Verdieping

Index on Censorship en het verhaal van de nachtegaal

C. Jansen

In 1986 werd in The Times voor het eerst een beroep gedaan op de wereldopinie om zich uit te spreken tegen de schandelijke processen tegen schrijvers in de Sovjet-Unie. Naar aanleiding hiervan werd in 1972 in Londen het tijdschrift Index en Censorship opgericht. Het tijdschrift bericht over de schending van de vrijheid van meningsuiting overal ter wereld. Deze waakhond bleek, ook in 1990, meer dan noodzakelijk te zijn.

Verdieping | Verdiepend artikel
april 1990
AA19900219

Individuele Aansprakelijkheid voor Misdrijven begaan tijdens een Niet-Internationaal Gewapend Conflict: Het Statuut van Den Haag

F. Comiche Andujar

Het Statuut van het Tribunaal van Den Haag bepaalt dat het Tribunaal individuen kan vervolgen voor het begaan van oorlogsmisdrijven in het voormalige Joegoslavië. Het interne karakter van het conflict roept echter vragen op ten aanzien van het toepasselijke internationale recht. Het gevolg zou kunnen zijn dat sommige oorlogsmisdadigers niet vervolgd kunnen worden. In dit artikel wordt bekeken of het Statuut dit probleem voldoende ondervangt.

Overig | Ars Aequi-prijswinnaar | Verdieping | Studentartikel
maart 1995
AA19950170

Individuele zaken, algemene praktijk van schendingen en de Straatsburgse geldingsdrang

In dit artikel wil de auteur belichten dat er bij een systematische schending van het EVRM een onduidelijkheid is met betrekking tot de taken van het Hof voor de Rechten van de Mens. De vraag is of het Hof elke schending apart moet behandelen of dat er een collectieve behandeling kan zijn, volgens auteur wordt hier tamelijk willekeurig gebruik van gemaakt.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2000
AA20000097

Infiltratie of informatie?

M. Bosch

Volkert van der G. doet er sinds 6 mei het zwijgen toe. Dat is zijn goed recht. Hebben justitie en politie dan helemaal niets om er achter te komen wat hem heeft bewogen? Sinds 1 februari 2000 kent het Wetboek van strafvordering een aantal undercovermethoden. In deze bijdrage komen twee van deze methoden aan bod: het inzetten van een infiltrant en het inzetten van een informant. Deze kan ongemerkt de verdachte benaderen en hem uithoren. Welke van deze twee methoden komt bij uitstek in aanmerking en past het justitie en politie eigenlijk wel op dergelijke misleidende manieren aan hun informatie te komen?

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2002
AA20020604

Informatie als rechtvaardigende factor voor rechtsvorming: de amicus curiae

M. Köhne

De Hoge Raad als rechtsvormende instantie, dit artikel bespreekt de informatie voorziening die de Hoge Raad hiervoor gebruikt en behandelt ook de gang van zaken in andere landen. Onder andere komt de zogenaamde 'Amicus Curiae'oftwel de vriend van het gerecht aan bod.

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
april 2006
AA20060252

Inkomensbescherming en bestaanszekerheid. Het verschil tussen privaat- en publiekrecht

E.L. Hoogendoorn

Overig | Ars Aequi-prijswinnaar | Verdieping | Studentartikel
september 2000
AA20000612

Inleiding Rode Draad ‘Over de Grens’

Ars Aequi Libri

Inleiding over de nieuwe rubriek Rode Draad waarbij gekeken wordt naar andere rechtsstelsels en er ingegaan wordt op een specifiek onderdeel hiervan.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2006
AA20060572

Innovatie in het strafrecht: effectieve aanpak van cybercriminaliteit vergt brede bestrijding en verdient betere regulering

J. Bonnes, O. Divendal

Dit artikel bespreekt voorwaarden voor de inzet van strafvorderlijke bevoegdheden voor brede bestrijding van cybercriminaliteit, en hoe politie, Openbaar Ministerie en rechterlijke macht zich daartoe verhouden. Brede bestrijding is meer dan opsporen en vervolgen. Het omvat ook tegenhouden van daders, beperken van schade en beschermen van slachtoffers. Het verkrijgen van de hiertoe benodigde gegevens is onduidelijk geregeld. Die onduidelijkheid wordt vergroot doordat de rol van de rechter-commissaris in ontwikkeling is. Praktijkvoorbeelden illustreren de problematiek. Er wordt een concrete wetswijziging voorgesteld.

