Verdieping

Resultaat 85–96 van de 1059 resultaten wordt getoond

Ars Aequi-prijs 1995

De Ars Aequi-prijs is een jaarlijks uit te reiken prijs voor het beste artikel dat in de betreffende jaargang verschenen is. Aan de prijs is een bedrag van ƒ 2.000,- verbonden. De auteurs van alle artikelen die geplaatst zijn in de rubriek student-artikelen hebben meegedongen naar de Ars Aequi-prijs. Redacteuren en oud-redacteuren waren van mededinging uitgesloten. In november 1995 heeft de redactie van Ars Aequi de jury samengesteld, waarna de jury aan haar taak kon beginnen. De jury heeft in haar rapport als volgt geconcludeerd:

Overig | Juryrapport | Verdieping | Studentartikel
maart 1996
AA19960156

Ars Aequi-prijs 1996

In dit artikel wordt het winnende artikel van de Ars Aequi-prijs van 1996 besproken. Het titel handelde over 'Conlfictenrecht en buitenlands recht in kort geding´.

Overig | Juryrapport | Verdieping | Studentartikel
maart 1997
AA19970140

Ars Aequi-prijs 2006

G.R. de Groot

Jaarlijks wordt de Ars Aequi-prijs uitgereikt aan de auteur van het beste studentartikel dat in een jaar in Ars Aequi is verschenen. Op 27 juni 2006 kwam de jury bij elkaar. Er moest een keuze worden gemaakt uit een viertal artikelen. In het artikel is te lezen wat de overwegingen daarbij waren en wie de prijs heeft gekregen.

Overig | Juryrapport | Verdieping | Studentartikel
oktober 2007
AA20070737

Article 25 CISG: The Problem of Finding a Uniform Meaning in a Uniform Wording

H. Halbhuber

Dit engelstalige artikel behandelt art. 25 van het Weens Koopverdrag (CISG) in navolging op het vak European Contract Law dat destijds aan de Universiteit Utrecht werd aangeboden. Het behandelde artikel betreft contractbreuk en wordt in het eerste artikel uit de reeks behandeld.

Verdieping | Studentartikel
juni 1994
AA19940404

Artikel 140 Sr. en de verboden organisatie

Nawoord op bovenstaande reactie

B. Oosting

Reactie van Bert Oosting op kritiek die Inge Zuurendonk leverde op zijn artikel. Zuurendonk uitte haar zorgen over het oneigenlijke gebruik van artikel 140 lid 1 Sr. X vindt echter niet dat art. 140 uit de strafwet moet verdwijnen. Hij zet verschillende voordelen van art. 140 uiteen. Zo is dit artikel van groot nut in de bestrijding van fraude en de georganiseerde misdaad.

Verdieping | Studentartikel
januari 1989
AA19890015

Artikel 3:86 BW en de legitimatieleer

E.F. Verheul

Post thumbnail

Algemeen wordt aangenomen dat in artikel 3:86 BW de zogenoemde legitimatieleer van Scholten is gecodificeerd: de door de vervreemder uitgeoefende feitelijke macht over de zaak schept een vermoeden dat hij eigenaar is en de verkrijger te goeder trouw die daar op afgaat, wordt beschermd als de vervreemder niet beschikkingsbevoegd blijkt te zijn. In dit artikel wordt daarentegen betoogd dat de wet niet zozeer rechtsgevolgen verbindt aan feitelijke macht aan de zijde van de vervreemder, maar aan de door de verkrijger verworven feitelijke macht.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2016
AA20160590

Artikel 30 EG na het arrest Keck en Mithouard

G.J. van de Kamp

Op 24 november 1993 deed het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna 'het Hof) een prejudiciële uitspraak in de strafzaken tegen de heren B. Keek en D. Mithouard. Ondanks het feit dat het Hof met het Keck-arrest duidelijkheid heeft willen verschaffen over de reikwijdte van artikel 30 EG-Verdrag, roept het arrest ook vele nieuwe vragen op. Getracht wordt enige duidelijkheid in deze materie te brengen. Hiertoe zal met name de invloed van het Keck-arrest op reclameregelingen worden belicht.

Verdieping | Studentartikel
september 1995
AA19950660

Artikel 6:230u BW: het draagkrachtbeginsel in het contractenrecht

A.G. Castermans

Post thumbnail Artikel 6:230u BW is op 13 juni 2014 in werking getreden. Zij vraagt om twee redenen de aandacht. Ten eerste geeft zij uiting aan het draagkrachtbeginsel in het contractenrecht. De vraag is hoe bijzonder dat is. Ten tweede verbiedt zij de handelaar een aanbod te doen aan een consument die dreigt boven zijn stand te gaan leven; de vraag is op straffe waarvan. Beide vragen houdt Alex Geert Castermans tegen het licht. Hij sluit af met enige uitlegkwesties.

Blauwe pagina's | Bijzondere bepalingen | Verdieping
september 2016
AA20160576

Artikel 8 EVRM en het gezinsherenigingsbeleid voor vluchtelingen en andere statushouders

B. Kuik

Bijzonder nummer | Vreemdelingenrecht | Verdieping | Studentartikel
mei 2000
AA20000336

Asiel in zicht? De Nederlandse asielprocedure: van aanvraag tot vergunning

H.B. Winter

In dit artikel wordt het verloop van de asielprocedure beschreven, zoals deze sinds april 2001 in ons land wordt toegepast. Daarbij komen de besluitvormingsprocedure, de beroepsmogelijkheden ende gevolgen van een negatieve beslissing aan de orde. Het artikel belicht de achtergronden en doelstellingen van de Vreemdelingenwet 2000, die (onder meer) deze asielprocedure regelt. Evaluatie van die wet is voor volgend jaar voorzien. Enkele relevante thema’s voor die evaluatie worden alvast aangesneden.

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2003
AA20030274

Asiel? U komt (nog steeds) erg ongelegen …

C.A.F.M. Grütters

Post thumbnail Vriend en vijand is het erover eens dat de opvang van asielzoekers in Ter Apel bedroevend slecht is georganiseerd. Zelfs Artsen zonder Grenzen vond het noodzakelijk om handelend op te treden. Hoe komt dat? Is dat toeval of spelen andere factoren een rol, en zo ja welke? En hoe was de opvang van vluchtelingen vroeger georganiseerd? Zijn vluchtelingen welkom?

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2023
AA20230105

Audiovisuele mediadiensten en het internet

N.A.N.M. van Eijk

Lang was het adagium dat op het internet alles anders is. Bestaande regels waren niet van toepassing, onderliggende rechtsbeginselen dienden te worden herzien. Eigenlijk waren er helemaal geen regels nodig want het internet, dat regelde zichzelf. Inmiddels blijkt de praktijk hardnekkiger. Rechtsbeginselen uit de ‘oude’ wereld staan veelal nog als een huis (vrijheid van meningsuiting, privacy, rechtmatigheid/ onrechtmatigheid) maar moeten wat de toepasbaarheid betreft wel vertaald worden naar de nieuwe technologische omgeving. In deze bijdrage wordt aan de hand van de recente Europese richtlijn voor audiovisuele mediadiensten geïllustreerd hoe een dergelijke vertaalslag plaats heeft gevonden en wat daarbij mis kan gaan. Oude regels worden soms wat al te gemakkelijk doorgetrokken naar het internet.

Bijzonder nummer | Internet & recht | Verdieping | Studentartikel
juli 2008
AA20080549

Resultaat 85–96 van de 1059 resultaten wordt getoond