Resultaat 37–48 van de 344 resultaten wordt getoond
P.M.J. Mendes de Leon
In deze aflevering van Onderbelicht aandacht voor internationale en Europese wetgeving op het gebied van passagiersbescherming en de soms vreemde beslissingen in de nationale en Europese rechtspraak op dit gebied.
Blauwe pagina's | Onderbelichtmei 2012AA20120334
C. van der Plas
Kan een Nederlandse rechter met toepassing van joods recht een echtscheiding uitspreken? Wat moet hij met de regel van Marokkaans familierecht op grond waarvan een rechter zelf voogd is? Kan hij met toepassing van Engels recht de doelstellingen van een trust wijzigen? En hoe zich op te stellen in een zaak die politiek gevoelig ligt? Wat te doen met een vordering uit ongerechtvaardigde verrijking ingesteld door een buitenlandse staat tegen zijn voormalig staatshoofd? Kan de rechter op vordering van het Verenigd Koninkrijk een publicatieverbod uitvaardigen voor een autobiografie van diens oud-geheim agent? Allemaal vragen die raken aan de taak van de Nederlandse burgerlijk rechter bij de toepassing van buitenlands recht
Literatuur | Proefschriftbijdragejanuari 2006AA20060065
A.M.E. Giuliano
Annotaties en wetgeving | Wetgevingoktober 2015AA20150821
A.S. Hartkamp
Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 28 juli 2016, C-168/15, ECLI:EU:C:2016:602 (Milena Tomášová/Ministerstvo spravodlivosti SR en Pohotovosť s.r.o.)
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 2016AA20160658
P. Vlas
Hoge Raad 31 mei 1996, nr. 16007, ECLI:NL:HR:1996:ZC2091, RvdW 1996, 133 C (Coppoolse/De Vleeschmeesters) Geding waarin in een casus over een faillissement speelt of naar Nederlands internationaal privaatrecht een vordering tegen een debiteur kan worden ingesteld nadat er in een ander land dan Nederland als reeds een faillissementsprocedure is geweest en deze is afgesloten bij het ontbreken aan baten. De Hoge Raad oordeelt dat naar Nederlands IPR dit mogelijk is en dat er in Nederland een vordering kan worden ingesteld om hetgene dat nog niet voldaan is te verkrijgen.
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 1997AA19970233
UCERF 9 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht
M. van den Brink
Marjolein van den Brink doet in deze bijdrage over trans*genders verslag van een omvangrijk rechtsvergelijkend onderzoek.
A.A.H. van Hoek
Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) (Vijfde kamer) 18 juli 2013, zaak C‑147/12, ECLI:EU:C:2013:490 (ÖFAB, Östergötlands Fastigheter AB/Frank Koot, Evergreen Investments BV (Öfab))
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 2013AA20130948
Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 15 januari 2014, zaak C-176/12, ECLI:EU:C:2014:2 (Association de Médiation Sociale (AMS)/Union locale des syndicats CGT en Laboubi)
Annotaties en wetgeving | Annotatieoktober 2014AA20140749
K.R.S.D. Boele-Woelki
De laatste bijdrage in de reeks Onderbelicht gaat over (internationaal) draagmoederschap. Er rijzen vele ethische, medische, fysische, psychologische en juridische vragen als een vrouw een kind baart met de bedoeling het kind af te staan aan wensouders met wie het kind al dan niet genetisch verwant is. Katharina Boele-Woelki belicht enkele van de problemen die kunnen ontstaan.
Blauwe pagina's | Onderbelichtdecember 2012AA20120898
C.M.D.S. Pavillon
De Europese Commissie ziet in een toename van de dwingendrechtelijke consumentenbescherming een manier om de in de Green Deal aangekondigde ‘groene transitie’ te bewerkstelligen. De relatie tussen dwingendrechtelijke bescherming en de overgang naar een circulaire economie is echter minder eenduidig dan de Commissie doet voorkomen. Dwingend consumentenrecht – denk aan het herroepingsrecht – staat de overgang naar een circulaire economie ook wel degelijk in de weg.
Bijzonder nummer | Recht & Natuurjuli 2022AA20220576
T. Elseman, M. Goudkade, A. van Staden ten Brink
De VN Model Law on Electronic Commerce en de EU de Richtlijn Elektronische handel uit, die inmiddels in ons Burgerlijk Wetboek is geïmplementeerd, en andere, thans geldende regelgeving, die rechtstreeks op elektronische handel ziet of daarvoor anderszins van groot gewicht is, vormen voorwerp van onderzoek in deze bundel.
9789069165226 - 29-03-2005
Hoge Raad 6 oktober 1995, nr. 15763, ECLI:NL:HR:1995:ZC1835, RvdW 1995, 202 C In dit arrest komt de problematiek rondom echtscheidingen en het IPR aan de orde. De vraag is welk rechtstelsel op verzochte echtscheiding aan de orde is. In de noot wordt uitgebreid ingegaan op de verschillen tussen het Nederlandse en Marokkaanse recht en de Wet Conflictenrecht Echtscheiding.
Annotaties en wetgeving | Annotatiemaart 1996AA19960196