Burgerlijk recht

Resultaat 625–636 van de 3048 resultaten wordt getoond

De spreekuurrechter: nader onderzoek gewenst

J.W.H. Lemmen, J. van Mourik

De spreekuurrechter beoogt snelle en toegankelijke rechtspraak te bieden. Of deze ontwikkeling wenselijk is, is echter nog niet eenduidig aan te geven. Daar is nader onderzoek voor nodig. In dit redactioneel worden enkele suggesties gedaan om de voor- en nadelen van de spreekuurrechter in kaart te brengen.

Opinie | Redactioneel
maart 2018
AA20180187

De springende roofkat

H. Cohen Jehoram

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 11 november 1997, zaak C-251/95, ECLI:EU:C:1997:528 (SABEL BV/Puma AG, Rudolf Dassler Sport) Het criterium ‘gevaar voor verwarring, inhoudende de mogelijkheid van associatie met het oudere merk’, als bedoeld in de eerste Merkenrecht richtlijn moet aldus worden uitgelegd, dat gevaar voor verwarring niet reeds aanwezig kan worden geacht, indien het publiek twee merken wegens hun overeenstemmende begripsinhoud met elkaar zou kunnen associëren.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1998
AA19980700

De Staat/Van Amersfoort

Rode draad

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 9 februari 1990, nr. 14130, ECLI:NL:HR:1990:AC0747 (Staat/Van Amersfoort) In deze noot wordt ingegaan op een uitspraak van de Hoge Raad waarbij er in het geding was wat de reikwijdte van art. 21 Interimwet Bodemsanering was, welke wet het kostenverhaal bij bodemsanering op de vervuiler regelt. Daarbij komt de verhouding met het aansprakelijkheidsrecht aan de orde. In de noot wordt de totstandkomingsgeschiedenis van art. 21 Interimwet Bodemsanering besproken en komt de reikwijdte ervan aan de orde. Daarbij wordt tevens ingegaan op de verhouding met de civielrechtelijke onrechtmatige daadsactie.

Annotaties en wetgeving | Annotatie | Overig | Rode draad | Milieurecht
november 1990
AA19900871

De stelplicht: geen kraaienpoot maar een ‘sinkhole’

K.G.F. van der Kraats

Kim van der Kraats promoveerde op 1 september 2017 aan de UU met het proefschrift De eigen(aardig)heid van de kantonrechter. Zij onderzocht of en in hoeverre de kantonrechter het civiele proces anders vormgeeft en procesrechtelijke bepalingen anders hanteert dan de civiele rechter. Nagegaan is welke consequenties de overeenkomsten en verschillen hebben voor de kwaliteit van het civiele proces en er worden aanbevelingen gedaan voor verbetering. Op basis van dossieronderzoek en interviews is geconcludeerd dat de verschillen tussen kantonrechters en civiele rechters zeer beperkt zijn en zelfs zodanig beperkt dat wordt aanbevolen om het onderscheid tussen deze beide type rechters op te heffen. In dit artikel wordt één overeenkomst tussen de beide type rechters uitgelicht, namelijk de wijze waarop rechters omgaan met de stelplicht.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
maart 2018
AA20180262

De strijd om vuilnis in het strafrecht en in het privaatrecht

J.E. Jansen

Post thumbnail Van wie is vuilnis dat iemand aan de straat zet, in een afvalbak gooit of naar de gemeentelijke milieustraat brengt? Is er sprake van prijsgeving of van overdracht? Dat is niet alleen in het privaatrecht van belang, maar ook in het strafrecht: het is immers onmogelijk een zaak die van niemand is te stelen en het wegmaken van een zaak zonder eigenaar is evenmin strafbaar. Welke gezichtspunten gelden in strafrechtelijke uitspraken waarin van belang is of een zaak zonder eigenaar is of niet en of iemand daar al dan niet van uit mag gaan, en wat leren deze uitspraken voor het privaatrecht? Aanleiding voor deze bijdrage vormt een recent arrest van de Hoge Raad waarin de motivering dat sprake was van prijsgeving te wensen overlaat.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2024
AA20240993

De structuur van het Goederenrecht

Th.F. de Jong

In het proefschrift waarvan in dit artikel melding wordt gemaakt staat de structuur van het goederenrecht van het Nieuw-BW centraal waarbij vooral wordt ingegaan op de nieuwe regeling rondom eigendom op zaken en rechthebbende zijn op vorderingen.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
december 2006
AA20060923

De Sturgeon-uitspraak van het Europese Hof van Justitie inzake passagiersrechten in het luchtvervoer. Quod est corrigendum

P.M.J. Mendes de Leon

In deze aflevering van Onderbelicht aandacht voor internationale en Europese wetgeving op het gebied van  passagiersbescherming en de soms vreemde beslissingen in de nationale en Europese rechtspraak op dit gebied.

Blauwe pagina's | Onderbelicht
mei 2012
AA20120334

De suggestiebevoegdheid van de civiele rechter, niets nieuws onder de (Caribische) zon

F.J.P. Lock

Post thumbnail Door belijders van het beginsel van de actieve civiele rechter wordt niet zelden jaloers naar naar het Caribisch deel van het Koninkrijk gekeken. Waarom dat zo is, legt Pieter Frans Lock uit in deze bijdrage in de reeks over Caribisch recht.

