Rechtsfilosofie

Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

Rechterlijke belangenafweging en de theorie daarover van Robert Alexy staan centraal in deze aflevering van 'Vijf minuten rechtsfilosofie'.

Opinie | Column
maart 2020
AA20200292

Wat juristen van apen kunnen leren

H. Gommer

Post thumbnail De mens is evolutionair succesvol omdat hij in staat is tot zeer complexe vormen van samenwerking. Door samen te werken heeft hij zich temidden van allerlei bedreigende omstandigheden weten te handhaven. Dit deed hij aanvankelijk in kleine groepen van jager-verzamelaars. Deze groepen wisten dankzij de instelling van al dan niet geschreven normen – die toegeschreven werden aan de goden – samen te werken als volk of staat. Zonder regels is immers geen afstemming mogelijk en is er dus geen samenwerking op hoog niveau. Het is op het niveau van de groepssamenwerking dat biologie en recht elkaar raken. In dit artikel wordt samenwerking als raakvlak tussen biologie en recht nader onderzocht.

Opinie | Opiniërend artikel
december 2013
AA20130921

Wat wil de wetgever?

Reactie op M. Bruijn, J. Koornstra, B. Roorda, J. Schilder & J. Brouwer, ‘Over vermeende wetshistorische interpretatie en selectieve rechtsvinding’

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

In het februarinummer 2020 van Ars Aequi schreven M. Bruijn, J. Koornstra, B. Roorda, J. Schilder & J. Brouwer ‘Over vermeende wetshistorische interpretatie en selectieve rechtsvinding’. Harm Kloosterhuis en Carel Smith schreven daarop deze reactie. Met nawoord van Bruijn, Koornstra, Roorda, Schilder & Brouwer.

Opinie | Reactie/nawoord
juni 2020
AA20200565

Welk recht & welke ethiek?

Over Konrad Morgen. The conscience of a Nazi Judge

T.J.M. Mertens

Post thumbnail

Konrad Morgen was een bijzondere rechter: lid van de SS met als opdracht gevallen van corruptie binnen die organisatie te vervolgen. Kan iemand die de rechtvaardigheid is toegewijd zoals hij zelf verklaarde, nochtans als rechter functioneren binnen een dergelijke ‘criminele’ organisatie? Een recente biografie levert een fascinerend, maar gemengd beeld op.

Literatuur | Boekbespreking
november 2017
AA20170911

Wetgeving inzake morele kwesties: een procesgerichte benadering

W. van der Burg

Mogen morele normen, bijvoorbeeld rond abortus of homoseksualiteit, in wetgeving worden omgezet? Dit is doorgaans de centrale vraag in rechtsfilosofische analyses over de verhouding tussen moraal en wetgeving. Daarbij gaat men uit van twee veronderstellingen. Ten eerste veronderstelt men dat de morele normen bekend en relatief onomstreden zijn. Ten tweede worden juridische regels een effectief middel geacht om morele normen af te dwingen. In deze pluralistische en dynamische samenleving zijn deze veronderstellingen minder adequaat. De moraal is zeer divers en sterk in beweging en bovendien vaak niet toegesneden op nieuwe kwesties zoals dir rond biotechnologie. De handhaving van juridische regels blijkt steeds meer een probleem. In een dergelijke situatie kan de verhouding tussen wetgeving en moraal beter worden gezienals een tweerichtingsverkeer. Hierbij is er zowel tijdens het wetgevingsproces als tijdens het implementatieproces een voortdurende wisselwerking tussen ontwikkeling van morele normen en rechtsontwikkeling. Deze benadering past ook een andere visie op wetgeving. De explosieve en communicatieve functies van de wet komen dan meer op voorgrond te staan.

Overig | Rode draad | Recht en ethiek | Verdieping | Verdiepend artikel
februari 1998
AA19980079

Wie heeft recht op rechtvaardigheid?

Toekomstige generaties en klimaatrechtvaardigheid

L.M. Henderson

Post thumbnail Klimaatrechtvaardigheid dwingt ons na te denken over het subject van rechtvaardig­heid. Mensen overal ter wereld, niet-menselijke dieren, de natuur en toekomstige generaties worden in de discussie over klimaatrechtvaardigheid genoemd als potentiële gerechtigden van rechtvaardigheid. Deze bijdrage richt zich op deze vele mogelijke subjecten van rechtvaardigheid. Ik introduceer een opvatting van rechtvaardigheid die de noodzaak van gelijke participatie van alle betrokkenen in het politieke debat over rechtvaardigheid benadrukt. Vervolgens spits ik mijn onderzoek toe op toekomstige generaties. Deze invalshoek laat duidelijk zien wat de fundamentele uitdaging is van rechtvaardigheid. Ik sluit af met een aantal concrete oplossingen.

