Burgerlijk recht

Internationaal huwelijksvermogensrecht: het allerlaatste stukje van de puzzel?

Th.M. de Boer

Hoge Raad 6 december 1991, nr. 14582, ECLI:NL:HR:1991:ZC0440, RvdW 1992, nr. 4 (Sinterklaas) In deze uitspraak van de Hoge Raad is de vraag of het huwelijk dat in 1968 is gesloten door een Nederlandse vrouw, die als gevolg van het huwelijk de Spaanse nationaliteit verkrijgt, met een Spaanse man, onder het Nederlandse of Spaanse huwelijksvermogensrecht valt; meer in het bijzonder: welk stelsel van gemeenschap van goederen van toepassing is. De Hoge Raad komt tot de conclusie dat aangeknoopt moet worden bij de gezamenlijke, Spaanse, nationaliteit van de gewezen echtelieden. In de noot wordt hier dieper op ingegaan net als op eerdere rechtspraak die (mede) tot deze uitspraak heeft geleid.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1992
AA19920170

Rekening en verantwoording binnen onbenoemde ‘samenwerking’

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 8 februari 1991, nr. 14095, ECLI:NL:HR:1991:ZC0139, NJ 1991, 338 (Schurer/Schurer) In dit arrest en de daarbij behorende noot is aan de orde welke rechtsverhouding er tussen drie broers is ontstaan bij de bedrijfsvoering over een boerderij. Deze vraag wordt niet geheel beantwoord. De Hoge Raad oordeelt wel dat er i.c. rekening en verantwoording dient te worden afgelegd. De samenwerking binnen het boerenbedrijf heeft zowel trekken van een familierechtelijke betrekking die resulteert in een natuurlijke verbintenis, aldus de annotator.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1992
AA19920163

Warrantage en eigendomsvoorbehoud onder het BW

M.J.H. Halsema

Warrantage is een voor Nederland betrekkelijk nieuwe constructie. Door de constructie wordt het stille pandrecht van een kredietgevende bank op de bedrijfsvoorraden van haar kredietnemer versterkt. Zo wordt de bank een vuistpandrecht verschaft. Leveranciers zijn vrijwel zonder uitzondering slechts bereid aan bedrijven te leveren onder eigendomsvoorbehoud. Indien het door warrantage versterkte recht van de bank geconfronteerd wordt met zo'n eigendomsvoor¬behoud, zullen hoge eisen aan de goede trouw van de bank worden gesteld. Door betaling gecombineerd met subrogatie of een systeem van afstandsverklaringen kan deze confrontatie worden voorkomen.

Verdieping | Studentartikel
maart 1992
AA19920131

De (on)rechtmatigheid van prestatieontlening

M.R. van Zanten

De rechtsbescherming tegen oneerlijke concurrentie, en met name tegen prestatieontlening, zoals deze in Nederland via artikel 1401 BW (oud) door de Hoge Raad wordt geboden is onvoldoende. Naar de mening van de auteur handelt iemand onrechtmatig wanneer hij een wezenlijk element van andermans prestatie exploiteert, een prestatie die slechts na veel kosten en inspanningen aan de kant van die ander mogelijk was, zonder daaraan enige eigen prestatie toe te voegen en puur en alleen om de vruchten van de arbeid van de ander zelf te plukken. De voorwaarden die de Hoge Raad voor het aannemen van onrechtmatigheid stelt worden naar zijn mening derhalve ten onrechte gesteld.

Verdieping | Studentartikel
februari 1992
AA19920073

‘De positie van onbekwamen in het recht’: Beantwoording rechtsvraag (208) met betrekking tot wilsonbekwamen

M. Rood-De Boer

Beantwoording van een rechtsvraag behorende bij de rode draad van 1991 'De positie van onbekwamen in het recht'.

Perspectief | Rechtsvraag
januari 1992
AA19920053

Een verplicht openbaar bod op aandelen

F.C. van Spengler

Het is nogal wat om iemand te verplichten een openbaar bod op alle aandelen van een vennootschap uit te brengen. Toch stelt de Europese Commissie voor om deze verplichting op te leggen aan (rechts)personen die wel een flink deel maar niet alle aandelen van een vennootschap in hun bezit krijgen. Een bepaling daartoe is opgenomen in een ontwerp EG-richtlijn inzake het openbaar bod op aandelen. Op welke rechtsgrond steunt de bepaling en hoe is die door de Commissie uitgewerkt? Dat zijn de belangrijkste vragen die in dit artikel aan de orde komen.

Verdieping | Studentartikel
januari 1992
AA19920020

Grote Van Dale

H. Cohen Jehoram

Hoge Raad 4 januari 1991, nr. 14449, ECLI:NL:HR:1991:ZC0104, NJ 1991, 608 (Rudolph Jan Romme/Van Dale Lexicografie BV). Ook bekend als de Grote Van Dale. In casu is aan de orde in hoeverre een woordenboek, de Grote Van Dale, kan worden aangemerkt als een auteursrechtelijk beschermd werk. Een verzameling van Nederlandse woorden voldoet daar in eerste instantie niet aan omdat het geen persoonlijk en artistiek karakter draagt. Wanneer de selectie van de woorden echter een persoonlijk karakter draagt kan bescherming door het auteursrecht wel het geval zijn.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1992
AA19920031

Ongehuwde gelijkheid

H.J. van Kooten, K. Vos

Redactioneel artikel waarin gepleit wordt voor een grotere gelijk schakeling tussen mensen die op basis van een huwelijk en mensen die niet op basis van een huwelijk samenwonen. De redacteuren bepleiten een registratiesysteem welk systeem alleen voor de vermogensrechtelijke positie gevolgen heeft en gelijk is aan het huwelijk.

Opinie | Redactioneel
januari 1992
AA19920003

De regeling van abortus in het verenigde Duitsland

T. Barkhuysen

In het verenigde Duitsland gelden nu twee verschillende abortusregelingen: de liberale DDR-regeling, die van toepassing blijft in de deelstaten die voor de vereniging de DDR vormden, en een veel minder liberale regeling in de 'Westduitse' deelstaten. Op grond van het Einigungsvertrag moet de Duitse wetgever aan deze situatie voor het einde van 1992 een einde maken en één abortusregeling voor het verenigde Duitsland ontwerpen. In dit artikel wordt eerst het grondwettelijk kader geschetst waarbinnen een dergelijke regeling moet passen. Daarna worden de (juridische) mogelijkheden onderzocht om de DDR-regeling als regeling voor heel Duitsland in te voeren en daarmee een van de laatste restanten van het DDR-recht in het verenigde Duitsland te behouden.

Verdieping | Studentartikel
januari 1992
AA19920014

december 1991

Katern 41: Burgerlijk procesrecht

R.J.C. Flach, J.W. Rutgers

december 1991

Katern 41: Burgerlijk recht

S.D. Lindenbergh, B.E. Reinhartz, J.M. Smits, F.A. Steketee

december 1991

Katern 41: Consumentenrecht

E.H. Hondius