Staats- en bestuursrecht

Resultaat 1–12 van de 1919 resultaten wordt getoond

‘Artikel nul’: een algemene bepaling over rechtsstaat, democratie en grondrechten in de Grondwet?

M. Adams, G.J. Leenknegt

Post thumbnail Dit voorjaar zal de regering voorstellen een algemene bepaling toe te voegen aan de Grondwet, inhoudende dat de Grondwet de rechtsstaat, de democratie en de mensenrechten waarborgt. De auteurs menen dat de voorgestelde bepaling in normatieve zin niet veel toevoegt aan onze Grondwet; in een meer symbolische zin is de bepaling wel van belang. De genoemde waarden zouden daarom op een andere plek tot uitdrukking moeten komen: voorafgaand aan de gehele Grondwet – als preambule dus.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2015
AA20150207

‘Beroepsklagers’ verjaagd uit de heilige tempel van het bestuursrecht aan het Lange Voorhout?

L.J.A. Damen

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 1 oktober 2008, nr. 200801150/1, ECLI:NL:RVS:2008:BF3911, LJN: BF3911, NJB 2008, p. 2380, nr. 1872, AB 2008, 348 m. nt. Michiels, Br 2008, 191 m. nt. Nijmeijer, M&R december 2008 m. n.t. Jans, De Graaf Uitspraak van de ABRvS en daarbij behorende noot over de statutair belanghebbende in de zin van art. 1:2 lid 1 en lid 3 Awb. De ABRvS stelt strenge eisen aan het zijn van algemeen of collectief belanghebbende. In de noot wordt ingegaan op eerdere jurisprudentie over dit onderwerp.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2009
AA20090051

‘Bijzondere’ rechtspraak

P.W.C. Akkermans, M. Lit

Commissie van beroep Algemene Besturenbond Beroepsonderwijs 17 november 1988 (mrs. Smit, Broer, Rentema), nr. 87/99, AB 1989, nr. 56 (met nt. BJvdN) Uitspraak van Commissie van beroep Algemene Besturenbond Beroepsonderwijs waarin geschilbeslechting buiten de overheidsrechter centraal staat. In de noot bij de uitspraak staat centraal wat het karakter van het beroep is en wat de juridische implicaties ervan zijn. Verder wordt het verschil met rechtspraak centraal gesteld.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1989
AA19890566

‘De enige rem is kritiek’

Interview met prof.mr. J.A. Peters

G.J.A. Geertjes, P.W. den Hollander

Post thumbnail Jit Peters (65) heeft het drukker dan ooit. Bang voor een zwart gat na zijn emeritaat (‘daar waarschuwt iedereen voor’). Nu is zijn agenda overvol. Hij doceert nog aan de UvA, neemt eens in de twee weken zitting als raadsheer-plaatsvervanger in de strafkamer van het Amsterdamse Hof en een handvol bezwaarschriften- en klokkenluiderscommissies vragen ook de nodige tijd. En onlangs is Peters gekozen tot voorzitter van het bureau dat toeziet op de implementatie van het Aarhus-verdrag. Ondanks de drukte heeft hij toch tijd kunnen vinden voor een gesprek met redacteuren Gert Jan Geertjes en Wouter den Hollander.

Verdieping | Interview
november 2011
AA20110802

‘Die Zeit in Gedanken erfaßt’

Hegel en Thorbecke over het recht, de staat en de geschiedenis

L. van den Berge

Als geen andere staatsman geldt Johan Rudolf Thorbecke (1798-1872) als een ‘filosoof in de politiek’. Over de wijsgerige achtergronden van zijn politieke optreden is dan ook veel gepubliceerd. De verhouding tussen het denken van Thorbecke met dat van Hegel is daarbij sterk onderbelicht. Dat komt waarschijnlijk onder andere doordat Thorbecke zich in enkele dagboekaantekeningen sterk tegen Hegel en zijn volgelingen verzette. Veel biografisch georiënteerde onderzoekers lieten de verhouding tussen de ideeën van Hegel en die van Thorbecke daarom ongeëxploreerd. Maar of Thorbecke zich nu tegen Hegel afzette of niet: dat hun beider visies op het recht, de staat en de geschiedenis behalve enkele verschillen vooral ook opmerkelijke gelijkenissen vertonen is evident. Een nadere bestudering hiervan vergroot ons inzicht in de wijze waarop Thorbecke een conservatief-liberaal rechtsfilosofisch kader schiep waarbinnen het recht en de staat zonder revolutionair geweld konden worden vernieuwd.

Bijzonder nummer | Duits recht
juli 2014
AA20140525

‘Gelijkheid in waardigheid’

Interview met prof.dr. E.M.H. Hirsch Ballin

J.A. van de Hel, H. van der Zwan

Ter gelegenheid van het bijzonder nummer 2005 Krom~recht. Over misstanden in het recht zijn wij in gesprek met prof.dr. Hirsch Ballin, voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, over krom recht in het bestuursrecht.

