Burgerlijk recht

Resultaat 1069–1080 van de 3021 resultaten wordt getoond

Het recht op toegang tot noodzakelijke zorg

J.K.M. Gevers

Wat is de betekenis van het recht op gezondheidszorg in situaties van tekort, en wie kan de burger aansprakelijk stellen als hulp niet (tijdig genoeg) beschikbaar is? Juridische aanspraken op zorgontstaan eerst en vooral op grond van de wettelijke ziektekostenverzekeringen. Die maken dat de verzekeraar er jegens de verzekerde voor heeft in te staan dat die de noodzakelijke zorg kan krijgen. Recente rechtspraak toont dat de patiënt zijn aanspraak beter tot gelding kan brengen als het(slechts) om financiële tekorten gaat dan wanneer van feitelijke capaciteitstekorten sprake is. Ookde overheid is in dat laatste geval niet gemakkelijk aan te spreken. De toegang tot zorg kan op sommigepunten weliswaar beter gewaarborgd worden, maar tegelijk laat schaarste in de zorg zich niet door een eenvoudige juridische formule bezweren.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2003
AA20030437

Het recht van eendenkooi

J.A.M.A. Sluysmans

Post thumbnail

De eendenkooi is een van oorsprong Nederlandse vinding, waarvan de geschiedenis teruggaat tot in elk geval de vroege zestiende eeuw. Het hebben en houden van een eendenkooi is enkel toegestaan aan diegenen die beschikken over een zogenaamd recht van eendenkooi. Jacques Sluysmans legt uit wat dit inhoudt.

Blauwe pagina's | Bijzondere bepalingen
juni 2016
AA20160420

Het recht van grootouders op omgang met hun kleinkinderen

I. Goei

Anders dan vaak wordt gedacht zijn het niet alleen ouders, die recht op omgang met hun kinderen hebben. Onder bepaalde omstandigheden kunnen ook anderen een omgangsregeling met het kind krijgen. In dit artikel wordt ingegaan op de vraag, welke mogelijkheden voor grootouders openstaan, als zij een omgangsregeling met hun kleinkind(eren) willen. Hierbij worden de huidige (1988) wetgeving en jurisprudentie besproken en zal een voorstel tot een nieuwe wettelijke regeling met betrekking tot deze kwestie aan de orde komen. Tevens wordt een blik over de grenzen geworpen om te zien, hoe men dit probleem in het buitenland heeft aangepakt.

Bijzonder nummer | Ouderenrecht
oktober 1988
AA19880678

Het recht van vereniging en de ‘anti-democratische’ organisatie

B. Oosting

Na alle commotie rond de opvoering van Fassbinders vermeende antisemitische toneelstuk 'Het vuil, de stad en de dood' zijn de extremistische 'anti-democratische' groeperingen weer in het middelpunt van de belangstelling komen te staan.Hierdoor kwam de vraag naar de mogelijkheden tot juridische bestrijding van dergelijke organisaties prominent in beeld. Het meest geëigende instrument dat het Nederlandse recht kent is de beperking van het in de Grondwet neergelegde recht van vereniging door de artikelen 15 en 16 boek 2 BW. Door middel van deze artikelen kunnen organisaties verboden worden verklaard en/of worden ontbonden. In dit artikel volgt een beschouwing over de vraag of een democratie zich mag verweren tegen 'anti-democratische' organisaties en, zo ja, hoe ver men hierin mag gaan.Hierbij zal tevens het wetsontwerp verboden rechtspersonen, waarvan de parlementaire behandeling (1988) inmiddels is gevorderd tot en met het voorlopig verslag Eerste Kamer, aan de orde komen.

Verdieping | Studentartikel
juni 1988
AA19880359

Het recht werpt niet altijd zijn schaduw vooruit

R. de Bock

Aan de hand van een voorbeeld van restitutie van opleidingsgeld legt Ruth de Bock uit dat het recht niet altijd werkt zoals het bedoeld is.

Opinie | Column
februari 2020
AA20200168

Het reservaat van de pacht

W.L. Valk

Post thumbnail Onze kijk op de landbouw is veranderd en daarmee ook die op de pacht. Dat leidt tot een spanning tussen de strenge dwingendrechtelijke regeling van de pacht en de praktijk. Eenmalige pacht en geliberaliseerde pacht hebben het tij niet kunnen keren. Reguliere pacht is verworden tot een onwenselijk juridisch reservaat.

