Verdieping

Anti-rookbeleid; sturen en volgen

E. Nienhuis, H.A.M. Weyers

Verglijking tussen Nederland en Noorwegen maakt duidelijk dat anti-rookbeleid verschillend van aard kan zijn. Een verschil dat aangeduid kan worden als 'sturend'dan wel 'volgend'. Verrassend is dat het er op lijkt dat de effectiviteit van het anti-rookbeleid niet bepaald wordt door de keuze oor een 'volgend'dan wel een 'sturend' beleid.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2005
AA20050837

Anything under the sun?

Over de wenselijkheid van octrooien op methoden voor de bedrijfsvoering

F. van Looijengoed

Met de opkomst van het internet wordt het octrooirecht ook belangrijk voor minder echt technische uitvindingen. Veel start-ups zijn afhankelijk van hun begin op internet en dit behoeft bescherming.

Overig | Ars Aequi-prijswinnaar | Verdieping | Studentartikel
september 2001
AA20010604

Arbeidsconstructies in de luchtvaartsector na het Ryanair-arrest

I.A. Haanappel-van der Burg

Post thumbnail

Het Hof van Justitie EU heeft een interessant arrest gewezen over de vraag welke rechter bevoegd is bij boordpersoneel van luchtvaartmaatschappijen. Voor het bepalen van de gewone werkplek van boordpersoneel is mede relevant de plaats waar de luchtvaartuigen, aan boord waarvan de arbeid gewoonlijk wordt verricht, gestationeerd zijn, alsmede de thuisbasis van het boordpersoneel. Door deze uitleg kan vermeden worden dat een begrip als de gewone werkplek ‘wordt geïnstrumentaliseerd of gaat bijdragen tot het ontstaan van ontwijkingsstrategieën’.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2018
AA20180222

Arbeidsrechtelijke aspecten van AIDS

In de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland

W. van den Elsen

Met het stijgende aantal seropositieven en mensen met AIDS groeit ook de AlDS-problematiek op de arbeidsplaats. In dit artikel wordt de (rechts-) ontwikkeling op dit terrein besproken, zowel voor ons land, als die voor enkele vergelijkbare landen. Dit aan de hand van twee hoofdthema's: Hiv-screening en werving en selectie en AiDS-specifiek ontslag.

Verdieping | Studentartikel
maart 1991
AA19910204

Ars Aequi-prijs 1995

De Ars Aequi-prijs is een jaarlijks uit te reiken prijs voor het beste artikel dat in de betreffende jaargang verschenen is. Aan de prijs is een bedrag van ƒ 2.000,- verbonden. De auteurs van alle artikelen die geplaatst zijn in de rubriek student-artikelen hebben meegedongen naar de Ars Aequi-prijs. Redacteuren en oud-redacteuren waren van mededinging uitgesloten. In november 1995 heeft de redactie van Ars Aequi de jury samengesteld, waarna de jury aan haar taak kon beginnen. De jury heeft in haar rapport als volgt geconcludeerd:

Overig | Juryrapport | Verdieping | Studentartikel
maart 1996
AA19960156

Ars Aequi-prijs 1996

In dit artikel wordt het winnende artikel van de Ars Aequi-prijs van 1996 besproken. Het titel handelde over 'Conlfictenrecht en buitenlands recht in kort geding´.

Overig | Juryrapport | Verdieping | Studentartikel
maart 1997
AA19970140

Ars Aequi-prijs 1997

De Ars Aequi-prijs is een jaarlijks uit te reiken prijs voor het beste artikel dat in de desbetreffende jaargang is verschenen. Aan de prijs is een bedrag van f 2.000,– verbonden. De auteurs van de artikelen die geplaatst zijn in de rubriek student-artikelen (met uitzondering van redacteuren en oudredacteuren), hebben meegedongen naar de Ars Aequi-prijs. In november 1997 heeft de redactie van Ars Aequi een jury samengesteld. De jury heeft in haar rapport als volgt geconcludeerd:

Overig | Juryrapport | Verdieping | Studentartikel
april 1998
AA19980261

Ars Aequi-prijs 1998

De Ars Aequi-prijs is een jaarlijks uit te reiken prijs voor het beste artikel dat in de desbetreffende jaargang is verschenen. Aan de prijs is een bedrag van ƒ 2000,– verbonden. De auteurs van de artikelen die geplaatst zijn in de rubriek student-artikelen (met uitzondering van redacteuren en oud-redacteuren), hebben meegedongen naar de Ars Aequi-prijs. In november 1998 heeft de redactie van Ars Aequi een jury samengesteld. De jury heeft in haar rapport als volgt geconcludeerd:

Overig | Juryrapport | Verdieping | Studentartikel
juni 1999
AA19990466

Ars Aequi-prijs 2006

G.R. de Groot

Jaarlijks wordt de Ars Aequi-prijs uitgereikt aan de auteur van het beste studentartikel dat in een jaar in Ars Aequi is verschenen. Op 27 juni 2006 kwam de jury bij elkaar. Er moest een keuze worden gemaakt uit een viertal artikelen. In het artikel is te lezen wat de overwegingen daarbij waren en wie de prijs heeft gekregen.

Overig | Juryrapport | Verdieping | Studentartikel
oktober 2007
AA20070737

Article 25 CISG: The Problem of Finding a Uniform Meaning in a Uniform Wording

H. Halbhuber

Dit engelstalige artikel behandelt art. 25 van het Weens Koopverdrag (CISG) in navolging op het vak European Contract Law dat destijds aan de Universiteit Utrecht werd aangeboden. Het behandelde artikel betreft contractbreuk en wordt in het eerste artikel uit de reeks behandeld.

Verdieping | Studentartikel
juni 1994
AA19940404

Artikel 140 Sr. en de verboden organisatie

Nawoord op bovenstaande reactie

B. Oosting

Reactie van Bert Oosting op kritiek die Inge Zuurendonk leverde op zijn artikel. Zuurendonk uitte haar zorgen over het oneigenlijke gebruik van artikel 140 lid 1 Sr. X vindt echter niet dat art. 140 uit de strafwet moet verdwijnen. Hij zet verschillende voordelen van art. 140 uiteen. Zo is dit artikel van groot nut in de bestrijding van fraude en de georganiseerde misdaad.

Verdieping | Studentartikel
januari 1989
AA19890015

Artikel 3:86 BW en de legitimatieleer

E.F. Verheul

Post thumbnail

Algemeen wordt aangenomen dat in artikel 3:86 BW de zogenoemde legitimatieleer van Scholten is gecodificeerd: de door de vervreemder uitgeoefende feitelijke macht over de zaak schept een vermoeden dat hij eigenaar is en de verkrijger te goeder trouw die daar op afgaat, wordt beschermd als de vervreemder niet beschikkingsbevoegd blijkt te zijn. In dit artikel wordt daarentegen betoogd dat de wet niet zozeer rechtsgevolgen verbindt aan feitelijke macht aan de zijde van de vervreemder, maar aan de door de verkrijger verworven feitelijke macht.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2016
AA20160590