Staats- en bestuursrecht

Het besluitbegrip in relatie tot een bestuurlijke waarschuwing

R. Ortlep

Post thumbnail In hoeverre is een bestuurlijke waarschuwing een Awb-besluit? Aan de hand van een recente uitspraak van de grote kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en een daarvoor genomen conclusie van staatsraad advocaat-generaal Widdershoven wordt in deze bijdrage deze vraag beantwoord.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2018
AA20180895

Het bestaansrecht van de Eerste Kamer

J.L.W. Broeksteeg

Post thumbnail De Eerste Kamer ligt onder vuur; zij zou te veel een doublure zijn van de Tweede Kamer. Uit rechtsvergelijkend onderzoek blijkt dat senaatskamers op velerlei wijze zijn vormgegeven en dat het, in eenheidsstaten, vaker voorkomt dat deze kamers sterk lijken op de kamer van volksvertegenwoordigers. De door politici en juristen geponeerde stelling dat de Eerste Kamer terughoudend van haar bevoegdheden gebruik moet maken, berust op het geschreven noch het ongeschreven staatsrecht. Een terugzendrecht verandert de precaire balans tussen de Kamers.

Opinie | Opiniërend artikel
december 2014
AA20140912

Het bestuur en de Wet Bibob: bevordering van integriteit of bestrijding van criminaliteit

I.U. Tappeiner

Post thumbnail Imelda Tappeiner betoogt dat de manier waarop de Wet Bibob tegenwoordig door burgemeesters wordt ingezet resulteert in een ongewenste convergentie van bestuurs- en strafrecht.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2011
AA20110686

Het bestuur in het web van de rechter: spinfobie of realiteit?

J.G. Brouwer, A.E. Schilder

In dit opiniërende artikel wordt door de auteur ingegaan op de regels, vooral door de bestuursrechter gecreëerd, die de bestuursvrijheid inperken.

Opinie | Opiniërend artikel
maart 1998
AA19980156

Het bestuursorgaan als belanghebbende

L.J.A. Damen

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 5 maart 1999, ECLI:NL:RVS:1999:ZF3725, nr. H01.97.0911, AB 1999, 418, m.nt. dG, JB 1999, 87, m.nt. F.A.M. S., Gem.st. (1999) 7104.2, m.a. J.M.H.F. Teunissen, Bouwrecht 1999, p. 582, m.nt. H.J. de Vries, RAwb 1999, 128, m.a. J.C.A. de Poorter, NJB 1999, p. 688 Afdeling bestuursrechtspraak: Is een inspecteur van de ruimtelijke ordening belanghebbende bij een gedoogbeslissing van burgemeester en wethouders? En zijn gedeputeerde staten dat? Artikel 1:2, tweede lid, Awb; artikel 19 (oud), 52 Wet op de Ruimtelijke Ordening; artikel 30 Besluit op de ruimtelijke ordening 1985; artikel 124, 135 Gem.w.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2000
AA20000287

Het bestuursproces in de mechanische mierenmaatschappij

A.Q.C. Tak

Het is triest gesteld in ons land met de bescherming van het individu tegen zijn eigen overheid. Recent is door de Hoge Raad grote zorg geuit over het peil van het Nederlandse strafproces. Maar met het Nederlandse bestuursproces is het nog vele malen erger gesteld. De regering reageert echter laconiek op alle ernstige kritiek en legt die achteloos naast zich neer (zoals zij tegenwoordig vrijwel alle kritiek, ook van vaste adviesorganen als Raad van State, Algemene Rekenkamer, Nationale ombudsman en dergelijke naast zich neerlegt). Men waant zich terug bij Lodewijk XIV of de tijden van staatssoevereiniteit in plaats van rechtssoevereiniteit, al is de huidige dictatuur fluweliger en verpakt in illusies van grondrechtenwaardering en rechts-beschermingsmogelijkheden. Zeer recent zijn de drie Nederlandse top-bewindslieden (minister-president Balkenende, minister van Justitie Donner en minister van Binnenlandse Zaken Remkes) door de Nationale ombudsman gevoelig op de vingers getikt omdat ze het Nederlandse parlement hadden misleid over de rechtsstatelijke wantoestand die aan het licht werd gebracht in mijn tweedelig handboek van het Nederlands Bestuursprocesrecht in theorie en praktijk uit 2002. De bewindslieden hebben deze kritiek op hun falend normen- en waardenbesef verre van zich geworpen, daarmee een ‘fraai’ voorbeeld van respect gevend voor de officiële, constitutionele hoeder van die normen en waarden in ons land.

juli 2005
AA20050564

Het bestuursrechtelijk en het privaatrechtelijk relativiteitsvereiste als twee-eiige tweeling

