Burgerlijk recht

Beantwoording rechtsvraag (229) Goederenrecht

Overdracht, Hypotheekrecht en Derdenbescherming

P. Rodenburg

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het goederenrecht en dan meer in het bijzonder overdracht, hypotheekrecht en derdenbescherming.

Perspectief | Rechtsvraag
april 1994
AA19940248

Bosman-Condorcamp

R.D. Vriesendorp

Hoge Raad 26 november 1993, nr. 15108, ECLI:NL:HR:1993:ZC1155,  RvdW 1993, 237 (Bosman/Condorcamp) Dit arrest van de Hoge Raad en de bijbehorende noot gaat over de verpanding van onder cognossement verscheepte zaken. In het arrest komt volgens de annotator duidelijk naar voren hoe verschillend de benadering van Hof en Hoge Raad zijn bij de toepassing van algemeen vermogensrechtelijke leerstukken op bijzondere rechtsfiguren. In de noot wordt dieper ingegaan op de vereisten voor rechtsgeldige verpanding.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1994
AA19940242

Met het aansprakelijkheidsrecht kan niet alles

Interview met A.R. Bloembergen, oud-hoogleraar burgerlijk recht aan de RUL, oud-raadsheer bij de Hoge Raad, waarnemend A-G bij de Hoge Raad

S.E. Bartels, M.A. Leijten

A.R. Bloembergen werd geboren in 1927. Hij studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit Utrecht. In 1965 promoveerde hij bij professor van Opstal op schadevergoeding bij onrechtmatige daad. Daarvoor was hij van 1951-1957 advocaat in Den Haag. Nog in het jaar van zijn promotie werd hij benoemd tot hoogleraar burgerlijk recht in Leiden. Deze functie vervulde hij tot 1979 waarna hij raadsheer bij de Hoge Raad der Nederlanden werd. Tevens concludeerde hij als waarnemend Advocaat-Generaal enkele malen voor belangrijke arresten. Vlak voor de december-feestdagen spraken wij met hem in zijn werkkamer.

Verdieping | Interview
april 1994
AA19940217

Rechtsvraag (232) Intellectuele eigendom-Europees recht

W.A. Hoyng

Rechtsvraag op het gebied van het Europese intellectuele eigendomsrecht, meer in het bijzonder het merkrecht waarbij merkinbreuk bij een internationaal (gedeeltelijk) geregistreerd merk aan de orde is.

Perspectief | Rechtsvraag
april 1994
AA19940252

Schiet de kamerhuurwetgeving haar doel voorbij?

J. Gisolf

Op 1 juli 1993 is de regeling van de hospitaverhuur in het Burgerlijk Wetboek inwerkinggetreden. Doel van de regeling is om, ten koste van de huurbescherming van de huurder, met name in de grote steden, tot een groter aanbod aan kamers te komen. Eerst geldt een 'proeftijd' van negen maanden waarin vrij opgezegd kan worden. Daarna geldt een nieuwe zesde opzeggingsgrond, die een open belangenafweging tussen de belangen van de huurder en die van de verhuurder inhoudt. Heeft de wetgever met het ontwerpen van deze regeling wel rekening gehouden met de invloed die boek 6 BW op het huurrecht in het 'oude' BW heeft?

Verdieping | Studentartikel
april 1994
AA19940199

maart 1994

Katern 50: Burgerlijk procesrecht

R.J.C. Flach

maart 1994

Katern 50: Burgerlijk recht

S.D. Lindenbergh, J.A.J. Peter, F.A. Steketee

maart 1994

Katern 50: Consumentenrecht

E.H. Hondius

maart 1994

Katern 50: Gezondheidsrecht

G.A. van Eikema Hommes

maart 1994

Katern 50: Huurrecht

F.T. Oldenhuis, H.J. Rossel

maart 1994

Katern 50: Jeugdrecht

J.H. de Graaf

Het COVA-arrest: een mijlpaal voor de internationale onrechtmatige daad

Th.M. de Boer

Hoge Raad 19 november 1993, nr. 15066, ECLI:NL:HR:1993:ZC1148, RvdW 1993 nr. 230. Ook bekend als het COVA-arrest. Casus in het licht van het internationaal privaatrecht waarbij onrechtmatige daad en verjaring centraal staan. In de noot wordt uitgebreid ingegaan op de regels van conflictrecht rondom deze problematiek.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1994
AA19940165