Burgerlijk recht

Geschillen als handelswaar

Over cliffhangers en e-Court-soap

E. Bauw

Post thumbnail De werkwijze en het verdienmodel van het digitale arbitrage-instituut e-Court zijn en blijven omstreden. De Hoge Raad zal duidelijkheid moeten geven over de aanvaardbaarheid ervan. Tot die tijd ligt de ‘robotrechter’ stil. Is de commerciële benadering van geschillenbeslechting te verenigen met adequate rechtsbescherming? In ieder geval zal e-Court de kritiek serieuzer moeten nemen dan zij tot nu toe heeft gedaan.

Opinie | Opiniërend artikel
november 2018
AA20180890

Geschillen tussen aandeelhouders

M.J.G.C. Raaijmakers

Gerechtshof Amsterdam (Ondernemingskamer) 20 april 1989, ECLI:NL:GHAMS:1989:AD0725, Requestnr. 6/89 OK (Neerpelt Management BV/Best Golf & Country BV), niet gepubliceerd. De beslissing van de OK is de eerste uitspraak gedaan in een geschil tussen aandeelhoudsters na het in werking treden van de nieuwe wettelijke geschillenregeling van Afd. 1 Titel 8 Boek 2 BW. Opmerkelijk is echter de centrale overweging waarmede de uitspraak aanvangt: het enkele bestaan van een patstelling zou op zich nog niet een enquête rechtvaardigen. Door te verwijzen naar de wettelijke geschillenregeling lijkt de OK te suggereren dat het bestaan daarvan mede ten grondslag ligt aan zijn beslissing. Het werpt alles de vraag op hoe — meer nauwkeurig bepaald - beide regelingen (enquêterecht en geschillenregeling) zich verhouden. Op die vraag wordt in deze bijdrage verder ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1989
AA19890850

Gevaarzetting en doorbraak van aansprakelijkheid

S.M. Bartman

Hoge Raad 1 september 2009, nr. C07/203HR, ECLI:NL:HR:2009:BH4033, LJN: BH4033, NJ 2009/565, m. nt. PvS, JOR 2009/309, m. nt. Spinath (Comsys/Van den End q.q.) Faillissementsrecht. Procesrecht. Schending van de verplichting in de appeldagvaarding ex art. art. 111 lid 2, aanhef en onder j, Rv. het in art. 140 lid 2 Rv., genoemde rechtsgevolg te vermelden dat intreedt indien niet alle gedaagden op de voorgeschreven wijze in het geding verschijnen; voor de geïntimeerde jegens wie verstek is verleend en die in hoger beroep in het ongelijk is gesteld, stond zowel het rechtsmiddel van verzet als het rechtsmiddel van cassatieberoep open; nu cassatieberoep is ingesteld, kon geen verzet meer worden ingesteld; doorbraak van aansprakelijkheid; holding moedermaatschappij en enig aandeelhouder van dochtervennootschappen; vordering tot schadevergoeding bestaande in tekort faillissement dochter; bijzondere zorgplicht holding jegens crediteuren van gefailleerde dochter, welke zijn grondslag vindt in de door holding opgezette structuur met daaraan inherente risico’s voor de crediteuren van de gefailleerde dochter en de keuze om de activiteiten van de betreffende dochter ‘going concern’ voort te zetten in de wetenschap dat daardoor binnen de groep de crediteuren zouden worden benadeeld zodra de financiering in rekening-courant door holding zou worden beëindigd; in de gegeven omstandigheden diende holding zich de belangen van schuldeisers aan te trekken; holding die schuldeisers niet heeft gewaarschuwd voor penibele financiële positie van gefailleerde aansprakelijk voor tekort in faillissement van dochter; handelingen holding niet aan dochter toegerekend.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2010
AA20100102

Gevolgen van het Achmea-arrest voor de praktijk van de investeringsarbitrage binnen de EU

A.S. Hartkamp

Hof van Justitie EU (Grote Kamer) 6 maart 2018, C-284/16, ECLI:​EU:​C:​2018:​158 (Slowakije/Achmea), Ars Aequi 2018, p. 527-532, m.nt. P.J. Slot (AA20180527)

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 2018
AA20180732

Geweld binnenshuis: uithuisplaatsing plegers in discussie

K.D. Lünnemann

Dit artikel behandelt de problematiek van huiselijk geweld en de daarmee samenhangende vragen omtrent uithuisplaatsing. Het lijkt erop dat de trend voorzet om in plaats van de slachtoffers in veiligheid te brengen , de dader het huis uit te plaatsen.

