontwikkelingen rond de modernisering van het bewijsrecht.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2019
AA20190097

Voorrangsregels inzake agentuurovereenkomsten

P. van Ginneken

Agentuurovereenkomsten betreffen in een zeer groot aantal gevallen contracten tussen een handelsagent van Nederlandse of vreemde en een principaal van vreemde nationaliteit. Deze contracten worden bovendien dikwijls in het buitenland gesloten. De kans dat partijen buitenlands recht op hun overeenkomst van toepassing verklaren, is daarom aanzienlijk. Aan de werking van een door de principaal gedirigeerde rechtskeuze worden evenwel weinig beperkingen gesteld. Het is maar de vraag of voor de agent enige bescherming te verkrijgen is via het leerstuk van de voorrangsregels.

Verdieping | Studentartikel
juni 1995
AA19950460

Vreemdelingenbeleid en kinderrechten

E. Kruijen, S. Meuwese

Terwijl we discussiëren of Nederlandse biologische grootouders evenveel recht hebben op omgangmet de (klein)kinderen als de sociale ouders, vragen we wel van juridische ouders met een niet-Nederlandse nationaliteit de ‘feitelijke gezinsband’ te bewijzen. Daar waar we Nederlandse jongerenop drift, weggelopen en dakloos, onmiddellijk in de crisisopvang plaatsen, stoppen we minderjarigevluchtelingen die in Nederland terechtkomen in de terugkeervariant. En hoewel we eenaantal jaren geleden de onwettigheid van kinderen hebben afgeschaft, noemen we kinderen zondergeldige verblijfsstatus ‘illegale’ kinderen. Het lijkt wel of de balans tussen familierecht envreemdelingenrecht zoek is: we meten duidelijk met twee maten, een voor Nederlanders en eenvoor vreemdelingen.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2002
AA20020610