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2024
AA20240320

Instructiebevoegdheid in concernverhoudingen

H.J.C. van Geel

Een van de centrale thema's binnen het concernrecht vormt de instructiebevoegdheid van de moedervennootschap ten opzichte van de dochtervennootschap. Is zo'n instructie geoorloofd en zo ja, wat zijn de voorwaarden en waar liggen de grenzen? In dit artikel wordt geprobeerd een antwoord op deze vragen te geven. Vervolgens wordt ingegaan op een tweetal terreinen waarop de instructiebevoegdheid een rol speelt, te weten de concernfinanciering en de misbruikwetgeving. Aansluitend wordt de behoefte aan een wettelijk vastgelegd instructierecht besproken.

Verdieping | Studentartikel
mei 1990
AA19900267

Intellectuele eigendomsrechten in de GATT

R. Brohm, V. van der Chijs

Op de ministersconferentie van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel: General Agreement on Tariffs and Trade (GATT), eind 1986 in Punta del Este (Uruguay), is door de deelnemende landen overeengekomen een nieuwe multilaterale onderhandelingsronde te beginnen om de internationale handel te liberaliseren. Op deze conferentie, de Uruguay-ronde genoemd, wordt bijzondere aandacht geschonken aan intellectuele eigendomsrechten. In een speciale onderhandelingsgroep wordt besproken hoe de internationale bescherming van intellectuele eigendom kan worden verbeterd. In dit artikel wordt onderzocht of het te verdedigen is dat de GATT, zijnde een overeenkomst over internationale handel, zich expliciet inlaat met bescherming van intellectuele eigendomsrechten. Voorts wordt de GATT vergeleken met de World Intellectual Property Organisation (WIPO). Vanouds is het internationale systeem voor intellectuele eigendomsrechten immers het vrijwel exclusieve jachtterrein van de WIPO geweest. Wellicht is de GATT beter geoutilleerd om hervormingen op dit gebied te bewerkstelligen. Ook wordt de huidige stand van zaken in de onderhandelingen besproken. Maar allereerst zal voor een goed begrip aandacht worden besteed aan de achtergronden van de Algemene Overeenkomst zelf.

Verdieping | Studentartikel
juni 1989
AA19890535

Internal conflicts on NATO territory: may NATO deal with them?

P.D. Duyx

Post thumbnail May NATO interfere in internal armed conflicts of its own members or partners? This is the question that is examined in this essay. Although an interference by NATO against member states is (conceivably) contrary to NATO's funding principles, such a role for NATO might be possible when essential human rights are at stake. Interference by NATO on NATO territory could, if well balanced and approved of by all NATO members, in fact be in the interest of the NATO citizen. Moreover, this may strengthen a general rule of humanitarian intervention and this may (to some extent) deter parties or members from participating in internal armed conflicts on NATO territory. Furthermore, allowing NATO to internally interfere would facilitate the expansion of the number of members and partners. Then, although NATO would change and expand, it would still be able to firmly retain to the basis of a democratic rule of law.

Verdieping | Studentartikel
februari 2008
AA20080108

Internationale kinderontvoering: einde eigenrichting in zicht?

L.M.B. Veraart

Het verschijnsel internationale kinderontvoering, met alle ingrijpende gevolgen die dit meebrengt, is de afgelopen decennia een probleem van steeds grotere omvang geworden. Factoren als de toegenomen internationale mobiliteit en de in veel landen soepeler geworden echtscheidingswetgeving hebben hiertoe bijgedragen. Wat ons land betreft blijkt uit de cijfers van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, dat er jaarlijks dertig tot veertig kinderen uit Nederland naar het buitenland worden ontvoerd. De juridische middelen om deze vorm van eigenrichting ongedaan te maken schieten veelal tekort. Twee in 1980 tot stand gekomen verdragen, in Europees respectievelijk mondiaal verband, beogen hierin verandering te brengen. Een spoedige bekrachtiging door Nederland — en natuurlijk ook door zoveel mogelijk andere landen — verdient dan ook ten zeerste aanbeveling.

Verdieping | Studentartikel
januari 1988
AA19880003