Staats- en bestuursrecht

De SGP-zaak in Straatsburg

R.J.B. Schutgens, J.J.J. Sillen

Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 10 juli 2012, ECLI:NL:XX:2012:BX7343, app.nr. 58369/10 (SGP t. Nederland)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2013
AA20130129

De SGP, subsidie en vrouwen

C.A.J.M. Kortmann

Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 5 december 2007, ECLI:NL:RVS:2007:BB9493, LJN: BB9493, nr. 200609224/1 Kortmann gaat bij deze uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State in op een tweetal kwesties uit de SGP-zaak, te weten de de afstand van grondrechten en de subsidiëring van politieke partijen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2008
AA20080291

De slechte gedachte onderstreept het gelijk van het goede

Reactie op 'Staat dient op te treden tegen

J. Alsemgeest

Professor Willems concludeert in zijn artikel ‘Staat dient op te treden tegen “pedopartij ”’ dat ereen partijverbod moet komen op de Partij voor de Naastenliefde, Vrijheid en Diversiteit (PNVD).In deze reactie wil ik een aantal kritische kanttekeningen plaatsen bij zijn juridische argumenten.Ik zal daarbij ingaan op het verschil tussen democratie en rechtsstaat, het Refah Partisi arrest van het EHRM en het boek Over vrijheid van John Stuart Mill. Ik wil benadrukken dat ik geen voorstander ben van de PNVD. De inspiratie om dit artikel te schrijven werd mij vooral ingegeven door het verschil van mening tussen mij en professor Willems. Ik ga dan ook vooral in op de juridischeargumenten die professor Willems gebruikt. (zie ook: EHRM 13-2-2003 Case of Refah Partisi (the Welfare Party) and others vs. Turkey).

Opinie | Reactie/nawoord
oktober 2007
AA20070765

De soeverein is niet thuis

Self-Sovereign Identity (SSI) en Attribute Based Credentials (ABC)

M. Hildebrandt

Post thumbnail In deze bijdrage wordt onderzocht hoe de idee van self sovereign identity (SSI) zich verhoudt tot kernbegrippen uit de juridische gegevensbescherming. Daarnaast wordt SSI vergeleken met de inzet van attribute based credentials (ABC).

Bijzonder nummer | Privacy
juli 2019
AA20190546

De soevereiniteit van de Nederlandse wetgever en de grondwettelijke zegen van de rechter

J.W. Sap

Sinds 1848 bepaalt de Grondwet dat de rechter niet aan de Grondwet toetst. De ‘wetten zijn onschendbaar’ luidt het adagium waarop in Nederland de staatsrechtelijke verhoudingen zijn gestoeld. Over de wenselijkheid van dit verbod wordt al sinds 1848 gediscussieerd. Het moge duidelijk zijn dat de meningen zijn verdeeld omtrent de wenselijkheid van een (eventueel) rechterlijk toetsingsrecht. Zo wordt betoogd dat een rechterlijk toetsingsrecht een onaanvaardbare inbreuk is op de soevereiniteit van de wetgever. Daar staat echter weer tegenover dat de wetgever ook nu gezien artikel 94 Grondwet niet altijd het laatste woord heeft ten aanzien van geldigheid van wetten. In een recent aanhangig gemaakt wetsvoorstel (TK 2001-2002, 28 331 nrs. 1-3) van Tweede Kamerlid Halsema wordt wederom de discussie omtrent het verbod van constitutionele toetsing door de rechter aangewakkerd. Sterker nog: het betreffende wetsvoorstel voorziet in de introductie van een beperkte bevoegdheid tot constitutionele toetsing door de rechter.

Overig | Rode draad | Constitutionele toetsing
maart 2003
AA20030159

De spirituele sergeant

Noot bij Centrale Raad van Beroep 3 mei 2002, nr. 98/8248 MAW (alcoholverbod)

C.A.J.M. Kortmann

Centrale Raad van Beroep (CRvB) 3 mei 2002, ECLI:NL:CRVB:2002:AE4696, nr. 98/8248 MAW (alcoholverbod) In deze noot bespreekt Kortmann een arrest waarbij de vraag aan de orde kwam of een alcoholverbod dat steunt op art. 44 Gw verenigbaar is met art. 10 Gw.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2003
AA20030034

De splitsing van privacy

Advies over het grondrecht op privacy in het digitale tijdperk

P.H. Blok

In dit opiniërende artikel betoogt de auteur dat er bij de bescherming van de persoonlijke levenssfeer een apart artikel moet komen voor behoorlijk gegegevensbeheer en een apart artikel voor de persoonlijke levenssfeer.

Opinie | Opiniërend artikel
juni 2001
AA20010435

De staatssecretaris in Nederland 1948-1988

D. Dolman

Bespreking van het proefschrift van H. Groeneveld over de staatssecretaris in het Nederlandse staatsbestel in de periode 1948 - 1988. Er wordt ingegaan op het functioneren, diens taken, de benoeming, de verhouding tussen minister en de staatssecretaris.

Literatuur | Boekbespreking
juni 1990
AA19900405

De stenige weg naar een faire geschillenregeling

A.B. van Rijn

Sinds 2010 bevat het Statuut voor het Koninkrijk de opdracht aan de rijkswetgever om een regeling te maken voor de beslechting van geschillen tussen het Koninkrijk en de landen. De meningen over de wijze waarop aan deze opdracht uitvoering moet worden gegeven, lopen sterk uiteen. Een ontwerp dat inmiddels voor advies aan de Raad van State is aangeboden, reflecteert alleen de Nederlandse opvatting. Dit artikel bespreekt de achtergronden en hoofdlijnen van het ontwerp, alsmede de juridische randvoorwaarden waarbinnen een faire geschillenregeling zich zou moeten bewegen.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2017
AA20170689

De stijl van de rechter in de West

E.H. Hondius

Deze column behandelt de manier van rechtspreken, die volgens de columnist in Nederland vrij saai is, in tegenstelling tot de Engelse.

Opinie | Column
oktober 2004
AA20040719

De strafrechtelijke handhaving van klimaatnormen

S.J. Lopik

Op 19 september 2025 promoveerde Sjoerd Lopik aan de Universiteit Leiden met het proefschrift Klimaatstrafrecht: De rol van het strafrecht binnen het juridische antwoord op klimaatverandering. In deze bijdrage vertelt hij over zijn onderzoek.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
oktober 2025
AA20250729

De strafrechtelijke toetsing van bestuursrechtelijke beschikkingen

B.V.G. Eggen

Post thumbnail Bestuursrechtelijke beschikkingen kunnen van bepalende invloed zijn voor strafrechtelijke aansprakelijkheid, bijvoorbeeld wanneer overtreding van die beschikking strafbaar is gesteld. De vraag rijst of de strafrechter de rechtmatigheid van de beschikking in de strafprocedure mag beoordelen, ook als de bestuursrechter zich al over die rechtmatigheid heeft uitgelaten. Heeft het besluit dan formele rechtskracht? Of is het dan aan de strafrechter om aanvullende rechtsbescherming te bieden?

Rode draad | Snijvlakken & Kruisbestuivingen
oktober 2023
AA20230788