Opinie | Opiniërend artikel
juni 2020
AA20200558

Wie stelt, bewijst

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

“Juristen worden opgevoed met ‘wie stelt, bewijst’, maar de vraag naar het waarom van dit principe blijft vaak onderbelicht. Voor een antwoord op die vraag moeten we een beetje uitzoomen” Dat doen Harm Kloosterhuis & Carel Smith in deze column dan ook.

Perspectief | Column
mei 2021
AA20210505

Woonruimteverdeling en onderbedeling; etnische minderheden op de woningmarkt

M.A. Loth

Onderwerp van dit artikel is de huisvesting van etnische minderheden in Nederland. Het is de bedoeling om in een rechtssociologische benadering enerzijds een feitelijke beschrijving te geven van de problemen waarmee allochtonen op de woningmarkt kampen, anderzijds aan te duiden in hoever het recht daarin een rol speelt. Deze probleemanalyse gaat uit van twee veronderstellingen. In de eerste plaats wordt de volkshuisvesting gezien als een verdelingsvraagstuk; het schaarse goed woonruimte staat hierbij centraal. Men spreekt ook wel van een ‘zero sum game’; wat de een wint, verliest een ander, de som is altijd nul. Zowel uit een oogpunt van budgettaire realiteitszin, als uit een oogpunt van wetenschappelijke vraagstelling, is het opportuun uit te gaan van de bestaande woningvoorraad. De mogelijkheid van uitbreiding wordt, bij wijze van ceteris paribus clausule, uitgesloten. Het blijft natuurlijk een desideratum van de eerste orde. In de tweede plaats wordt verondersteld dat de uitkomst van de verdeling van woonruimte de resultante is van de werking van de woningmarkt in het algemeen, en de distributie van overheidswege in het bijzonder. De onderlinge samenhang van beide niveau's komt hieronder nog aan de orde. Vanuit dit uitgangspunt wordt onderzocht wat de positie van etnische minderheden op de woningmarkt is. Of anders geformuleerd: hoe groot hun deelname in het zero sum game is. Daartoe worden in 1 achtereenvolgens de algemene en bijzondere problemen van allochtonen op de woningmarkt, en het overheidsbeleid terzake, beschreven. Vervolgens komt in 2 de woningdistributie aan de orde, haar functioneren en betekenis voor de problemen van etnische minderheden. Tot slot wordt in 3 getracht de resultaten in een model samen te vatten, om van daaruit een desideratum te formuleren. In de titel ligt de uitkomst van het verdelingsproces voor etnische minderheden al besloten. Nergens werd het treffender geformuleerd als in ‘schone mensen in schone woningen, vuile in vuile ... ’.

oktober 1981
AA19810573

Woord vooraf

J. van Dijk, E.E. Nauta, T.A. van Polanen, M.D. Reijneveld, D.B. Sander

Dit is het Woord Vooraf van de redactiecommissie bij het Bijzonder Nummer 2020 van Ars Aequi over 'Concurrentie'.

Bijzonder nummer | Concurrentie
juli 2020
AA20200650

Zij die geboren worden groeten u

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

In 1988 schreef Hans Nieuwenhuis het artikel ‘Zij die geboren worden groeten u’ over de aansprakelijkheid jegens toekomstige generaties. Harm Kloosterhuis & Carel Smith laten in deze aflevering van Vijf Minuten Rechtsfilosofie zien hoe actueel dat artikel nu is.

Perspectief | Column
maart 2021
AA20210307

Zolang de onderdanen slechts aan de algemene wil onderworpen zijn, gehoorzamen zij niemand – alleen hun eigen wil

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

“Zolang de onderdanen slechts aan de algemene wil onderworpen zijn, gehoorzamen zij niemand – alleen hun eigen wil”, aldus Rousseau, die onderwerp is van deze column.

Perspectief | Column
februari 2021
AA20210197

Zorgplichten en zorgethiek

T.F.E. Tjong Tjin Tai

Zorgplichten zijn een bekend verschijnsel in het recht. De Hoge Raad gebruikt de term regelmatig, de wetgever vraagt zich af of er niet vaker met zorgplichten gewerkt moet worden, en in de literatuur wordt er veelvuldig over gesproken. Toch is er nauwelijks aandacht voor de vraag wat een zorgplicht eigenlijk is. Zon vraag is eigenlijk misschien niet zozeer juridisch als wel filosofisch: er wordt een vertrouwd begrip geproblematiseerd. Niettemin zou het ook voor de rechtspraktijk zinvol kunnen zijn als duidelijk wordt wat zorgplichten precies zijn. Ik zal dit laten zien aan de hand van n kwestie, namelijk de autonomie van de schuldenaar bij zorgplichten binnen overeenkomst.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
september 2007
AA20070702