Resultaat 2629–2640 van de 2989 resultaten wordt getoond

S BV

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 9 juli 1990, nr. 26, ECLI:NL:HR:1990:AC0960, RvdW 1990, 147 (S/S BV) In deze uitspraak van de Hoge Raad is het de vraag of het indienen van een verweerschrift gezien kan worden als vertegenwoordiging van de rechtspersoon en of deze op rechtsgeldige wijze is gedaan. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag bevestigend. Verder is aan de orde in hoeverre het niet aanpassen van de statuten waardoor er jaren achter elkaar een groot gedeelte van de jaarwinst op grond van een statutaire reserve wordt gereserveerd, in plaats van deze uit te keren als dividend, wat geen enkele functie meer voor de vennootschap heeft, een reden is om een enquêteverzoek in te dienen welk verzoek aangemerkt kan worden als 'gegronde redenen om aan juist beleid te twijfelen'. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag eveneens bevestigend. In de noot wordt dieper ingegaan op de vertegenwoordigingsbevoegdheid en de mogelijkheden tot het indien van een enquêteverzoek.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1991
AA19910083

Saelman/Academisch Ziekenhuis VU: wanneer begint de korte verjaringstermijn van artikel 3:310 BW te lopen?

T. Hartlief

Hoge Raad 31 oktober 2003, nr. C02/234HR, ECLI:NL:HR:2003:AL8168, RvdW 2003, 169 (Saelman/Academisch Ziekenhuis VU) Het gaat hier om een belangrijk verjaringsarrest dat ook vanuit rechtsvindingsperspectief interessant is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2004
AA20040266

Samen met je wederhelft een juridische eenheid?

Dagdromen over een hedendaagse visie op huwelijk en ongehuwd samenwonen

L.A.G.M. van der Geld

Post thumbnail Koppels gaan naar verloop van tijd steeds meer op elkaar lijken en geven vaak zelfs hun eigen identiteit op. Leoengemma@gmail.com en samen in lycra op de profielfoto van Strava. Maar zijn ze ook een rechtseenheid? Voor samenwoners is er niks geregeld, laat staan voor polyamoureuzen. Hoog tijd voor een hedendaagse visie over de juridische positie van alle koppels.

Opinie | Amuse
december 2020
AA20201104

Samenlevingsovereenkomst vernietigbaar op grond van dwaling?

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 21 februari 2014, nr. 12/05846, ECLI:NL:HR:2014:416

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2014
AA20140363

Samenlevingsvormen en de wetgever

M. van Hoeken

In dit artikel wordt ingegaan op de verschillende samenlevingsvormen die bestaan in de Nederlandse samenleving. Waar vroeger alleen het huwelijk de enige gelegitimeerde was, bestaan er tegenwoordig veel meer. In dit artikel worden deze samenlevingsvormen, haar kenmerken en haar rechtsgevolgen besproken. Er wordt gekeken vanuit het privaat recht en sociaal zekerheidsrecht. Ook worden de gesignaleerde problemen besproken alsmede een mogelijk registratiesysteem en de aanpassing van het huwelijksrecht.

Verdieping | Studentartikel
februari 1993
AA19930078

Samenloop in het verdelingsrecht

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 19 januari 2007, nr. C05/273HR, ECLI:NL:HR:2007:AZ1488, LJN: AZ1488, NJ 2007, 62 Verdeling huwelijksgoederengemeenschap bijwege van echtscheidingsconvenant; onrechtmatige daad (verzwijging); samenloop; de aan de bevoegdheid tot vernietiging van een verdeling (art. 3:196 BW) verbonden vervaltermijn van artikel 3:200 BW staat niet eraan in de weg dat na het verstrijken daarvan een deelgenoot jegens de ander een vordering tot schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad instelt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2007
AA20070515

UCERF 16 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

Samenloop van burgerlijke en religieuze rechtsgang bij huwelijkse gevangenschap

S. Rutten

Susan Rutten gaat in op de mogelijkheid voor vrouwen om via het civiele recht aan huwelijkse gevangenschap te ontkomen. Tot nu toe is dat veelal via een kort geding-procedure aangespannen op grond van onrechtmatige daad; onder toekomstige wetgeving kan dit als nevenvoorziening bij een echtscheidingsverzoek. Op basis van rechtspraak van de Hoge Raad geldt een […]

Samenloop van tuchtrecht, strafrecht en privaatrecht bij beroepsaansprakelijkheid

R.P.J.L. Tjittes

In dit artikel behorend bij de Rode draad 'beroepsaansprakelijkheid' gaat Tjittes in op de mogelijkheden van samenloop tussen tuchtrecht, strafrecht en civiel recht. Vervolgens kijkt Tjittes of cumulatie van sancties mogelijk is.

