Resultaat 565–576 van de 1912 resultaten wordt getoond
L. ten Haaf
Opinie | Opiniërend artikelmaart 2017AA20170189
H.R. Kranenborg, R.A. Lawson
Dit artikel behandeld de mensenrechten die zijn vastgelegd in de Europeese Grondwet.
Overig | Rode draad | Europa in zicht | Verdieping | Verdiepend artikelapril 2005AA20050214
M.M. den Boer
In dit artikel wordt na een algemene inleiding over de verschillende herzieningen van de Grondwet in het verleden wordt er daarna in gegaan op de wijzigingen van 1987. Daarna komt het hoofdonderwerp aan de orde, namelijk de Grondwetsherzieningen van 1996 waarbij de defensie artikelen de aanleiding vormden. Verder wordt er ingegaan op de schrapping van de additionele artikelen, de tijdelijke vervanging van kamerleden vanwege zwangerschapsverlof, Grondwetsinterpretatie en staatkundige vernieuwing.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingseptember 1996AA19960563
E.H. Hondius
Ewoud Hondius pleit voor de instelling van een Grondwettelijk Hof, en gebruikt de compensatie voor de gedupeerden van aardbevingen in Groningen als voorbeeld waarom zo’n Hof nodig is.
Opinie | Columnmei 2014AA20140345
M. Adams
De Zuid-Afrikaanse Irene Grootboom, die met haar familie in een krot woonde terwijl ze al jaren op een wachtlijst voor gesubsidieerde huisvesting stond, spande een zaak aan tegen de overheid, omdat deze tekortschoot in haar constitutionele zorgplicht. In deze bijdrage legt Maurice Adams uit wat de zaak Grootboom ons leert.
Blauwe pagina's | Spraakmakende Zakenmaart 2021AA20210220
G.N. Cornelisse
Er wordt wel gezegd dat de wijze waarop een maatschappij gedetineerde personen behandelt laat zien in hoeverre die maatschappij zich heeft verbonden aan de universaliteit van mensenrechten. Gesloten instellingen zoals gevangenissen en detentiecentra illustreren namelijk bij uitstek de dilemma’s bij het vinden van een balans tussen veiligheid en het waarborgen van de rechten van de mens. Maar misschien nog wel meer dan de behandeling van gedetineerden maakt de wijze waarop een maatschappij omgaat met immigranten duidelijk in hoeverre de retoriek van universele rechten ook in praktische zin gestalte krijgt. In deze korte bijdrage zal ik ingaan op de bijzondere problemen die spelen bij de implementatie van mensenrechten in de vreemdelingenbewaring.
Opinie | Opiniërend artikelmei 2011AA20110339
P.G.J. Wissink, S.N.P. Wiznitzer
Opinie | Redactioneelmei 2018AA20180355
F.C.M.A. Michiels
Hoge Raad 17 december 2004, nr. C03/232HR, ECLI:NL:HR:2004:AR2773, AB 2005, 82 m.nt. PvB, JB 2005, 33 m.nt. Tycho Lam In dit arrest en de daarbij behorende noot staat de terugwerkende kracht van de vernietiging van een besluit door de rechter centraal. De vraag of een handhavingssanctie de vernietiging van het besluit volgt, wordt door de Hoge Raad ontkennend beantwoord.
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuni 2005AA20050478
E. Aalst
De nieuwe Mededingingswet, welke op 1 januari 1998 van kracht zal worden, sluit aan bij het Europese kartelrecht, gebaseerd op artikel 85 en 86 EG-verdrag. Voor handhaving is daarom in het wetsontwerp een bestuurlijke boeteprocedure opgenomen. Hieronder zal ik deze keuze voor bestuurlijke handhaving behandelen en de waarborgen die de boeteprocedure, in het bijzonder in het licht van de mensenrechten, zal moeten bieden.
Verdieping | Studentartikelseptember 1997AA19970555
A. Knigge
Op 23 januari 1992 werd het voorstel van wet 22 495 bij de Tweede Kamer ingediend. Dit bevat onder andere het uniforme bestuursprocesrecht dat toegepast zal worden in de in te stellen administratieve kamers. Met deze uniformering wordt een verhoogde rechtsbescherming beoogd. Van harmonisering met het burgerlijk procesrecht is echter afgezien omdat men de verschillen tussen beide vormen van procesrecht nog te groot achtte. Betoogd wordt dat verdergaande harmonisering met het burgerlijk procesrecht mogelijk was geweest, indien men meer oog had gehad voor de verzoekschriftprocedure.
Verdieping | Studentartikelmaart 1993AA19930165
C.A.J.M. Kortmann
In deze beknopte noot van Prof. C.A.J.M. Kortmann wordt het bekende Harmonisatiewet-arrest besproken waarbij toetsing van de wet in formele zin aan het Statuut en de algemene rechtsbeginselen wordt uitgesloten.
Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikelnovember 2005AA20050952
R.M. van Male
Rechtbank 's-Gravenhage (mr. Wijnholt) 11 augustus 1988, nr. KG88/1161, ECLI:NL:RBSGR:1988:AH2339, NJB 1988, pp. 1031-1032 (LSVB-Staat) In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag komt naar voren in hoeverre toetsing van een wet in formele zin aan algemene rechtsbeginselen mogelijk is. De uitspraak van de rechtbank zou uitgroeien tot het bekende Harmonisatiewet-arrest. De rechtbank acht toetsing aan algemene rechtsbeginselen in het licht van toetsingsverbod toelaatbaar. In de uitvoerige noot wordt ingegaan op rechterlijke toetsing van wetgeving en de onrechtmatigheid van wetgeving.
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 1988AA19880776