Staats- en bestuursrecht

Resultaat 565–576 van de 1912 resultaten wordt getoond

Grondrechten en het ongegronde recht op niet-bestaan

Gedwongen anticonceptie gezien in het licht van artikel 8 lid 2 EVRM

L. ten Haaf

Post thumbnail

Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam pleit in een brief aan de gemeenteraad voor de invoering van verplichte anticonceptie. Deze maatregel impliceert een inbreuk op het recht op voorplanting, erkend onder artikel 8 EVRM. Deze bijdrage gaat in op de vraag of het beroep op de rechten en belangen van het toekomstige kind voldoet aan de uitzonderingscriteria genoemd in artikel 8 lid 2 EVRM om zo een inbreuk te kunnen rechtvaardigen.

Opinie | Opiniërend artikel
maart 2017
AA20170189

Grondrechten in de Europese Grondwet: wat levert het ons eigenlijk op?

H.R. Kranenborg, R.A. Lawson

Dit artikel behandeld de mensenrechten die zijn vastgelegd in de Europeese Grondwet.

Overig | Rode draad | Europa in zicht | Verdieping | Verdiepend artikel
april 2005
AA20050214

Grondwetsherziening 1996. Tussen twee happen staatkundige vernieuwingslucht een mager tussendoortje

M.M. den Boer

In dit artikel wordt na een algemene inleiding over de verschillende herzieningen van de Grondwet in het verleden wordt er daarna in gegaan op de wijzigingen van 1987. Daarna komt het hoofdonderwerp aan de orde, namelijk de Grondwetsherzieningen van 1996 waarbij de defensie artikelen de aanleiding vormden. Verder wordt er ingegaan op de schrapping van de additionele artikelen, de tijdelijke vervanging van kamerleden vanwege zwangerschapsverlof, Grondwetsinterpretatie en staatkundige vernieuwing.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 1996
AA19960563

Groningen beeft – tijd voor een constitutioneel hof

E.H. Hondius

Ewoud Hondius pleit voor de instelling van een Grondwettelijk Hof, en gebruikt de compensatie voor de gedupeerden van aardbevingen in Groningen als voorbeeld waarom zo’n Hof nodig is.

Opinie | Column
mei 2014
AA20140345

Grootboom: sociale grondrechten en maatschappelijke doelen ten overstaan van de rechter

M. Adams

De Zuid-Afrikaanse Irene Grootboom, die met haar familie in een krot woonde terwijl ze al jaren op een wachtlijst voor gesubsidieerde huisvesting stond, spande een zaak aan tegen de overheid, omdat deze tekortschoot in haar constitutionele zorgplicht. In deze bijdrage legt Maurice Adams uit wat de zaak Grootboom ons leert.

Blauwe pagina's | Spraakmakende Zaken
maart 2021
AA20210220

Handboeien en isoleercellen: Over de gebrekkige implementatie van mensenrechten in de vreemdelingenbewaring

G.N. Cornelisse

Post thumbnail Er wordt wel gezegd dat de wijze waarop een maatschappij gedetineerde personen behandelt laat zien in hoeverre die maatschappij zich heeft verbonden aan de universaliteit van mensenrechten. Gesloten instellingen zoals gevangenissen en detentiecentra illustreren namelijk bij uitstek de dilemma’s bij het vinden van een balans tussen veiligheid en het waarborgen van de rechten van de mens. Maar misschien nog wel meer dan de behandeling van gedetineerden maakt de wijze waarop een maatschappij omgaat met immigranten duidelijk in hoeverre de retoriek van universele rechten ook in praktische zin gestalte krijgt. In deze korte bijdrage zal ik ingaan op de bijzondere problemen die spelen bij de implementatie van mensenrechten in de vreemdelingenbewaring.