Rode draad | Beroepsaansprakelijkheid
februari 1995
AA19950102

Samenwerking bij rechtsvorming. De instelling van een Periodiek Overleg van Rechtsvormers (POR)

I. Giesen, H.N. Schelhaas

Rechtsvorming in Nederland is grotendeels afhankelijk van toeval. Wil de wetgever optreden of niet? Is een procespartij voldoende strijdvaardig om de Hoge Raad in te roepen of niet? Bovendien is de onderlinge verhouding tussen de belangrijkste rechtsvormers (wetgever en Hoge Raad) op zijn minst ondoorzichtig: wie heeft voorrang, wie krijgt voorrang en waarom? In deze bijdrage wordt het spanningsveld tussen de rechtsvormers belicht. Het blijkt dat wetgever en Hoge Raad elkaar steeds dichter naderen. Daarom wordt in deze bijdrage voorgesteld een overlegorgaan tussen beide rechtsvormers op te richten. Dit Periodiek Overleg van Rechtsvormers (POR) moet problemen in de rechtsvorming het hoofd bieden. De taken, bevoegdheden, procedures, et cetera van dat instituut worden in de onderstaande bijdrage geschetst.

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2006
AA20060159

Sandertoys verbindt

Rechtsvraag (341) Intellectuele eigendomsrecht

S.L. Gellaerts

Stuur je antwoord op deze rechtsvraag vóór 22 juli 2011 naar Sander Gellaerts, s.l.gellaerts@uvt.nl. De beantwoording van de rechtsvraag zal worden geplaatst in het novembernummer 2011. De beste student-inzender wordt beloond met een geldprijs van € 50, plus een keuze uit het Ars Aequi Libri-fonds. Andere serieuze inzenders mogen een keuze maken uit genoemd fonds. De inzenders wordt verzocht om aan te geven aan welke universiteit zij studeren, in welke studierichting en in welk jaar.

Perspectief | Rechtsvraag
juni 2011
AA20110484

Sanering van de surséance van betaling

M. Nillessen

De regeling van de surséance van betaling, opgenomen in Titel II van de Faillissementswet (artt. 213-283), is de laatste jaren regelmatig besproken. Reden hiervoor is dat in de praktijk, aan zowel bedrijven als particulieren die in financiële problemen zijn geraakt, deze regeling niet voldoende mogelijkheden biedt voor een oplossing van die moeilijkheden. De wetgever zal te hulp geroepen moeten worden, wil hierin verandering komen. Een eerste aanzet werd gegeven door de preadviezen van Blokland, Maas en Van Schaik over 'De in haar continuïteit bedreigde onderneming' voor de Vereeniging 'Handelsrecht' in 1983. Deze werden in het daaropvolgende jaar gevolgd door een rapport van de — door dezelfde vereniging ingestelde — Commissie Insolventierecht, waarin een schets voor een Wet reorganisatie en herstel van ondernemingen werd voorgesteld. Een en ander is voor de Minister van Justitie aanleiding geweest om in 1986 over te gaan tot het instellen van de Staatscommissie Mijnssen, die zich thans over de in dit artikel te bespreken materie buigt. Daarnaast heeft de praktijk zelf naar nieuwe wegen gezocht. In dit artikel wordt kort stilgestaan bij de huidige wet om vervolgens, aan de hand van geconstateerde knelpunten bij de toepassing daarvan, een bespreking te geven van mogelijke oplossingen.

Verdieping | Studentartikel
maart 1988
AA19880151

SARAH

S.B.

In deze column worden problemen rondom het vaderschap (indien men niet getrouwd is met de moeder) besproken.

Opinie | Column
februari 2003
AA20030091

Resultaat 2629–2640 van de 2989 resultaten wordt getoond