Resultaat 757–768 van de 2032 resultaten wordt getoond
L.J.A. Damen
Centrale Raad van Beroep (CRvB) 12 september 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:1748, NJB 2013/2078, nr. 13-793 AW. Beoordeling van aspirant-rechters en -officieren van justitie. Stevig finaal ingrijpen door de Centrale Raad van Beroep.
Annotaties en wetgeving | Annotatiejanuari 2014AA20140040
P.P.T. Bovend'Eert
In 2019 nam de regering het initiatief om de grondwettelijke benoemingsprocedure bij de Hoge Raad (art. 118 Gw) te herzien en daarbij het voordrachtsrecht van de Tweede Kamer af te schaffen. De grondwetsherziening draaide uit op een faliekante mislukking, maar geeft wel een beter inzicht in de betekenis van de bevoegdheid van de Tweede Kamer om een voordracht van die kandidaten op te maken bij Hoge Raadbenoemingen.
Opinie | Opiniërend artikelnovember 2023AA20230836
J.E.M. Polak
Met de invoering van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in 1994 is er in het bestuursrecht in beginsel over de gehele linie hoger beroep ingevoerd. Conform de geschiedenis van de rechtsbescherming in het bestuursrecht is er evenwel nog sprake van een verbrokkelde situatie. Er zijn drie appèlrechters in het bestuursrecht. Wel passen zij hetzelfde bestuursprocesrecht toe. In dit artikel wordt op een aantal algemene aspecten van het hoger beroep in het bestuursrecht ingegaan en wordt ook naar de toekomst van het hoger beroep in het bestuursrecht gekeken. Op niet al te lange termijn zullen regering en parlement beslissen of er meer eenheid in het bestuursrechtelijk appèl moet worden gebracht.
Overig | Rode draad | Rechstmiddelenseptember 2001AA20010622
C.A.J.M. Kortmann
Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 5 april 2006, ECLI:NL:RVS:2006:AV8667, nr. 200506809/1, AB 2006, 320 m.nt. A.T. Marseille Het dagelijks bestuur van een deelgemeente wijst een aantal straten aan, waar tegen betaling kan worden geparkeerd. Het bezwaarschrift daartegen wordt niet ontvankelijk verklaard. De rechtbank verklaart het beroep daartegen kennelijk ongegrond. Het daartegen gedane verzet verklaart de rechtbank ongegrond. Vervolgens stelt appellant beroep in bij de Afdeling bestuursrechtspraak.
Annotaties en wetgeving | Annotatiefebruari 2007AA20070155
B.I. Bethlehem, T. Kodrzycki
In dit redactioneel artikel wordt aan de hand van een zaak voor de Commissie Gelijke Behandeling over dansparen uitgewerkt wat direct en indirect onderscheid inhoud. (Vegl. Rb. 's-Gravenhage 26-07-2006, LJN:AY5005).
Opinie | Redactioneeloktober 2006AA20060688
W.J.M. Voermans
Wim Voermans zet de ‘homo privaticus’ en de ‘homo publicus’ naast elkaar.
Opinie | Columnoktober 2011AA20110703
A. Mattijssen, E. van der Veen
Hoe is het in Europa gesteld met de rechten van de mens met een homoseksuele oriëntatie? Kunnen homoseksuele en lesbische paren een beroep doen op het internationale mensenrecht om een gezin te stichten? Is het verbieden van de 'promotie' van homoseksualiteit in strijd met het recht vrijheid van expressie? In dit artikel beschrijven de auteurs de beginnende erkenning van het bestaan van discriminatie wegens homoseksualiteit door Europese instanties. De schrijvers geven aan welke verdragsbepalingen van toepassing zijn bij discriminatie wegens homoseksualiteit en beschrijven de ontwikkelingen bij de Europese Commissie, het Europese Hof en het VN Comité voor de Rechten van de Mens, in de Europese politiek en bij de VN. De auteurs vangen aan met een inleiding over discriminatie wegens homoseksualiteit en de relatie tussen mensenrechten en homoseksualiteit.
Verdieping | Verdiepend artikelseptember 1990AA19900535
H. Gommer
Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens kwam op basis van een toetsing van de seculiere democratie aan de mensenrechten tot een politieke uitspraak waar het ging om een verbod op hoofddoekjes. Niet de wet werd getoetst, maar de wenselijkheid van een repressief systeem in het geval van een jonge democratie. De vraag naar de relatie tussen sharia en mensenrechten blijkt ons westerse systeem een spiegel voor te houden. Een dialoog zal dus nog veel nieuwe inzichten kunnen opleveren. Omdat we in Nederland een open democratie hebben, is het maar zeer de vraag of een verbod hier nodig is om de rechtsstaat te beschermen. Vermoedelijk geldt juist het tegendeel. Vegl: Leyla sahin v. Turkey EHRM 10 november 2004 Vegl: Refah Partisi and others v. Turkey EHRM 13 februari 2003
Verdieping | Verdiepend artikeljuni 2007AA20070496
M. den Heijer, A.W. Hins, A.J. Nieuwenhuis
Dit boek behandelt de zogeheten algemene leerstukken van grondrechten en laat de lezer kennismaken met de afzonderlijke grondrechten.
9789493199217 - 22-02-2021
A.E.M. van den Berg, J.H.A. van der Grinten, A.E. Schilder
In dit boek worden de afzonderlijke openbare-ordebevoegdheden beschreven waarbij steeds aandacht wordt besteed aan de wetsgeschiedenis, de toepassingsmogelijkheden van de bevoegdheid, het gebruik ervan in de praktijk, en de mogelijkheden tot rechtsbescherming.
9789069166339 - 02-07-2015
A.T. Marseille, M. Wever
Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 6 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1918
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 2022AA20220683
B.J. de Vos
Bart J. de Vos promoveerde op 14 oktober 2010 aan de Universiteit Leiden op een proefschrift getiteld Horizontale werking van grondrechten. Een kritiek, uitgegeven door Maklu. Promotor was prof.mr. J.H. Nieuwenhuis. In dit artikel vertelt hij waar zijn stelling in de kern op neerkomt.
Literatuur | Proefschriftbijdragefebruari 2011AA20110151