Resultaat 25–36 van de 217 resultaten wordt getoond

Causale relaties en het recht: living apart together?

Enkele opmerkingen over empirische causaliteit en redelijke toerekening

E.M. Witjens

Post thumbnail Erik Witjens promoveerde op 24 maart 2011 aan de Rijksuniversiteit Groningen op het proefschrift Strafrechtelijke causaliteit. De redelijke toerekening vergeleken met het privaatrecht. In deze bijdrage vertelt hij waarom de condicio sine qua non-leer beter de deur gewezen kan worden.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
november 2011
AA20110840

Client interviewing for lawyers (Avrom Sherr)

R. Dekkers

In dit artikel wordt een boek besproken dat voor juristen van groot belang kan zijn in geval zij in de commerciële praktijk werken waarbij zij veel te maken hebben met gesprekken met cliënten. In het artikel komt de waarde van het boek voor de rechtspraktijk duidelijk naar voren.

Literatuur | Boekbespreking
juli 1988
AA19880479

Collectief ontslagrecht. Enkele voorstellen betreffende een betere regelgeving

J. Heinsius

In dit artikel wordt ingegaan op een proefschrift waarbij onderzoek is gedaan naar de werking van de Wet melding collectief ontslag die er gekomen is na implementatie van een Europese richtlijn.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
april 2005
AA20050298

Computerbesluiten bij de overheid; recht en rekenen

B.M.A. van Eck

Op 9 februari 2018 promoveerde Marlies van Eck aan Tilburg University op haar proefschrift Geautomatiseerde ketenbesluiten & rechtsbescherming. In deze bijdrage vertelt zij over haar onderzoek.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
november 2018
AA20180962

Consequenties van controle

, M.L.M. Hertogh

Het oordeel van de administratieve rechter en de Nationale ombudsman kan niet alleen gevolgen hebben voor de individuele burger, maar ook voor het openbaar bestuur. Bij twee bestuursorganen in het bestuurlijk bestluitvormingsproces in reactie op hun uitspraken en rapporten in kaart gebracht en geannalyseerd. Hieruit blijkt dat de doorwerking van het oordeel van de rechter en de ombudsman in het bestuursoptreden niet wordt bepaald door de rechtskracht van hun uitspraken, maar door hun repressieve en reflexieve controlestijl.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
april 1998
AA19980336

Corona: de crisis die de Grondwet doet wijzigen?

M.M. Julicher

Op 15 april 2020 promoveerde Manon Julicher aan de Universiteit Utrecht op het proefschrift Nederlandse grondrechten: klaar voor de toekomst? In dit artikel vertelt ze over haar onderzoek, waarbij de coronamaatregelen als voorbeeld dienen.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
november 2020
AA20201087

Corporate governance, dual-class-aandelenstructuren en waarom het Duitse model niet werkt

T.A. Keijzer

Titiaan Keijzer onderzoekt indit artikel het nut van mechanismen die aan sommige investeerders meer zeggenschapsrechten of financiële rechten toekennen dan aan andere.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
februari 2021
AA20210205

Cryptische en heldere lessen van rechters en bestuurders

Bruikbaarheid van bestuursrechtelijke jurisprudentie als kenbron van recht

A.R. Neerhof

In hoeverre bieden rechterlijke uitspraken in het bestuursrecht duidelijke regels? Formuleren bestuursrechters hun uitspraken zodanig dat deze bestuursorganen, burgers en hun juridische adviseurs inzicht bieden in de wijze waarop toekomstige soortgelijke geschillen worden beslist? Welke factoren bepalen de mate waarin rechters op het terrein van het bestuursrecht beslissingen nemen die houvast bieden in soortgelijke gevallen? Uit het dissertatie-onderzoek blijkt dat sommige rechters hun functie van beslechter van concrete geschillen laten prevaleren boven hun algemene rechtsvormende taak. De rechter blijkt ook niet altijd even geschikt te zijn als wetgever-plaatsvervanger als de wet zelf onduidelijk is. Door middel van bestuursrechtspraak in twee instanties in het gehele bestuursrecht kan de wetgever de ontwikkeling van duidelijke jurisprudentieregels stimuleren. Als wordt gezorgd voor voldoende coördinatie binnen rechtscolleges en als adequater gebruik wordt gemaakt van informatiesystemen, kan jurisprudentie tot ontwikkeling komen die meer houvast biedt.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
april 1995
AA19950312

De ‘filosofie van het begrijpen’ van H-G Gadamer

C.E. Smith

Post thumbnail Hoe achterhalen wij de betekenis van Hamlet, de Magna Charta of een testament? De methoden van de natuurwetenschappen – observatie, deductie en experiment – volstaan hier niet. Om een tekst te begrijpen dienen we volgens Gadamer de gehele historische context te begrijpen waarin zowel tekst als lezer liggen ingebed. De methode van de geesteswetenschappen vereist daarom niet distantie, maar juist betrokkenheid van de onderzoeker.

Literatuur | Boekbespreking
april 2015
AA20150333

De aansprakelijkheid van de sporttrainer voor letselschade van de sporter

C. Koorn

In 1995 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen dat inmiddels bekend staat als de Emmense turnster. Dit arrest, waarbij een sportvereniging en haar trainster aansprakelijk werden gesteld voor het letsel van een turnster, heeft in de sportwereld voor veel beroering gezorgd. De vraag is of er ten aanzien van de aansprakelijkheid van trainers/coaches algemene regels te geven zijn.

Literatuur | Proefschriftbijdrage | Overig | Rode draad | Sport en recht
oktober 1996
AA19960663

De algemeenheid van goederen in het goederenrecht

V. Tweehuysen

Waarom is de algemeenheid van goederen in het Nederlandse recht geen goed in de zin van artikel 3:1 BW? In dit artikel wordt de achtergrond van de schrapping van deze rechtsfiguur uit het wetsontwerp van ons BW besproken en het huidige BW vergeleken met het Franse recht, waarin de onderneming als bijzonder geval van de algemeenheid van goederen wél een goed is.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
januari 2017
AA20170070

De beheersbevoegdheid van de hypotheekhouder in rechtshistorisch en rechtsvergelijkend perspectief

R. Bobbink

Dit artikel gaat over het recht van pandgebruik: de bevoegdheid tot gebruik, beheer en vruchttrekking van een zekerheidsobject door de zekerheidsgerechtigde. De auteur beschouwt de ontwikkeling en toepassing van deze rechtsfiguur op onroerende zaken, vanaf het Romeinse recht tot het heden. De inzichten uit deze historische rechtsvergelijking bieden inspiratie bij de uitleg van de beheersbevoegdheid van de hypotheekhouder in het geldende Nederlandse recht.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
december 2021
AA20211141

Resultaat 25–36 van de 217 resultaten wordt getoond