Bijzonder nummer | Krom~recht, over misstanden in het recht | Verdieping | Interview
juli 2005
AA20050635

‘Gratis een schone e-mailbox!’ Een verbod op het verzenden van unsolicited commercial e-mail (UCE) en de vrijheid van meningsuiting

S. Dijkstra

Computergebruikers worden in toenemende mate geconfronteerd met ongevraagde reclameberichten per e-mail, de unsolicited commercial e-mail (UCE). Verschillende wegen worden bewandeld om deze stroom e-mailberichten te beperken: één van de mogelijkheden is een wettelijk verbod in de vorm van een zogenaamde opt-in. De vraag doet zich voor of een dergelijke regeling niet in strijd is met de vrijheid van meningsuiting zoals deze is neergelegd in artikel 7 Gw, het door de Commissie Franken voorgestelde artikel 7 Gw en artikel 10 EVRM.

Verdieping | Studentartikel
maart 2003
AA20030140

‘Het beginsel van de rechtseenvoud’

Interview met prof.mr. A.F.M. Brenninkmeijer

J.H. van Breda, P. Kreijger

Alex Brenninkmeijer (1951) studeert in 1976 af in Groningen, waarna een lange tocht langs diverse universiteiten volgt. In 1987 promoveert Brenninkmeijer bij Hirsch Ballin. Zijn proefschrift heeft als onderwerp het recht op toegang tot de rechter. In 1993 aanvaardt hij het ambt van hoogleraar in het burgerlijk procesrecht aan de Universiteit van Amsterdam. Vanaf 1 februari 1996 is Brenninkmeijer hoogleraar in het Staats- en bestuursrecht te Leiden. Naast een academische carrière is Brenninkmeijer ook actief in de rechtspraktijk. Begonnen als plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Beroep in Arnhem is hij inmiddels vice-president van de Centrale Raad van Beroep. In de juridische pers, waaronder in het Nederlands Juristenblad waarvan Brenninkmeijer redacteur is, zijn veel bijdragen van zijn hand terug te vinden. Met name op het terrein van de rechtspleging en de rol van de rechter in het staatsbestel heeft hij aan de meningsvorming op prominente wijze bijgedragen. Wij spraken met hem over de grens van het burgerlijk en administratieve procesrecht.

Verdieping | Interview
april 1996
AA19960245

‘Ik zou met name de wijze van werken van de contactambtenaar willen verbeteren’

Interview met mr.drs. P.B.Ph.M. Bogaers

S. van Gessel, J. van Hees

In het interview met mr.drs. P.B.Ph.M. Bogaers, advocaat in asielzaken te Nieuwegein, willen we ingaan op de rol van de advocaat in de asielprocedure. Tevens willen we ingaan op de relatie tussen de advocaat en de overige actoren in de asielprocedure, zoals IND-ambtenaren, medewerkers van Vluchtelingenwerk en tolken.

Verdieping | Interview
december 1998
AA19980950

‘Inter armes silent leges?’

Over de moeizame verhouding van het recht tot oorlog

T.J.M. Mertens, L. Peperkamp

Ìn deze rechtsfilosofische bijdrage aan het bijzonder nummer 2009 'Oorlog en Recht' wordt ingegaan op wat oorlog eigenlijk is en wat de bijdrage van het recht bij oorlogsvoering en vrede kan zijn. Daarbij wordt eerst ingegaan op de verschillen tussen de rechtvaardige en onrechtvaardige oorlog. Hierbij komt eerst het pacifisme (afwijzen van iedere vorm van geweld op morele gronden), realisme (geweld zit nou eenmaal in de mens). Bij beide vormen van het benaderen van oorlog speelt moraal geen rol. De auteurs betogen dat er wel degelijk sprake is van morele maatstaven bij het beoordelen van een oorlog, namelijk of deze gerechtvaardigd of niet gerechtvaardigd is. Daarbij moet voldaan zijn aan de criteria om een oorlog te beginnen (ius ad bellum) en de criteria op welke wijze deze dient te worden gevoerd (ius in bello). Vervolgens wordt er ingegaan op de uitwerking van deze criteria in de Gaza-oorlog in Israël. Daarna komt het debat hierover in Nederland aan de orde waarbij de begrippen zelfverdediging, proportionaliteit en non-combattantenimmuniteit aan de orde komen.

Bijzonder nummer | Oorlog & recht
juli 2009
AA20090458

‘Maimonides’

Vrijheid van versus recht op onderwijs?

P.W.C. Akkermans

Hoge Raad 22 januari 1988, nr. 13465, ECLI:NL:HR:1988:AD0151 (Maimonides Lyceum) Arrest van de Hoge Raad en daarbij behorende noot waarbij de vrijheid van onderwijs aan de orde komt. Daarbij is deze zaak tevens van belang voor het leerstuk van de horizontale werking van grondrechten. In deze zaak werd aangenomen dat het niet-toelaten van een leerling omdat deze niet in overeenstemming was met de richting van de school geen onrechtmatige daad oplevert. De Hoge Raad doet de zaak zelf af. In de bijbehorende noot wordt op de vrijheid van onderwijs en de daarbij behorende beperkingen verder in gegaan. Ook komt het leerstuk van horizontale werking van grondrechten aan de orde.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1988
AA19880391

‘Making the law work for everyone’

J.M. Barendrecht

In dit artikel gaat Barendrecht in op rapporten van de VN waarin geconstateerd wordt dat er voor een overgroot deel van de wereldbevolking niet afdoende rechtsbescherming bestaat. Barendrecht noemt een aantal mogelijke oplossingen zoals een bottom up benadering en de openheid van een rechtssysteem voor plaatselijke gewoontes.

Opinie | Column
september 2008
AA20080619

Resultaat 1–12 van de 1919 resultaten wordt getoond