Intellectuele-eigendomsrecht

Verlenging duur auteursrecht en naburige rechten

E.J. Arkenbout

De Europese Commissie in Brussel houdt de auteurswetgever in Nederland en de andere landen van de Europese Unie al enige jaren behoorlijk aan het werk. Sinds 1991 is een stroom richtlijnen over de lid-staten uitgestort en het ziet er niet naar uit dat die stroom op korte termijn opdroogt. In dit artikel wordt nader ingegaan op de wijze waarop Nederland inmiddels heeft voldaan aan de verplichting tot implementatie van één van die richtlijnen: de richtlijn betreffende harmonisatie van de beschermingstermijn van het auteursrecht en bepaalde naburige rechten (hierna: Duur-richtlijn).

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 1996
AA19960259

Verstappen/Picnic

Portretrecht, lookalike en commerciële parodie

D.J.G. Visser

Hoge Raad 22 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:621 (Verstappen/Picnic)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2022
AA20220692

Vertolkers van vinyl. Nabuurrechtelijke aspecten van de dj-set

B. Schipper

In 1993 heeft onze wetgever, mede onder invloed van de internationale ontwikkelingen, ervoor gekozenom de juridische bescherming van de prestatie van de uitvoerende kunstenaar onder te brengen bij hetregime van de Wet op de Naburige Rechten (WNR). Die keuze is niet zonder enige kritiek ontvangendoor de rechtspraktijk. Deze kritiek lijkt inmiddels wat verstomd te zijn. In deze bijdrage zal ik aan dehand van het werk van dj’s een poging wagen deze discussie weer wat nieuw leven in te blazen. Het zijnimmers de dj’s die ons al jaren laten ‘horen’ dat de klemtoon toch meer bij ‘kunstenaar’ dan bij ‘uitvoerende’zou moeten komen te liggen.

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2002
AA20020227

Verwarring en verwatering bij sieraden

D.J.G. Visser

Hoge Raad 19 mei 2017, nr. 16/01404, ECLI:NL:HR:2017:938 (All Round/Simstars)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2017
AA20170535

Voorrang voor internationaal IE-vermogensrecht

Th.C.J.A. van Engelen

Europees Octrooibureau (Grote Kamer van Beroep) 10 oktober 2023, gevoegde zaken G 1/22 en G 2/22 (C. Josefsson, F. Blumer, I. Beckedorf, G. Ambrasaitė-Balynienė, R. van Peursem, A. Ritzka, P. Gryczka)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2024
AA20240160

Vormmerken en de wezenlijke waarde van een wiebelsteen

D.J.G. Visser

HvJ EU 23 april 2020, ECLI:EU:C:2020:296 (Gömböc)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2020
AA20201061

Waar is Boek 9 dan gebleven?

J.B. Spath, D.J.G. Visser

Post thumbnail

Waarom is Boek 9 BW, het wetboek gereserveerd voor IE-rechten, er (nog) niet, terwijl we wel al geruime tijd een Boek 10 BW hebben? En zou Boek 9 BW er alsnog moeten komen? In deze bijdrage proberen de auteurs beide vragen te beantwoorden en doen zij een oproep aan de wetgever. Om beide vragen te beantwoorden is enig inzicht in de historie van het ongrijpbare Boek 9 nodig.

Opinie | Opiniërend artikel
mei 2017
AA20170381

Waar moet een gemeenschapsmerk worden gebruikt om het recht erop te handhaven?

Ch.E.F.M. Gielen

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 19 december 2012, ECLI:EU:C:2012:816, C-149/11 (ONEL/OMEL)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2013
AA20130686

Wagamama-Raja mama’s

Beschermingsomvang van merken na de Richtlijn betreffende de aanpassing van het merkenrecht der Lid-Staten

J.J. Brinkhof

High Court of Justice, Chancery Division, Londen (mr. Justice Hugh Laddie), ECLI:NL:XX:1995:AO0188, [1995] FSR 713; BIE 1996, p. 234 (Wagamama Ltd v. City Centre Restaurants PLC) De vraag is of met het intreden van het Europees merkenrecht de voorheen geldende regel van de Benelux Merkenwet (BWM) dat voor overeenstemming geen verwarring, doch slechts associatie vereist is, blijft bestaan. Om hier meer duidelijkheid over te geven wordt een uitspraak van een Engelse rechter besproken.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1997
AA19970239

Warner Brothers

H. Cohen Jehoram

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 17 mei 1988, ECLI:EU:C:1988:242, zaak 158/86 (Warner Brothers Inc., Metronome Video ApS/E.V. Christiansen) Uitspraak van het HvJ EG waarin aan de orde is in hoeverre een nationale auteursrechtelijke regeling met betrekking tot de verhuur van videobanden verenigbaar is met het vrij verkeer van goederen. In de noot wordt dieper op deze materie ingegaan waarbij er ook ingegaan wordt op eerdere jurisprudentie van het HvJ EG.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1990
AA19900176

Wat betekent ‘algemene indruk’ en ‘geïnformeerde gebruiker’ in het modellenrecht?

Ch.E.F.M. Gielen

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 18 oktober 2012, ECLI:EU:C:2012:641, C-101 en 102/11 (Neuman/Baena)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2014
AA20140044

Wat is een geldige reden?

Ch.E.F.M. Gielen

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 6 februari 2014, zaak C-65/12, ECLI:EU:C:2014:49 (Leidseplein Beheer/Red Bull)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2014
AA20140647