Opinie | Opiniërend artikel
mei 2011
AA20110339

Handelingsbekwaam? Geen zorg voor u

P.G.J. Wissink, S.N.P. Wiznitzer

Beschermingsmaatregelen zoals curatele, bewind of mentorschap zijn een ingreep in de juridische autonomie van de betrokkene. Ze zijn bedoeld als ultimum remedium en horen – mede gelet op het VN Gehandicaptenverdrag – slechts te worden opgelegd indien betrokkene zelf niet staat is zijn belangen adequaat te behartigen. In de praktijk blijkt het echter voor te komen dat sommige hulpverlenende instanties structureel op een beschermingsmaatregel aansturen, hetgeen onder omstandigheden leidt tot onnodige oplegging van een beschermingsmaatregel op oneigenlijke gronden.

Opinie | Redactioneel
mei 2018
AA20180355

Handhaving na vernietiging van het te handhaven besluit

F.C.M.A. Michiels

Hoge Raad 17 december 2004, nr. C03/232HR, ECLI:NL:HR:2004:AR2773, AB 2005, 82 m.nt. PvB, JB 2005, 33 m.nt. Tycho Lam In dit arrest en de daarbij behorende noot staat de terugwerkende kracht van de vernietiging van een besluit door de rechter centraal. De vraag of een handhavingssanctie de vernietiging van het besluit volgt, wordt door de Hoge Raad ontkennend beantwoord.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2005
AA20050478

Handhaving van de nieuwe Mededingingswet

De boeteprocedure in het licht van enige rechtsbeginselen

E. Aalst

De nieuwe Mededingingswet, welke op 1 januari 1998 van kracht zal worden, sluit aan bij het Europese kartelrecht, gebaseerd op artikel 85 en 86 EG-verdrag. Voor handhaving is daarom in het wetsontwerp een bestuurlijke boeteprocedure opgenomen. Hieronder zal ik deze keuze voor bestuurlijke handhaving behandelen en de waarborgen die de boeteprocedure, in het bijzonder in het licht van de mensenrechten, zal moeten bieden.

Verdieping | Studentartikel
september 1997
AA19970555

Harmonisatie van procesrecht?

Een beschouwing over hoofdstuk 8 Algemene wet bestuursrecht

A. Knigge

Op 23 januari 1992 werd het voorstel van wet 22 495 bij de Tweede Kamer ingediend. Dit bevat onder andere het uniforme bestuursprocesrecht dat toegepast zal worden in de in te stellen administratieve kamers. Met deze uniformering wordt een verhoogde rechtsbescherming beoogd. Van harmonisering met het burgerlijk procesrecht is echter afgezien omdat men de verschillen tussen beide vormen van procesrecht nog te groot achtte. Betoogd wordt dat verdergaande harmonisering met het burgerlijk procesrecht mogelijk was geweest, indien men meer oog had gehad voor de verzoekschriftprocedure.

Verdieping | Studentartikel
maart 1993
AA19930165

Harmonisatiewet

Annotatie

C.A.J.M. Kortmann

In deze beknopte noot van Prof. C.A.J.M. Kortmann wordt het bekende Harmonisatiewet-arrest besproken waarbij toetsing van de wet in formele zin aan het Statuut en de algemene rechtsbeginselen wordt uitgesloten.

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
november 2005
AA20050952

Harmonisatiewet – Toetsing van wetgeving (LSVB-Staat)

R.M. van Male

Rechtbank 's-Gravenhage (mr. Wijnholt) 11 augustus 1988, nr. KG88/1161, ECLI:NL:RBSGR:1988:AH2339, NJB 1988, pp. 1031-1032 (LSVB-Staat) In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag komt naar voren in hoeverre toetsing van een wet in formele zin aan algemene rechtsbeginselen mogelijk is. De uitspraak van de rechtbank zou uitgroeien tot het bekende Harmonisatiewet-arrest. De rechtbank acht toetsing aan algemene rechtsbeginselen in het licht van toetsingsverbod toelaatbaar. In de uitvoerige noot wordt ingegaan op rechterlijke toetsing van wetgeving en de onrechtmatigheid van wetgeving.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1988
AA19880776

Resultaat 565–576 van de 1912 resultaten wordt getoond