Opinie | Opiniërend artikel
december 2002
AA20020882

UCERF 15 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

Gewone verblijfplaats in het Europees familierecht

I. Sumner

Het begrip ‘de gewone verblijfplaats’ speelt een cruciale rol in het internationale familierecht. Het is een belangrijke aanknopingsfactor in veel Haagse verdragen en in EU-verordeningen voor uitlopende aspecten van grensoverschrijdende families. Het is een begrip dat open staat voor interpretatie en is belangrijk, bijvoorbeeld omdat het kan leiden tot rechtsmacht van de Nederlandse rechter. Het […]

Gezagsrelatie twijfelachtig: een nawoord

J. Dekker-Dingemans, T.M. ter Horst-Wielinga

Nawoord bij een reactie op een eerder artikel over de noodzaak tot het afsluiten van een aansprakelijkheidsverzekering ten behoeve van vrijwilligers. De oorspronkelijke auteurs betogen dat in geval van vrijwilligerswerk het twijfelachtig is of er een gezagsrelatie bestaat tussen de vrijwilligersorganisatie en de vrijwilliger.

Opinie | Reactie/nawoord
februari 1991
AA19910145

Gezamenlijk gezag na echtscheiding

H. Heijermans

Wie voor 1 januari 1998 ging scheiden en als ouder het gezag over de kinderen wilde blijven delen , had pech als de andere ouder daar geen zin in had: het daartoe benodigde 'eensluidende verzoek' aan de rechter kon dan niet tot stand komen. zo`n ouder lijkt nu beter af: het gezamenlijk gezag loopt na scheiding automatisch door en voor de 'onwillige' ouder die toch eenoudergezag wil is een drempel opgeworpen in de vorm van het vereiste: wie het eenhoofdig gezag wil, zal moeten stellen dat en waarom het belang van het kind daarmee gediend is. Komt eenoudergezag tot stand, dan openen zich overigens nieuwe perspectieven: de ouder met gezag kan dat gezag gaan delen met een partner, zonder dat de andere ouder een vetorecht heeft. Was het voor 1998 dan toch beter geregeld voor de ouder die niet in het gezag mocht delen?

Verdieping | Studentartikel
november 1999
AA19990784

Gezichtsherkenningstechnologie in de opsporing: tijd voor onafhankelijk toezicht?

W.Y. Hu, M.W. Kouwenberg

Gezichtsherkenningssoftware zoals Clearview AI biedt mogelijkheden voor opsporingsautoriteiten, bijvoorbeeld doordat het identificatie van verdachten eenvoudiger maakt. Vanuit privacyoogpunt is de inzet van dergelijke technologie echter niet zonder bezwaren. Tegelijkertijd is het toezicht op gegevensverwerking door de politie beperkt. Daarom pleiten de auteurs voor een onafhankelijk orgaan dat toezicht houdt op onder andere deze, voor burgers potentieel ingrijpende, wijze van gegevensverwerking.

Opinie | Redactioneel
januari 2023
AA20230003

Gezondheid als mensenrecht

Overpeinzingen in het licht van de coronacrisis

B. Toebes

Post thumbnail

De coronacrisis laat ons zien dat volksgezondheid een groot maar ook kwetsbaar goed is. Net als rechten op privacy, fysieke integriteit en godsdienstvrijheid ligt de bescherming van de gezondheid verankerd in onze Grondwet en in een reeks mensenrechtenverdragen waar Nederland partij bij is. Wat zijn de implicaties van deze norm, en wat is de betekenis ervan in de coronacrisis?

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2021
AA20210225

Gezondheidsrecht en ouderen, het vertegenwoordigingsvraagstuk

H.D.C. Roscam Abbing

In dit artikel komt het vertegenwoordigingsvraagstuk in het gezondheidsrecht aan de orde en dan met name waar het betrekking heeft op ouderen. Soms kan het zo zijn dat een oudere zichzelf niet meer kan verzorgen en/of vertegenwoordigen. In dit artikel wordt aandacht besteed aan bestaande en speciale regelingen voor ouderen. Ook wordt heet leerstuk van de informele vertegenwoordiging en de verantwoordelijkheid van de arts behandeld.

Bijzonder nummer | Ouderenrecht
oktober 1988
AA19880665

Gezonken golfballen

J.E. Jansen

Wie is de eigenaar van golfballen die in het water zijn beland bij een potje golf? Mogen ze door eenieder worden opgedoken en verkocht? Jelle Jansen gaat hierop in in zijn column ‘Gezonken golfballen’.

Opinie | Column
maart 2013
AA20130208