Blauwe pagina's | Caribisch recht
februari 2019
AA20190092

De symbolische betekenis van de nieuwe euthanasiewet

J.P. de Haan

Veel voor- én tegenstanders van de nieuwe euthanasiewet denken dat euthanasie voorheen slechts gedoogd werd, maar dat het nu gelegaliseerd is. In werkelijkheid verandert deze wet echter, inhoudelijk gezien, zowel feitelijk als juridisch weinig aan de reeds bestaande situatie. Een belangrijk doel van de wet is dat artsen euthanasie in een groter aantal gevallen melden, opdat de maatschappelijke controle op de euthanasiepraktijk vergroot wordt. Het is echter zeer twijfelachtig of de enkele symbolische betekenis van deze wet tot een grotere meldingsbereidheid zal leiden.

Opinie | Opiniërend artikel
november 2001
AA20010882

De taak van de rechter en het IPR

C. van der Plas

Kan een Nederlandse rechter met toepassing van joods recht een echtscheiding uitspreken? Wat moet hij met de regel van Marokkaans familierecht op grond waarvan een rechter zelf voogd is? Kan hij met toepassing van Engels recht de doelstellingen van een trust wijzigen? En hoe zich op te stellen in een zaak die politiek gevoelig ligt? Wat te doen met een vordering uit ongerechtvaardigde verrijking ingesteld door een buitenlandse staat tegen zijn voormalig staatshoofd? Kan de rechter op vordering van het Verenigd Koninkrijk een publicatieverbod uitvaardigen voor een autobiografie van diens oud-geheim agent? Allemaal vragen die raken aan de taak van de Nederlandse burgerlijk rechter bij de toepassing van buitenlands recht

Literatuur | Proefschriftbijdrage
januari 2006
AA20060065

De terugkeer van de actio furti?

J.E. Jansen

Post thumbnail Sinds 30 maart 2011 kunnen winkeleigenaren die het slachtoffer zijn van diefstal van de dief een ‘overlastdonatie’ (?!) vorderen van 151 euro. Regionale experimenten met de regeling gelden sinds 30 maart landelijk. Dit bedrag wordt geïnd door het Hoofdbedrijfschap Detailhandel onder voorwaarde dat de winkelier aangifte heeft gedaan van de diefstal. Het HBD houdt een kwart van de 151 euro als incassokosten in zodat de winkelier 113,25 euro kan ontvangen. Is dit bedrag te beschouwen als een privaatrechtelijke boete, en is daarmee de oeroude Romeinsrechtelijke actio furti, de zogenaamde ‘diefstalactie’, ingevoerd in het Nederlandse privaatrecht?

Opinie | Amuse
september 2011
AA20110608

De tien tafelen van de Nederlandse wet. Dat zou toch mooi zijn?

Interview met prof.mr. A.S. Hartkamp

M.W. Hesselink, H. Wattendorff

Hoewel zijn voorkeur uitging naar de klassieke talen, studeerde Arthur Severijn Hartkamp (1945) rechten aan de Universiteit van Amsterdam van 1962 tot 1968. Na zijn studie werd Hartkamp wetenschappelijk medewerker bij de vakgroep rechtsgeschiedenis van diezelfde universiteit, waar hij in 1971 cum laude promoveerde bij prof.mr. J.A. Ankum. De titel van zijn proefschrift was: 'Der Zwang im römischen Privatrecht'. Van 1974 tot 1989 was Hartkamp werkzaam op de Stafafdeling Wetgeving NBW van het Ministerie van Justitie als naaste medewerker van regeringscommissaris Snijders. Naast zijn werk op de Stafafdeling had Hartkamp verschillende deel tijdfuncties elders. Zo doceerde hij in Leiden gedurende zes jaar het keuzevak NBW (1977-1983). Sinds 1982 is hij raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof te Amsterdam. Een andere nevenfunctie van Hartkamp was het redacteurschap van het NJB (1985-1989). Verder had hij voor Nederland zitting in internationale commissies als Unidroit en Uncitral (1981-heden respectievelijk 1978-1989). In 1986 werd Hartkamp benoemd tot Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad, tot 1989 voor halve tijd gedetacheerd bij het Ministerie van Justitie. Sinds 1989 is hij A-G voor de volle werktijd.Hartkamp bewerkte de Asser-Rutten (Verbintenissenrecht) naar NBW. De Asser-Hartkamp bestaat uit drie delen. In een periode van vier jaar verschijnt er ieder jaar een nieuwe druk van één van de delen. In het vierde jaar heeft Hartkamp tijd voor andere publicaties. Sinds 1989 is Hartkamp redacteur van het WPNR. De redactie van het WPNR is een rustig gezelschap en niet vergelijkbaar met de NJB-redactie, aldus Hartkamp. Het hoogleraarschap werd zijn deel in 1991. Hij werd benoemd tot deeltijd-hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Utrecht, met als leeropdracht privaatrecht, in het bijzonder burgerlijk recht. Er zijn overigens niet veel universiteiten die hem daarvóór niet voor een hoogleraarschap hadden gepolst. Eén van de weinige typisch juridische beroepen die Hartkamp nooit heeft uitgeoefend, is dat van advocaat. Doordat zijn vader advocaat was, maakte hij dit beroep als kind van te dichtbij mee om het nog aantrekkelijk te vinden, zo zegt hij zelf. Wij spraken met Hartkamp onder meer over zijn verschillende functies, over het NBW en over de Asser-Hartkamp.

Verdieping | Interview
december 1991
AA19911109

Resultaat 625–636 van de 3048 resultaten wordt getoond