Resultaat 1009–1020 van de 1117 resultaten wordt getoond

Stenen voor brood

Tweeluik over Romeinsrechtelijk onderwijs

J.A. Ankum

Op 22 september 1992 werd in Amsterdam het congres 'Société internationale pour l'histoire des droits antiquités' gehouden. Professor Zwalve (RUG) gaf daar een lezing over de toekomst van het Romeinsrechtelijk onderwijs. Zijn pleidooi kwam erop neer dat bestudering van het Romeinse recht alleen zin heeft als het gezien wordt in verbinding met het hedendaagse recht en dat het onderwijs in dat vak zich met name op die verbinding moet richten. Deze visie lokte veel reactie uit van onder anderen professor Ankum (UvA). Hij vindt de visie van Zwalve op het Romeinse recht onhoudbaar en is van mening dat sinds in Duitsland in 1900 het Romeinse recht als geldend recht werd afgeschaft, het Romeinse recht uitsluitend volgens de nieuw-humanistische methode bestudeerd kan worden. Deze tegengestelde stellingnames waren voor de redaktie van Ars Aequi aanleiding om beide hoogleraren uit te nodigen de discussie in dit blad voort te zetten.

Perspectief | Perspectiefartikel
juni 1993
AA19930459

Straf(proces)recht de toegevoegde waarde van de spiegel!

J.F. Nijboer bewerkt door P.A.M. Mevis

Internationale straf(proces)rechtelijke rechtsvergelijking wordt vrij algemeen erkend als een belangrijke tak van de strafrechtswetenschappen. Er bestaan specialisten en er is ook een grote groep wetenschappers en practici die zich om uiteenlopende redenen met de vergelijking bezig houden. Net als is het privaatrecht is het mogelijk om rechtsfamilies te onderscheiden. Naar het oordeel van de auteur is het nut van zo'n onderscheiding afhankelijk van het motief of doel van de rechtsvergelijkende exercitie. Voor een grondig inzicht in stelsels en families is het wezenlijk het recht niet te technisch op te vatten, maar oog te hebben voor de (historische) ontwikkeling en de maatschappelijke (economische, sociale, politieke, levensbeschouwelijke) context: recht als integrerend onderdeel van de cultuur. In dit opstel worden uiteenlopende aspecten van de internationale vergelijking van straf- en strafprocesrecht belicht, met gebruikmaking van praktijkvoorbeelden.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940381

Strafrecht als ultimum remedium Levend leidmotief of archaïsch desideratum?

Levend leidmotief of archaïsch desideratum?

J.H. Crijns

Post thumbnail Elke rechtenstudent wordt tijdens zijn studie geconfronteerd met de gedachte dat het strafrecht moet worden beschouwd als ultimum remedium; alleen als (is gebleken dat) geen enkel ander middel geschikt is, dient te worden gekozen voor de inzet van het strafrecht. De in de toepassing van het strafrecht besloten liggende gedachte van subsidiariteit gaat in die zin reeds aan het gehele strafrecht vooraf. Het is echter geen geheim dat de ultimum remedium-gedachte het de laatste jaren moeilijk heeft.

Verdieping
januari 2012
AA20120011

Stroomlijning van het hoger beroep in strafzaken (Digitaal boek)

P.G. Wiewel, R.E. de Winter

Post thumbnail In dit boek wordt getracht de mogelijke consequenties van de in 2007 inwerkingtreding Wet stroomlijning hoger beroep te belichten. De auteurs zijn vrijwel allemaal raadsheer bij gerechtshof Amsterdam.

9789069167114 - 22-01-2007

Summum ius summa iniuria

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

In deze column bespreken Carel Smith & Harm Kloosterhuis Erasmus en Radbruch die op hun beurt de rechtsspreuk 'summum ius summa iniuria' van Cicero bespreken.

Perspectief | Column
april 2021
AA20210416

Symboolrechtspraak: over recht doen aan samenleving en individu

Taal in de internationaal-strafrechtelijke praktijk

A.M.M. Orie

Welke talen spreken en schrijven de rechters en andere procesdeelnemers in de Internationale Tribunalen? In welke talen zijn de rechtsbronnen gesteld? En van welke talen bedienen de gerechten zich als instituut? Deze vragen, die overigens niet uitsluitend aan de orde zijn in de internationale strafrechtspleging, staan in deze bijdrage op de voorgrond.

Bijzonder nummer | Recht & taal
juli 2015
AA20150612

Tegenspraak in de rechtswetenschap

R.A.J. van Gestel

Post thumbnail

De vraag of tegenspraak binnen de rechtswetenschap voldoende georganiseerd is laat zich moeilijk in algemene zin beantwoorden, alleen al omdat onze discipline heel pluriform is en in toenemende mate internationaal, terwijl tegenspraak verschillende vormen kan aannemen en een toetsingskader voor wat als ‘voldoende’ wordt beschouwd ontbreekt. In deze bijdrage wordt niettemin de stelling betrokken dat juristen bij de beoordeling van hun onderzoek wel erg zwaar leunen op zelfregulering zonder daarbij kritisch te reflecteren op kwaliteitsstandaarden, op methodologische spelregels en op de inrichting van meer expliciete, op hoor en wederhoor gebaseerde, onpartijdige beoordelingsprocedures.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2017
AA20170878

Tenuitvoerlegging van een EHRM-uitspraak: verplichtingen, spelers en procedures

L.R. Glas

Voor de praktische betekenis van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is de tenuitvoerlegging van zijn uitspraken minstens even belangrijk als de uitspraken zelf. Om een uitspraak ten uitvoer te leggen, moet een staat verschillende maatregelen nemen en doelen bereiken. Het Comité van Ministers ziet toe op dit proces en kan, net als de staat en anderen, verschillende procedurele stappen zetten om tenuitvoerlegging te bespoedigen. 

Literatuur | Proefschriftbijdrage
juni 2016
AA20160478

Ter lering ende vermaak

V. Mak

Recht en literatuur zijn nauw met elkaar verbonden. In deze column legt Vanessa Mak uit waarom. Inclusief leestips!

Opinie | Column
oktober 2015
AA20150777

The Collapse of American Criminal Justice – W.J. Stuntz

M.A.H. van der Woude

Post thumbnail The Collapse of American Criminal Justicewerd door rechtsgeleerde William Stuntz afgerond op zijn sterfbed. Daardoor heeft hij niet meer kunnen meemaken wat het boek teweeg heeft gebracht. Maartje van der Woude bespreekt in deze bijdrage het boek, dat volgens haar verplichte kost zou moeten worden voor Nederlandse juridische masterstudenten.

Literatuur | Boekbespreking
januari 2014
AA20140073

The duty of disclosure of information in England and France

J. den Boer, M.C. van Drempt, J. Lecoindre

Het tweede artikel behorend bij de reeks European Contract Law gaat over de informatieplicht bij de totstandkoming van contracten in Engeland en Frankrijk. Eerst wordt het Engelse recht besproken en vervolgens het Franse recht. De conclusie is dat er een grote verschil bestaat in de disclosure-verplichtingen. In Engeland bestaat er nauwelijks een informatieplicht waar een schending van een dergelijke plicht al vrij snel tot aansprakelijkheid leidt.

Verdieping | Studentartikel
juni 1994
AA19940407

Resultaat 1009–1020 van de 1117 resultaten wordt getoond