Bijzonder nummer

Resultaat 1–12 van de 475 resultaten wordt getoond

‘Advocaten kunnen recht trekken wat krom is’

Interview met mr. J.H. Brouwer en mr. E. Unger

J.G. Boot, C. Rijckenberg

Ter gelegenheid van het bijzonder nummer 2005 Krom~recht. Over misstanden in het recht besteden wij aandacht aan de advocatuur. In dat kader spraken wij met mr. J.H. Brouwer (1957), tot 1 juli 2005 algemeen Deken van de Nederlandse Orde van Advocaten en advocaat bij B&C Advocaten te Apeldoorn, en mr. E. Unger (1958), zijn opvolgster als algemeen Deken en advocaat bij Unger Hielkema Advocaten te Amsterdam.

Bijzonder nummer | Krom~recht, over misstanden in het recht | Verdieping | Interview
juli 2005
AA20050643

‘Begrijpt de rechter wat ik bedoel?’

Over het gebruik van 'logisch correcte' conclusies in het forensisch identificatieonderzoek

A.P.A. Broeders

Bijzonder nummer | Bewijs
juli 2010
AA20100494

‘Besloten’ vennootschappen: quasi-nv of quasi-vof?

Enkele rechtsvergelijkende notities

M.J.G.C. Raaijmakers

De Nederlandse bv is niet meer dan een 'quasi-nv'. Haar wettelijke statuut is te weinig toegesneden op 'besloten' verhoudingen, waarin de aandeelhouders-partners samenwerken krachtens daartoe strekkende regeling. Anders dan bij een beurs-nv, zijn de hoedanigheid van bestuurder en aandeelhouder hier veelal in dezelfde personen verenigd. Bij rechtsvergelijking blijkt dat het wel degelijk mogelijk is om rechtspersoon en contract in een 'besloten' rechtspersoon met elkaar te verenigen. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van de Amerikaanse close corporation en de Duitse GmbH. Deze tussenvorm, die men als 'quasi-vof' kan aanmerken, blijkt in de praktijk tegemoet te komen aan een duidelijke behoefte.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940340

‘De juristen moeten de vragen stellen’

Interview met prof. Hans Nieuwenhuis

H. Nieuwstadt, E.A.G. van Schagen

"Rechtsvinding is vooral een kwestie van subsumptie. Valt feit x onder wettelijke regel y? Alle grote boeken die over rechtsvinding geschreven zijn, gaan eigenlijk over het terrein dat voorbij de wet ligt. Maar dit laat volstrekt onverlet dat men het recht vindt, door in de wet te kijken, en in veel gevallen die wet toe te passen. In een aantal gevallen is subsumptie echter problematisch. Dan zal een wettelijke regeling uitgelegd moeten worden.’

Bijzonder nummer | Multidisciplinaire bestudering van de rechtswetenschap
november 2007
AA20070920

‘Die Zeit in Gedanken erfaßt’

Hegel en Thorbecke over het recht, de staat en de geschiedenis

L. van den Berge

Als geen andere staatsman geldt Johan Rudolf Thorbecke (1798-1872) als een ‘filosoof in de politiek’. Over de wijsgerige achtergronden van zijn politieke optreden is dan ook veel gepubliceerd. De verhouding tussen het denken van Thorbecke met dat van Hegel is daarbij sterk onderbelicht. Dat komt waarschijnlijk onder andere doordat Thorbecke zich in enkele dagboekaantekeningen sterk tegen Hegel en zijn volgelingen verzette. Veel biografisch georiënteerde onderzoekers lieten de verhouding tussen de ideeën van Hegel en die van Thorbecke daarom ongeëxploreerd. Maar of Thorbecke zich nu tegen Hegel afzette of niet: dat hun beider visies op het recht, de staat en de geschiedenis behalve enkele verschillen vooral ook opmerkelijke gelijkenissen vertonen is evident. Een nadere bestudering hiervan vergroot ons inzicht in de wijze waarop Thorbecke een conservatief-liberaal rechtsfilosofisch kader schiep waarbinnen het recht en de staat zonder revolutionair geweld konden worden vernieuwd.

Bijzonder nummer | Duits recht
juli 2014
AA20140525

‘Dry-eyed justice’?

R.S.B. Kool

Post thumbnail Dat het slachtoffer belang heeft bij de strafrechtelijke afdoening wordt breed gedragen. De afgelopen jaren is diens processuele positie fors uitgebouwd. Maar participatie smaakt naar meer, voorgesteld is om het slachtoffer inspraak te geven op de straftoemeting. Daarmee lijken de grenzen van wat aan slachtofferparticipatie mogelijk is binnen een éénfaseproces bereikt. Op naar een tweefasenproces, of toch maar niet?

