Burgerlijk recht

Resultaat 637–648 van de 3021 resultaten wordt getoond

De Uitvoeringswet Verordening erfrecht

A.M.E. Giuliano

Op 14 november 2014 is de Uitvoeringswet Verordening erfrecht in het Staatsblad gepubliceerd. Deze wet geeft uitvoering aan de op 4 juli 2012 vastgestelde Europese Verordening erfrecht (hierna: ‘de Verordening’). Met de Verordening wordt het eenvoudiger om een grensoverschrijdende nalatenschap af te wikkelen. In deze bijdrage wordt ingegaan op de Uitvoeringswet bij de Verordening die om voor de hand liggende redenen op 17 augustus 2015, gelijk met de Verordening, in werking is getreden.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
oktober 2015
AA20150821

De vangnet-beschikking (art. 4:30 BW); de allereerste uitspraak van de Hoge Raad over het sinds 2003 geldende erfrecht

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 8 juni 2007, nr. R06/057HR, ECLI:NL:HR:2007:BA2507, LJN: BA2507 Erfrecht. Afgewezen verzoek van onterfde echtgenote van erflater op voet van artikel 4:30 BW tot bevel aan testamentair erfgenaam mee te werken aan vestiging van verzorgingsvruchtgebruik en aan executeurs tot boedelbeschrijving; strekking artikel 4:30 BW en opheffingsgronden als bedoeld in artikel 4:33 lid 2 BW; bepaling behoefte.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2007
AA20070793

De veilige stad als collectief doel (Digitaal boek)

E.W. Kolthoff, J.W. Sap

Post thumbnail Wat moeten we verstaan onder de veilige stad? Vanuit juridische, criminologische, historische en culturele visies, geven de auteurs antwoorden op brandende vragen van vandaag.

9789492766687 - 08-05-2019

De veranderende rol van de Nederlandse rechter

W. Sorgdrager

Post thumbnail Het machtsevenwicht van de trias politica is geen statisch gegeven. De machten verschuiven ten opzichte van elkaar. Lange tijd is de rechter gezien als de zwakste van deze staatsmachten, maar door de toegenomen mondigheid van de burger worden meer vragen aan de rechter voorgelegd. De rechter moet daarop responderen. In die respons speelt ook de toetsing aan het internationale recht een grote rol. Deze veranderende positie van de rechter kan nu niet meer als de ‘zwakste’ van de drie staatsmachten beschouwd worden. Dat schuurt wel eens.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2020
AA20200874

De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)

C.D.J. Bulten, C.J.H. Jansen

In dit artikel behorende bij de rode draad 'Canon van het Recht' wordt ingegaan op de VOC die bekend staat als de eerste Nederlande kapitaalvennootschap; de voorloper van de huidige N.V. In het artikel wordt ingegaan op de zeggenschapsstructuur, bevoegdheden en aansprakelijkheidbeperkingen.

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
mei 2009
AA20090339

De verhouding tussen sportregel en rechtsregel

C. Boon

In deze eerste bijdrage aan de Rode draad wordt ingegaan op het karakter van sport, de verschillen tussen rechts- en sportregels en wordt civielrechtelijke jurisprudentie besproken die ziet op de aansprakelijkheid bij schade ontstaan in sportsituaties.

Overig | Rode draad | Sport en recht
januari 1996
AA19960023

De verklaring voor recht

N.E. Groeneveld-Tijssens

Nadine Groeneveld-Tijssens promoveerde op 29 juni 2015 aan Tilburg University op haar dissertatie De verklaring voor recht. Haar promotor en tweede promotor waren prof.mr. A.C. van Schaick en prof.mr. J.B.M. Vranken. In deze bijdrage vertelt zij waar haar stellingen in de kern op neerkomen.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
december 2015
AA20151025

De vermogensrechtelijke positie van de muziekliefhebber in tijden van iTunes en Spotify

N.F.W. Sturris

Post thumbnail

In dit artikel staat de vraag centraal in hoeverre de vermogensrechtelijke positie van een gebruiker van downloads via iTunes en Spotify Premium vergelijkbaar is met die van de eigenaar van de muziek-cd. In een tijdperk van streamingabonnementen en digitale toegangsverleners moet men niet meer denken in obsoleet rakende termen als ‘exemplaren’. Bepalend is het mede door techniek en contract ingevulde gebruiksrecht.

Bijzonder nummer | De eigendom voorbij
juli 2018
AA20180590

De vermoorde bruid

S.C.J.J. Kortmann, A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 7 december 1990, nr. 14036, ECLI:NL:HR:1990:ZC0071, RvdW 1991, 5. Ook bekend als De vermoorde bruid. In deze uitspraak van de Hoge Raad en met name de procedure daaraan voorafgaand staat centraal in hoeverre het voor de gewezen echtgenoot centraal mogelijk is om aanspraak te maken op de erfenis van door hemzelf vermoorde erflater. In de weergegeven tekst komt met name naar voren dat de moordenaar onwaardig is om te erven. De enige rechtsoverweging van de Hoge Raad die is afgedrukt ziet met name op de redelijkheid en billijkheid die van invloed is op de ontbonden huwelijksgemeenschap. De Hoge Raad oordeelt dat het hof een juiste maatstaf heeft aangelegd en juist heeft geoordeeld door te zeggen dat het in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is de achtergebleven echtgenoot de helft van de ontbonden gemeenschap toe te kennen. In de noot wordt hier dieper op in gegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1991
AA19910679

De verwatering van het onderscheid tussen huwelijkse voorwaarden en echtscheidingsconvenant

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 30 maart 2012, nr. 10/05506, ECLI:NL:HR:2012:BV3103, LJN: BV3103, NJ 2012, 422, m.nt. L.C.A. Verstappen Niet-nakoming periodiek verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden. Bij echtscheiding gesloten overeenkomst over verrekening vermogen niet vernietigbaar op grond van artikel 6:229 BW (voortbouwende overeenkomst). Artikelen 1:132 e.v. BW ook van toepassing op bij echtscheiding overeengekomen verrekening. Artikel 3:199 BW (uitsluiting dwalingsregeling art. 6:228-230 BW) niet beperkt tot dwaling over waarde.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2012
AA20120630

De Vleeschmeesters: over de opheffing van een Frans faillisement en de gevolgen daarvan in Nederland

P. Vlas

Hoge Raad 31 mei 1996, nr. 16007, ECLI:NL:HR:1996:ZC2091, RvdW 1996, 133 C (Coppoolse/De Vleeschmeesters) Geding waarin in een casus over een faillissement speelt of naar Nederlands internationaal privaatrecht een vordering tegen een debiteur kan worden ingesteld nadat er in een ander land dan Nederland als reeds een faillissementsprocedure is geweest en deze is afgesloten bij het ontbreken aan baten. De Hoge Raad oordeelt dat naar Nederlands IPR dit mogelijk is en dat er in Nederland een vordering kan worden ingesteld om hetgene dat nog niet voldaan is te verkrijgen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1997
AA19970233

De vlucht naar voren in de Digital Services Act

P.T.J. Wolters

Post thumbnail De voorgestelde Digital Services Act herziet het juridische kader voor de aansprakelijkheid en verantwoordelijkheden van onlineplatforms. Het voorstel neemt de vlucht naar voren met gedetailleerde regels en nieuwe verplichtingen. De uitgangspunten van het bestaande recht blijven echter onveranderd gelden. De Digital Services Act leidt hierdoor niet tot een fundamentele herziening van het juridische kader.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2022
AA20220191

Resultaat 637–648 van de 3021 resultaten wordt getoond