Resultaat 1045–1056 van de 1320 resultaten wordt getoond
A.I.M. van Mierlo
Hoge Raad 22 april 2005, nr. C04/031HR, ECLI:NL:HR:2005:AS2688, RvdW 2005, 62, JIN 2005, 238 (Reuser q.q./Postbank) Een derde beslagene is niet bevoegd tot verrekening van een schuld en een vordering nadat er op de vordering beslag is gelegd. Daar bestaan echter op grond van art. 6:130 lid 2 BW uitzonderingen op. De vraag is ook nog aan de orde in hoeverre faillissement op deze situatie invloed heeft.
Annotaties en wetgeving | Annotatiemei 2006AA20060363
J.H. Christiaanse
Toepassingsmogelijkheden van artt. 31 e.v. AWR ten gunste van de fiscus bevestigt en versterkt RICHTIGE HEFFING-ARREST-I ANTILLEN-CONSTRUCTIE HR 22 juli 1982, nr. 20991 (mrs. Van Dijk, Van Vucht, Van der Vorm, Stoffer, Bloembergen)
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 1982AA19820660
P. van Schilfgaarde
Hoge Raad 18 oktober 1985, nr. 12473, ECLI:NL:HR:1985:AC9043, RvdW 1985, 185 (Ricky van Rooij) Aansprakelijkheid van ouders voor ontoerekeningsvatbaar minderjarig kind. Artikel 1403 lid 2 BW.
Annotaties en wetgeving | Annotatiemaart 1986AA19860213
M.J.G.C. Raaijmakers
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 2015AA20150300
H.C.F.J.A. de Waele
Gerecht van de Europese Unie (Derde Kamer) 3 februari 2025, T-1126/23, ECLI:EU:T:2025:138 (Asociația Inițiativa pentru Justiție t. Commissie)
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuni 2025AA20250448
Hoge Raad 25 november 2005, nr. C04/250HR, ECLI:NL:HR:2005:AT9060 (Rohde Nielsen/De Donge) Ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht.
Annotaties en wetgeving | Annotatiefebruari 2006AA20060112
G.R. Rutgers
Hoge Raad 4 april 1997, nr. 16238, ECLI:NL:HR:1997:AG7220, RvdW 1997, 95C (Van Schaik/Verboom-Hekman) In dit arrest en de daarbij behorende noot wordt ingegaan op de problemen en werkwijzen die samenhangen met de rol in civiele zaken. De vraag is of een rolreglement dat bij een bepaald gerecht geldt 'recht' is in de zin van art. 99 RO en daardoor voor toetsing door de Hoge Raad vrijstaat. Ook wordt er ingegaan hoe een eindbeslissing van een rechter moet worden aangemerkt waarin de rechter een 'akte van niet dienen' gegrond acht en daarmee het recht op het nemen van een conclusie vervalt.
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 1997AA19970864
A.G. Castermans, C.W. Demper
Hoge Raad 19 juli 2019, nr. 17/04567, ECLI:NL:HR:2019:1223, NJ 2019/356, m.nt. A.G. Castermans & C.W. Demper (Mothers of Srebrenica)
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 2019AA20190981
R.A. Wessel
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 2017AA20171006
F.A. van Bakelen
Afdeling rechtspraak Raad van State (ARRvS) 10 maart 1983, ECLI:NL:RVS:1983:AP2835, nr. A11135 (1980), Mrs. P.J.G. Kapteyn, J.H. Blaauw, P.J. Verdam en R.R. Winter
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuli 1983AA19830565
T. Hartlief
Hoge Raad 17 februari 2006, nr. C04/322HR, ECLI:NL:HR:2006:AU9717, LJN: AU9717, NJ 2006, 378 (Royal & Sun Alliance/Universal Pictures) Uitleg van overeenkomsten. Beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid.
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 2007AA20070358
J.M. van Dunné
Hoge Raad 31 januari 2003, nr. C01/174HR, ECLI:NL:HR:2003:AF1301, NJ 2003, 346, m.nt. Vranken, RvdW nr. 30 (Drewel c.s./AMEV Schadeverzekering N.V.) In deze noot bij dit arrest wordt ingegaan op het leerstuk van de alternatieve causaliteit in het geval dat de causaliteit moeilijk kan worden vastgesteld maar waarbij causaliteit wel een voorwaarde voor aansprakelijkheid is.
Annotaties en wetgeving | Annotatieoktober 2003AA20030765