Mensenrechten
Resultaat 157–168 van de 433 resultaten wordt getoond
Het Straatsburgse oordeel over de ernstig geschokte rechtsorde, het slot van een trilogie
M.J. Borgers
Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 5 juli 2007, appl.no. 28831/04, ECLI:CE:ECHR:2007:0705DEC002883104 (Kanzi tegen Nederland) en Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 5 juli 2007, appl.no. 43701/04, ECLI:CE:ECHR:2007:0705DEC004370104 (Hendriks tegen Nederland) In deze annotatie, die een trilogie vormt met twee eerder gepubliceerde annotaties AA20070245 en AA20070798, wordt het Nederlandse begrip 'ernstig geschokte rechtsorde' vergeleken met het bij het EHRM bekende 'public disorder' in het kader van eisen voor de voorlopige hechtenis.
Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2007
AA20070981
Het zwijgrecht in het nadeel van de verdachteImplicaties van de op Britse leest geschoeide ‘adverse inferences’-rechtspraak van het EHRM voor de Nederlandse strafrechtspleging
Implicaties van de op Britse leest geschoeide ‘adverse inferences’-rechtspraak van het EHRM voor de Nederlandse strafrechtspleging
F.P. Ölçer
Momenteel wordt actief discussie gevoerd over een bepaalde vorm van beperking van het zwijgrecht van de verdachte in strafzaken, waarbij het gegeven dat de verdachte zwijgt tot nadeel leidt in het kader van de bewijsbeslissing. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft al vrij lang geleden toetsingsmaatstaven ontwikkeld voor een dergelijke omgang met het zwijgrecht, maar het van toepassing zijnde kader is ingewikkeld en op verschillende punten vatbaar voor verschillende interpretaties. Bovendien is opvallend dat de rechtspraak van het EHRM vooral georiënteerd is op het Britse systeem, hetgeen ook aanleiding geeft, in het licht van de mogelijkheid dat in Nederland sprake is van in ieder geval groeiende belangstelling voor de optie van nadeel verbinden aan het zwijgen, de Straatsburgse eisen gedetailleerd in beschouwing te nemen.
Advertorial
PAO cursus Actuele ontwikkelingen in het straf(proces)recht
Verdieping | Verdiepend artikel
december 2021
AA20211079
Resultaat 157–168 van de 433 resultaten wordt getoond





Dit artikel biedt een rechtsfilosofische analyse van het recht als bescherming van bepaalde partijen. Naast een conceptuele verheldering, besteedt het stuk in het bijzonder aandacht aan de grenzen van rechtsbescherming door een bespreking van ‘stille claims’, ontrechting en koloniaal onrecht.
Memory laws stellen ontkenning van grootschalige mensenrechtenschendingen uit het verleden – en soms ook uitingen als het bagatelliseren of rechtvaardigen van zulke misdaden – strafbaar. Zo heeft Polen het onlangs verboden om de Poolse natie verantwoordelijk te houden voor de Holocaust. Wat is de ratio achter zulke wetten en hoe verhouden die zich tot de vrijheid van meningsuiting?
Zo een vijf jaar geleden wees het Hof van Justitie van de Europese Unie arrest in de zaak van Google Spain tegen Mario Costeja González. Daarin erkende het rechtscollege het recht om te worden vergeten. Als er met behulp van een internetzoekmachine wordt gezocht op de naam van iemand, moet in voorkomend geval worden overgegaan tot verwijdering van de zoekresultaten die verwijzen naar webpagina’s waarop bepaalde informatie over deze persoon is te vinden. Dit op grond van de verwijder- en verzetsrechten waarin wordt voorzien door de privacywetgeving, indertijd de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en inmiddels, vanaf 25 mei 2018, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). 