Bijzonder nummer | Privatisering van het strafrecht | Overig
juli 2013
AA20130598

‘Gelijkheid in waardigheid’

Interview met prof.dr. E.M.H. Hirsch Ballin

J.A. van de Hel, H. van der Zwan

Ter gelegenheid van het bijzonder nummer 2005 Krom~recht. Over misstanden in het recht zijn wij in gesprek met prof.dr. Hirsch Ballin, voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, over krom recht in het bestuursrecht.

Bijzonder nummer | Krom~recht, over misstanden in het recht | Verdieping | Interview
juli 2005
AA20050635

‘Hadden wij dan iets afgesproken? Ik ken u niet?’

Rechtsbeginselen en de derdenwerking van overeenkomsten

C.E. du Perron

Het belangrijkste beginsel van derdenwerking is het 'geen-derdenwerkingsbeginsel': overeenkomsten zijn alleen van kracht tussen de handelende partijen en kunnen aan derden nadeel noch voordeel brengen. Toch wordt derdenwerking van overeenkomsten in sommige gevallen aanvaard. In deze bijdrage behandel ik kort oorsprong en strekking van het geen-derdenwerkingsbeginsel. Naar aanleiding van een aantal gevallen waarin derdenwerking is aanvaard, ga ik vervolgens in op de vraag met behulp van welke rechtsbeginselen eventueel een rechtvaardiging van derdenwerking kan worden gegeven. Ter inleiding wordt enige aandacht besteed aan de aard van rechtsbeginselen in het algemeen.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910848

‘Inter armes silent leges?’

Over de moeizame verhouding van het recht tot oorlog

T.J.M. Mertens, L. Peperkamp

Ìn deze rechtsfilosofische bijdrage aan het bijzonder nummer 2009 'Oorlog en Recht' wordt ingegaan op wat oorlog eigenlijk is en wat de bijdrage van het recht bij oorlogsvoering en vrede kan zijn. Daarbij wordt eerst ingegaan op de verschillen tussen de rechtvaardige en onrechtvaardige oorlog. Hierbij komt eerst het pacifisme (afwijzen van iedere vorm van geweld op morele gronden), realisme (geweld zit nou eenmaal in de mens). Bij beide vormen van het benaderen van oorlog speelt moraal geen rol. De auteurs betogen dat er wel degelijk sprake is van morele maatstaven bij het beoordelen van een oorlog, namelijk of deze gerechtvaardigd of niet gerechtvaardigd is. Daarbij moet voldaan zijn aan de criteria om een oorlog te beginnen (ius ad bellum) en de criteria op welke wijze deze dient te worden gevoerd (ius in bello). Vervolgens wordt er ingegaan op de uitwerking van deze criteria in de Gaza-oorlog in Israël. Daarna komt het debat hierover in Nederland aan de orde waarbij de begrippen zelfverdediging, proportionaliteit en non-combattantenimmuniteit aan de orde komen.

Bijzonder nummer | Oorlog & recht
juli 2009
AA20090458

‘Zonder papieren’, een inventarisatie van het Nederlandse terugkeerbeleid

C.G. Peper

Bijzonder nummer | Vreemdelingenrecht | Verdieping | Studentartikel
mei 2000
AA20000407

(Dis)harmonie op het gebied van de intellectuele eigendom

D.W.F. Verkade

De intellectuele eigendom (auteurs-, merken-, octrooirecht, en nog een stuk of vijf rechten; hierna: i.e.) levert een prototype op van een rechtsgebied dat het bij harmonisatie 'nooit goed kan doen'. In de afgelopen 25 jaar is de intellectuele eigendom (die volgens het Nieuw BW niet eens meer 'eigendom' zou mogen heten) per deelgebied dermate internationaal vastgepind, dat aan een nationaal harmoniserend Boek 9 NBW zoals Meijers zich dat voorstelde, niet meer valt te denken. Op typische (algemeen)vermogensrechtelijke en rechtshandhavingsonderdelen valt er zonder strijd met internationale regels in nationale context nog wel iets te harmoniseren, als de i.e.-lobby daarbij niet te zeer dwars ligt. Daarmee kan een bij de invoering van het NBW in 1992 gemiste kans nog worden gerepareerd.

Bijzonder nummer | Rechtsharmonie - Wetsharmonie
mei 1996
AA19960339

1992 en het juridisch onderwijs

R.W. Jagtenberg

In dit artikel wordt ingegaan op de vraag of het verdergaande Europese integratieproces een verandering in de rechtenstudie vergt. Daarbij wordt er ook ingegaan op het REPINT programma. Een stageprogramma in Nederland als bij een buitenlands advocatenkantoor. Daarna wordt het Erasmusprogramma behandelt waardoor studeren in het buitenland eenvoudiger wordt. Het artikel wordt afgesloten met enkele suggesties ter verbetering van het programma.

Bijzonder nummer | Europa 1992
mei 1989
AA19890507

Resultaat 1–12 van de 475 resultaten wordt getoond