P.W. den Hollander

Post thumbnail Niet alleen het privaatrechtelijk aansprakelijkheidsrecht, maar ook het bestuursrecht kent sinds kort een relativiteitsvereiste. De wetgever plaatst dit bestuursrechtelijk relativiteitsvereiste eerst en vooral in het teken van een snel en ‘slagvaardig’ bestuursprocesrecht. De wijze waarop de Afdeling oordeelt of de ingeroepen norm strekt tot bescherming van het geschade belang verschilt bovendien van de wijze waarop de Hoge Raad dat doet.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2012
AA20120443

Het bewijs in het bestuursrecht en het strafrecht. Een korte interne rechtsvergelijking

A.R. Hartmann

De handhaving van het recht door middel van het bestuursrecht staat de laatste jaren sterk in de belangstelling. Door de verantwoordelijkheid van het bestuur terzake van de handhaving te benadrukken, neemt het bestuursrecht meer en meer de handhavende taak over van het strafrecht, waardoor het onderscheid tussen beide rechtsgebieden steeds diffuser wordt. In deze bijdrage wordt in het kader van de Rode draad 'Bewijs en Bewijsrecht'het bewijs in het bestuursrecht en het strafrecht op enkele onderdelen onderling vergeleken.

Rode draad | Bewijs en bewijsrecht | Verdieping | Verdiepend artikel
april 1999
AA19990217

Het Binnenhof als buitenpost

Over spionage voor een buitenlandse mogendheid door een Kamerlid

R.H.T. Jansen

Post thumbnail Democratische rechtsstaten staan onder druk. Autocraten stomen op en willen de wereldorde in hun voordeel herschikken. Zij schuwen inmenging in buitenlandse politieke processen daarbij niet. Een scenario waarin een Kamerlid geheime of anderszins gevoelige informatie doorsluist naar een buitenlandse mogendheid is dan ook niet ondenkbaar. Na een korte bespreking van de onderzoeksmogelijkheden van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten in een dergelijke situatie, zet deze bijdrage uiteen welke parlementsrechtelijke maatregelen en strafrechtelijke sancties mogelijk zijn, mocht een dergelijke situatie zich voordoen in Nederland.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2025
AA20250673

Het burgemeestersreferendum: vlees noch vis

J.L.W. Broeksteeg

Op 18 januari j.l. verscheen in Binnenlands Bestuur een interview met de Nijmeegse burgemeester Thom de Graaf (D66). Uit het interview blijkt, dat de oud-minister voor Bestuurlijke Vernieuwing van mening is dat het burgemeestersreferendum moet worden afgeschaft. De Graaf, afgetreden omdat de Eerste Kamer een wetsvoorstel verwierp dat introductie van een gekozen burgemeester mogelijk zou maken, stelt: ‘Het referendum is niet langer een opstapje naar de gekozen burgemeester, maar een afstapje.’ Dat geeft te denken: een D66’er die tegen een referendum is? En waarom geen burgemeestersreferendum, maar wel een direct gekozen burgemeester? Wat is nu juridisch gezien het verschil?

Opinie | Amuse
april 2008
AA20080258

Het CAK kan nog steeds niet begrijpelijk schrijven

L.J.A. Damen

Centrale Raad van Beroep (CRvB) 24 september 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:3123, nr. 13-190 WMO, NJB 2014/1793, ABKort 2014/341 Procederen over procederen; het moeten procederen voor een deugdelijke motivering van een besluit rechtvaardigt een proceskostenveroordeling; een besluit moet steeds deugdelijk gemotiveerd zijn zodat het geen nadere uitleg behoeft. Artikel 3:46, 3:47, 8:74, 8:75 Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2015
AA20150040

Het civielrechtelijk stadionverbod nader bekeken

J.F.C.W. van den Brekel, R.P.A. Douwenga

Post thumbnail Voetbalvandalisme is al decennia een maatschappelijk probleem. De Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) is de belangrijkste sanctionerende partij in de aanpak van voetbalvandalisme. In oktober 2022 werd de beroepsprocedure tegen een door de KNVB opgelegd stadionverbod fors onderuitgehaald door de rechter, vanwege een gebrek aan hoor en wederhoor. In deze bijdrage onderzoeken de auteurs hoe het met het civielrechtelijk stadionverbod en zijn alternatieven staat. Vanuit juridisch oogpunt zijn er namelijk een aantal knelpunten rondom het civielrechtelijk stadionverbod te identificeren. Deze worden in onze bijdrage behandeld, waarbij de focus voornamelijk ligt op (het gebrek aan) beschermende waarborgen. Daarnaast wordt ingezoomd op de bestaande wettelijke mogelijkheden om voetbalvandalisme aan te pakken.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2024
AA20240133