Resultaat 1069–1080 van de 1320 resultaten wordt getoond
M.E. Franke
In deze uitvoerige reactie op een eerdere annotatie over uitspraken van de Nationale Ombudsman ten aanzien van het binnentreden van woning, gaat de auteur in op de grondslag van de schadevergoedingsplicht en de relativiteit van de rechtvaardigingsgrond.
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 1991AA19911027
R.M. Wibier
Hoge Raad 13 juni 2003, nr. C01/227HR, ECLI:NL:HR:2003:AF3413, NJ 2004/196, m.nt. W.M. Kleijn, AA20040775, m.nt. R.D. Vriesendorp (Beatrixziekenhuis/ProCall). Ook wel bekend als het ProCall-arrest. Het goederen- en insolventierecht geeft zelden aanleiding tot een competentiestrijd tussen de wetgever en de rechter. Mede daarom is de zaak Beatrixziekenhuis/ProCall – die speelde in 2003 – zo interessant. De Hoge Raad gebruikt het argument dat aanvaarding van een trust niet aan hem, maar aan de wetgever is.
Annotaties en wetgeving | Annotatieoktober 2020AA20200949
S.D. Lindenbergh
Hoge Raad 1 februari 2008, nr. C06/211HR, ECLI:NL:HR:2008:BB4767, LJN: BB4767, RvdW 2008, 178 (Kooiker/Taxicentrale Nijverdal) In deze zaak komt aan de orde wat de verhouding tussen de artikelen 7:611 BW (goed werkgeverschap) en 7:658 BW (aansprakelijkheid werkgever bij schending zorgplicht veilige werkomgeving). De Hoge Raad oordeelt dat een werkgever aansprakelijk is voor schade die de werknemer leidt in zijn werkzaamheden indien deze schade naar redelijkheid te verzekeren is maar dit is nagelaten door de werkgever. Op de werkgever rust dus geen onbeperkte aansprakelijkheid, maar de werknemer komt wel een recht op behoorlijke verzekering toe. In de noot wordt de verhouding tussen de artikelen 7:611 en 7:658 BW verder uiteengezet en wordt het belang van de uitspraak besproken.
Annotaties en wetgeving | Annotatieoktober 2008AA20080735
I.C. van der Vlies
Rechtbank Amsterdam 2 oktober 1998 (Vereniging Milieudefensie, Stichting Natuur & Milieu, Milieufederatie Noord-Holland, Stichting Platform Leefmilieu Regio Schiphol/Minister van Verkeer en Waterstaat). Ook bekend als Schiphol arrest. Omwonende ondervinden geluidsoverlast van Schiphol. Milieuverenigingen vragen handhaving van het beleid inzake de beperking van het aantal vluchten. De President betrekt het voorgenomen beleid in zijn overwegingen.
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 1999AA19990296
J. Hijma
Hoge Raad 15 april 1994, nr. 15318, ECLI:NL:HR:1994:ZC1338, RvdW 1994, 95 (Schirmeister/De Heus). Ook bekend als Oldtimer-arrest. In dit arrest van de Hoge Raad en de daarbij behorende noot is in geding of verborgen roest aan een oldtimer voor de rekening van de koper dient te blijven of dat de verkoper deze had moeten mededelen en of er sprake is van dwaling. De lagere rechters oordelen beiden van niet. De Hoge Raad casseert echter en zegt dat er sprake is van dwaling. De Hoge Raad formuleert voor de koop van tweedehands auto's een viertal regels waaraan een beroep op wanprestatie aan moet voldoen. In de noot wordt ingegaan op wanprestatie en zijn species bij de koopovereenkomst, non-conformiteit. Ook wordt het leerstuk der dwaling belicht.
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 1994AA19940821
R.J.B. Schutgens
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) 12 juni 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1885, nr. 201801359/1/A2 (Kirpan)
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuni 2020AA20200587
C.A.J.M. Kortmann
Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 15 april 2002, ECLI:NL:RVS:2002:AE1508, nr. 200201942/1 (Teeven) In dit arrest draait het om de vraag wanneer een hoofdstembureau kandidaten van een kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen schrappen.
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 2002AA20020624
J.W. Zwemmer
Hoge Raad 12 mei 1999, nr. 33320, ECLI:NL:HR:1999:AA2756 (Arbeidskostenforfait) De verhoging van het arbeidskostenforfait is voor belastingplichtigen die van dat forfait geen gebruik maken, in strijd met het door artikel 26 IVBPR gegarandeerde discriminatieverbod. Hiervoor bestaat geen objectieve en redelijke rechtvaardiging. De Hoge Raad gaat ervan uit dat de wetgever met de nodige spoed een wetsontwerp dat aan deze discriminatie een einde maakt.
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 1999AA19990668
D.J.G. Visser
Annotaties en wetgeving | Annotatiemei 2018AA20180402
H. Cohen Jehoram
Hoge Raad 22 mei 1987, nr. 12544, zaak A 85/3, ECLI:NL:HR:1985:AG5144, lnformatierecht AMI 1987/4, 78 (vervolg op HR 29 november 1985, lnformatierecht AMI 1986/1, 13, BIE 1986, 55) (Screenoprints/Citroën)
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 1987AA19870717
Th.A. de Roos
Hoge Raad (strafkamer) 21 april 1998, nr. 107006, ECLI:NL:HR:1998:ZD1026 De wetgever heeft geen beperking willen aanbrengen in de wijze waarop het lichaam wordt binnengedrongen in de zin van artikel 242 Sr (verkrachting). Deze opvatting strookt met de ratio van die bepaling: bescherming van de (seksuele) integriteit van het lichaam. Verhouding tussen art. 242 Sr. en art. 246 Sr. Annotator stelt dat een tongzoen even kwetsend kan zijn als gedwongen geslachtsgemeenschap, al is het aannemelijk dat dat in de praktijk slechts (zeer) zelden het geval zal zijn. Wanneer de wetgever tussen twee verwante delicten een verschil in strafbedreiging van maar liefst vier jaren aanbrengt zou de reden daarvoor toch wel boven elke discussie verheven moeten zijn. Dat blijkt allerminst het geval.
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 1998AA19980900
H.C.F.J.A. de Waele
Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU, Grote Kamer) 29 juli 2024, C-119/23, ECLI:EU:C:2024:653 (Valančius)
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 2024AA20241034