Resultaat 37–48 van de 1244 resultaten wordt getoond

Absoluut ondeugdelijke poging gerelativeerd

J.M. ten Voorde

Hoge Raad 6 december 2016, nr. 16/00743, ECLI:NL:HR:2016:2761

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2017
AA20170126

AC-Treuhand AG v. Commissie

Welke ondernemingen vallen onder het bereik van het verbod van artikel 101, lid 1, VWEU?

P.J. Slot

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) (Tweede kamer) 22 oktober 2015, ECLI:EU:C:2015:717, zaak C-194/14 P
Betreffende een vernietiging van het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 6 februari 2014, AC-(Treuhand AG/Commissie).

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2016
AA20160121

Achmea

P.J. Slot

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) (Grote Kamer) 6 maart 2018, C-284/16, ECLI:EU:C:2018:158 (Slowakije/Achmea BV)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2018
AA20180527

Actieve inning van stil verpande vorderingen door de curator

S.E. Bartels

Hoge Raad 22 juni 2007, nr. C06/067HR, ECLI:NL:HR:2007:BA2511, LJN: BA2511, NJ 2007, 520, m.nt. PvS (ING/Verdonk q.q.) In deze noot bij dit arrest wordt ingegaan op de problematiek rondom de inning van stil verpande vorderingen tijdens faillissement. In dit arrest wordt voortgeborduurd op het bekende Mulder q.q./CLBN (Hoge Raad 17 februari 1995, NJ 1996, 471).

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2007
AA20070972

Adam Opel-Autec

Ch.E.F.M. Gielen

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 25 januari 2007, zaak nr. C-48-05, ECLI:EU:C:2007:55 (Adam Opel/Autec) Uitleg van artikel 5 lid 1 onder a Merkenrichtlijn. Tegen gebruik van een merk kan alleen worden opgetreden, wanneer door dergelijk gebruik afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de functies van het merk. Onder gebruik van het merk voor waren in die bepaling moet worden verstaan het gebruik van het merk voor de waren door de derde tegen wie wordt opgetreden. Uitleg van artikel 5 lid 2 en art 6 lid 1 Merkenrichtlijn. Vergelijk: BMW/Deenik-arrest.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2007
AA20070460

Ademanalyse-arrest I

M.S. Groenhuijsen

Hoge Raad 6 maart 1990, nr. 87565, ECLI:NL:HR:1990:ZC8499, NJ 1990, 467 m.n. Sch. Ook bekend als Ademanalyse-arrest I. Dit arrest is van groot belang voor de praktijk van het verkeersrecht. De wettelijke regeling van de ademanalyse is voorshands gesauveerd, zodat de opsporing en vervolging van rijden onder invloed weer overal ter hand kan worden genomen. De betekenis van de onderhavige beslissing reikt evenwel mogelijk nog verder: de door de Hoge Raad gebezigde overwegingen leiden rechtstreeks tot de vraag naar het bestaansrecht van het vigerende gematigd-accusatoire strafgeding. Daarom vormt dit arrest wellicht een mijlpaal in de ontwikkeling van het strafprocesrecht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1990
AA19900961

Administratieve boete als straf

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 19 juni 1985, nr. 22.076, ECLI:NL:HR:1985:AC8934, BNB 1986/29 (Belastingboete) Het opleggen van een administratieve boete moet worden aangemerkt als het instellen van een strafvervolging in de zin van artikel 6, lid 1, van het Verdrag van Rome.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1986
AA19860623

Adoptie door twee personen van hetzelfde geslacht?

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 5 september 1997, nr. 8940, ECLI:NL:HR:1997:ZC2420, RvdW 1997, 159 C In dit arrest en het daarbij behorende arrest is aan de orde in hoeverre twee vrouwen een kind kunnen adopteren. Volgens de verzoekers is het afwijzen van dit verzoek in strijd met art. 8, 12 en 14 EVRM. De Hoge Raad wijst het cassatieberoep af omdat deze problematiek rechtspolitieke keuzes omvat die de rechtsvormende taak van de Hoge Raad te buiten gaan. De Hoge Raad houdt streng vast aan het echtpaarvereiste dat nodig is voor adoptie. In de noot wordt de uitspraak geanalyseerd en wordt er ingegaan op het komende recht waar eenouderadoptie mogelijk is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1997
AA19970870

Advocatuur in De Withuishof; gebruik in strijd met de bestemming; artikel 352 (Model)bouwverorderning (oud) Maastricht

Th.G. Drupsteen

Afdeling rechtspraak Raad van State (ARRvS) 11 februari 1993 (mr. De Vries), ECLI:NL:RVS:1993:AH4074, nrs. S03924484 en S03930088, AB 1993, 247 m.nt. PvB, Gem.stem 1993 (6962) p. 178 met begeleidend artikel J.M.H.F. Teunissen. Uitspraak van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State waarin het nieuwe recht inzake de Woningwet en daarmee samenhangende besluiten en verordeningen naar voren komt. In de noot wordt ingegaan op het nieuwe wettelijke stelsel van de Woningwet en daarmee samenhangende regelgeving.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1993
AA19930872

Afdrachtregeling SP: het einde in zicht?

R.J.B. Schutgens, E.G.A. van der Werf

Rechtbank Midden-Nederland 22 februari 2017, nr. C/16/404668 / HL ZA 15-353, ECLI:NL:RBMNE:2017:843, AB 2017/161, m.nt. G. Boogaard & J. Uzman, NJF 2017/146

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2017
AA20170928

Afluisteren van telefoons

A.H.J. Swart

Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 24 april 1990, ECLI:NL:XX:1990:AD5851 (Kruslin & Huvig) Arrest van het EHRM over het afluisteren van telefoons in een strafrechtelijke procedure in Frankrijk waarbij het de volgende algemene regel formuleert: Het afluisteren of op andere wijze onderscheppen van telefoongesprekken vormt een ernstige inmenging in het privéleven en dient daarom met bijzondere nauwkeurigheid in het nationale recht geregeld te zijn. Het is van essentieel belang dat deze regels duidelijk en gedetailleerd zijn en in hun toepassing voor de burger voorzienbaar, in het bijzonder nu de beschikbare technologie steeds verfijnder wordt. Het Franse strafprocesrecht voldoet niet aan deze eisen. Het biedt onvoldoende waarborgen tegen misbruik. Ontbrekende regelingen met betrekking tot gevallen waarin afgeluisterd mag worden, de duur van het afluisteren, het bewaren van opnamen met het oog op beoordeling door de rechter en de verdediging, het wissen of vernietigen daarvan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1991
AA19910160

Aftrek van ondersteuning van een drugsverslaafde

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 27 november 1985, nr. 23.379, ECLI:NL:HR:1985:AW8148, BNB 1986/38; Hof 's-Gravenhage 7 mei 1987, nr. 5178/85, ECLI:NL:GHSGR:1987:AW7669, BNB 1988/240 In deze fiscale zaak bepaalt de Hoge Raad dat in geval van een drugsverslaafde bij de bepaling van de behoefte aan ondersteuning het eigen inkomen van de ondersteunde buiten aanmerking indien deze door omstandigheden buiten zijn wil zijn eigen inkomen niet kan aanwenden ter voorziening in zijn levensonderhoud.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1990
AA19900024

Resultaat 37–48 van de 1244 resultaten wordt getoond