Resultaat 25–36 van de 124 resultaten wordt getoond
C.A.J.M. Kortmann
Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 4 februari 2003, ECLI:NL:RVS:2003:AF9319, nr. 200300241/1 De kernvraag bij dit arrest is als volgt: Mag bij een op delegatie berustende regeling een bij de wet aan een ambt toegekende discretionaire bevoegdheid zodanig worden beperkt dat deze bevoegdheid verandert in een gebonden bevoegdheid?
Annotaties en wetgeving | Annotatiemei 2003AA20030386
G.N. Cornelisse
Er wordt wel gezegd dat de wijze waarop een maatschappij gedetineerde personen behandelt laat zien in hoeverre die maatschappij zich heeft verbonden aan de universaliteit van mensenrechten. Gesloten instellingen zoals gevangenissen en detentiecentra illustreren namelijk bij uitstek de dilemma’s bij het vinden van een balans tussen veiligheid en het waarborgen van de rechten van de mens. Maar misschien nog wel meer dan de behandeling van gedetineerden maakt de wijze waarop een maatschappij omgaat met immigranten duidelijk in hoeverre de retoriek van universele rechten ook in praktische zin gestalte krijgt. In deze korte bijdrage zal ik ingaan op de bijzondere problemen die spelen bij de implementatie van mensenrechten in de vreemdelingenbewaring.
Opinie | Opiniërend artikelmei 2011AA20110339
L.J.A. Damen
Een minister kan een persoon zijn, maar ook een ambt, daarom is een opvolger ook tot op hoogte gebonden aan het beleid van zijn of haar voorganger. Dit is ook het geval geweest bij Rita Verdonk, zij wilde nieuw vreemdelingenbeleid, maar had wel alle juridische consequenties te aanvaarden vanwege de toezeggingen van haar voorganger.
Opinie | Amusenovember 2006AA20060779
E.A. van Vondelen
In dit artikel wordt de herziene Vreemdelingenwet besproken. Aan bod komen de vereisten voor toegang, toelating, bezwaar en administratief beroep, beroep op de administratieve rechter, hogere voorzieningen, vrijheidsbeperkende en vrijheidsontnemende maatregelen en uitzetting.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingapril 1994AA19940224
E. Lewin
Zijn een zodanige intensivering van het Nederlandse binnenlands toezicht op vreemdelingen of een zodanige harmonisatie van vreemdelingenwetgeving van Duitsland, Frankrijk en de Benelux mogelijk, dat bij de afschaffing van de grenscontroles tussen genoemde landen het Nederlandse vergunningenstelsel gehandhaafd kan worden?
Bijzonder nummer | Europa 1992mei 1989AA19890514
F.T. Groenewegen
In dit artikel wordt ingegaan op de werking van het gelijkheidsbeginsel in het vreemdelingenrecht. Eerst wordt bekeken hoe het gelijkheidsbeginsel in de literatuur en jurisprudentie wordt beoordeeld in het licht van het vreemdelingenrecht. Vervolgens wordt er ingegaan op de beleidsvrijheid. Daarna komt de erkenning van A-status van een vreemdeling en vluchtelingenerkenning aan de orde, in het licht gezien van het gelijkheidsbeginsel. Dit wordt eveneens gedaan bij verblijfsvergunningen. Tenslotte worden problemen besproken rondom de motivering in zaken waarbij het gelijkheidsbeginsel in het geding is.
Verdieping | Verdiepend artikeldecember 1994AA19940803
R.A. van der Pol
In dit artikel wordt ingegaan op de in 1992 geldende beleidsregel dat voor een in Nederland verblijvende in polygamie gehuwde vreemdeling slechts één echtgenote en daaruit geboren kinderen voor gezinshereniging in aanmerking komen. De vraag die bij deze beleidsregel gesteld wordt, is of deze regeling wellicht in strijd is met art. 8 EVRM dat recht geeft op 'family life' zonder al te grote inmenging van de staat. Er wordt ingegaan op het begrip polygame in het Nederlandse vreemdelingenrecht en uitspraken van het EHRM en de Hoge Raad inzake polygamie en het recht op gezinsleven.
Verdieping | Verdiepend artikelseptember 1992AA19920476
A.T. Marseille, M. Wever
Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 6 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1918
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 2022AA20220683
Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 17 juli 2000, ECLI:NL:RVS:2000:AA6974, nr. 199903867/1 Uitspraak van de ABRvS en een noot daarbij over een weigering van naturalisatie wegens het ernstige vermoeden van gevaar voor de openbare orde na het onrechtmatig neerzetten van een zak met vuilnis. Zie ook Corrigendum en addenda bij ‘De hoogleraar die geen professor meer werd genoemd, of meer was’ en ‘Kafka in de polder: één zak met vuilnis te veel’
Annotaties en wetgeving | Annotatiejanuari 2001AA20010036
september 2006
H. Battjes
december 2006
maart 2007