Opinie | Amuse
december 2012
AA20120900

Het risico van een Banksy

S. Steneker

Onlangs werd op een veiling een schilderij van Banksy verkocht dat zich onmiddellijk na de verkoop "spontaan" vernietigde. Hoe deze unieke gebeurtenis een schoolvoorbeeld kan worden, legt Sander Steneker uit in deze column.

Opinie | Column
november 2018
AA20180903

Het SER-advies van 15 mei 1992 over de betrokkenheid van de ondernemingsraad bij de voorbereiding van belangrijke beleidsbeslissingen en projecten

J. Zegers

Volgens een in 1987 uitgevoerd onderzoek is één van de knelpunten in het functioneren van ondernemingsraden dat ze in het algemeen pas op een laat tijdstip bij adviesplichtige besluiten worden betrokken. De onderzoekers wijten dit onder andere aan het huidige systeem van artikel 25 van de Wet op de Ondernemingsraden. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 1989 aan de SER de vraag voorgelegd of dit 'knelpunt' aanleiding is om tot wijziging van de Wet op de Ondernemingsraden over te gaan. De SER heeft deze vraag beantwoord in zijn advies van 15 mei 1992. Het standpunt van de SER is het onderwerp van dit artikel.

Verdieping | Studentartikel
december 1992
AA19920762

Het testament van de Queen: only a family affair?

L.A.G.M. van der Geld

Naar aanleiding van het overlijden van Queen Elizabeth II bespreekt Lucienne van der Geld in deze column waarom we waarschijnlijk nooit zullen weten wat er in haar testament staat, ondanks dat testamenten in de UK, in tegenstelling tot in Nederland, doorgaans wél openbaar worden gemaakt.

Opinie | Column
oktober 2022
AA20220766

Het toepassingsbereik van de algemenevoorwaardenregeling

Over diensten en de reflexwerking van de grijze en zwarte lijst

H.N. Schelhaas

Hoge Raad 2 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:835, RvdW 2023/612 en Hoge Raad 8 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:1197, NJ 2023/333

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2024
AA20240049

Het toezicht op de financiële sector

M. de Graaff, H.J. Scheffer

De financiële wereld is sinds het begin van de jaren tachtig zeer sterk in beweging. Aangezien deze sector algemeen beschouwd wordt als een van de meest belangrijke in de economie, is overal ter wereld getracht door middel van wetgeving hierop grip te krijgen. De belangrijkste Nederlandse wetten op dit gebied zijn de Bankwet en de Wet Toezicht Kredietwezen. De thans geldende versie van de WTK werd in 1978 ingevoerd, juist voordat een reeks nieuwe inzichten en ontwikkelingen doorbrak. In dit artikel wordt geschetst wat het belang van deze ontwikkelingen is voor het toezicht krachtens de Wet Toezicht Kredietwezen en de daarmee verbonden regelingen.

Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
mei 1988
AA19880302

Het varkensmestarrest

P.J.J. van Buuren

Hoge Raad 18 januari 1991, nr. 14096, ECLI:NL:HR:1991:ZC0115, RvdW 1991, 35, AB 1991, 241 m.nt. FHvdB. Ook bekend als het varkensmestarrest. In dit arrest forceert de Hoge Raad een doorbraak voor wat betreft schadevergoeding in geval van rechtmatig handelen door de overheid. I.c. was er sprake van wetgeving die een klein gedeelte van de varkensfokkers onevenredig zwaar treft doordat zij van de ene op de andere dag op een ander voedersysteem moeten overstappen. De Hoge Raad oordeelt dat de regeling waar dit nieuwe voedersysteem op gebaseerd is, niet onrechtmatig is maar doordat de Staat aan Leffers (een varkensboer die moest overstappen van de verboden voedermethode) geen schadevergoeding heeft aangeboden in het concrete geval onrechtmatige jegens Leffers is gehandeld en Leffers dientengevolge recht heeft op schadevergoeding. In de noot wordt dieper ingegaan op schadevergoeding in geval van rechtmatig overheidsoptreden waarbij verschillende uitspraken en literatuur wordt aangehaald.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1991
AA19910656

Resultaat 1069–1080 van de 3021 resultaten wordt getoond