Burgerlijk recht

Medische behandeling en de wilsbekwaamheid van minderjarige patiënten

J.H.H.M. Dorscheidt

Post thumbnail

Het Burgerlijk Wetboek biedt minderjarige patiënten vanaf 12 jaar de ruimte om in toenemende mate zelfstandig over hun medische behandeling te beslissen, mits deze minderjarige in staat is zijn behandelingsbelangen te behartigen. Het vaststellen van deze wilsbekwaamheid is echter niet altijd eenvoudig. Daarbij wordt het wettelijk systeem van leeftijdsgrenzen niet zelden gerelativeerd door de weerbarstige kindergeneeskundige praktijk. Onderstaande bijdrage vormt een juridische analyse van dit spanningsveld tussen wetgeving en zorgpraktijk en belicht tevens de positie van ouders.

Opinie | Opiniërend artikel
april 2018
AA20180289

Medische Experimenten op Incompetenten: Over Individuele Rechten en Rechtbescherming

Incl. Afsluiting Rode Draad

L. Bergkamp

Ter afsluiting van de rode draad 'De positie van onbekwamen in het recht' wordt er een artikel gepubliceerd over medische experimenten bij incompetenten. De auteur komt de conclusie dat medische experimenten bij wilsonbekwamen niet toelaatbaar zijn en geeft daar veel gronden voor aan. Daartoe bespreekt de auteur een concept-wetsvoorstel en gaat daarbij met name in op de begripsomschrijvingen.

Overig | Rode draad | De positie van onbekwamen in het recht
december 1991
AA19911157

Medische missers tussen straf en schade

J. Sijmons

Post thumbnail Bij medische missers kan zowel het strafrecht als het civiele recht worden ingezet. In dit artikel wordt deze samenloop besproken, nadat eerst enige casuïstiek illustreert hoe de strafrechter met tekortschieten van zorg omgaat. Wat de normstelling betreft leunt het strafrecht uiteindelijk op civiele en bestuursrechtelijke normen. De rechtvaardiging voor het inzetten van het strafrecht wordt bij gewone fouten meestal niet gevoeld. Ondanks dat de roep op toepassing snel klinkt, blijkt het strafrecht als zwaarder instrument toch voorbehouden aan ernstige gevallen en zelfs dan wordt terughoudend gestraft. Het meest effectief is het strafrecht waarschijnlijk daar, waar het tot nu toe weinig wordt ingezet, namelijk tegen zorginstellingen in plaats van zorgverleners.

Rode draad | Snijvlakken & Kruisbestuivingen
mei 2023
AA20230370

Meer dan geld alleen

Resultaten van een onderzoek naar behoeften, verwachtingen en ervaringen van slachtoffers en hun naasten met betrekking tot civiele aansprakelijkheid

A.J. Akkermans, H. Elffers, R.M.E. Huver, K.A.P.C. van Wees

Bij herzieningen van het aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht worden vaak veronderstellingen gedaan over hoe slachtoffers en naasten over de betreffende herziening denken en in hoeverre deze aan hun behoeftes tegemoet komt. Dat zijn echter vaak niet meer dan hypotheses. Exemplarisch is in dit verband de discussie rond het wetsvoorstel affectieschade. In die discussie hebben allerlei partijen het nodige aangevoerd over wat slachtoffers wel en niet zouden willen, maar empirische gegevens om deze veronderstellingen te onderbouwen ontbreken grotendeels. Dit heeft toenmalig minister Donner ertoe gebracht om onderzoek te laten verrichten naar de verwachtingen die slachtoffers en hun naasten van het aansprakelijkheidsrecht hebben (ook in meer brede zin dan enkel ten aanzien van affectieschade), en wat in deze hun behoeftes zijn. In dit kader is door het Interfacultair samenwerkingsverband Gezondheid en Recht (IGER) van de Vrije Universiteit Amsterdam onlangs een eerste verkennend onderzoek afgerond. In dit artikel zullen de belangrijkste bevindingen van dit onderzoek worden gepresenteerd. Allereerst zal echter kort worden stilgestaan bij een belangrijke aanleiding voor dit onderzoek: het debat over het wetsvoorstel affectieschade.

Bijzonder nummer | Multidisciplinaire bestudering van de rechtswetenschap
november 2007
AA20070852

Meer is beter?

R. de Bock

Is de rechterlijke oordeelsvorming in een meervoudige kamer echt beter dan een enkelvoudig gewezen beslissing? Ruth de Bock vraagt het zich af in deze column.

Opinie | Column
november 2020
AA20201047

Meer kans in de staatsloterij?

W.H. van Boom, C.M.D.S. Pavillon

Hoge Raad 30 januari 2015, nr. 13/04238, ECLI:NL:HR:2015:178 (Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij/Stichting Loterijverlies.nl)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2015
AA20150784

Meerpartijenverrekening en faillissement

R.M. Wibier

Hoge Raad 15 november 2019, nr. 18/01582, ECLI:NL:HR:2019:1789, RvdW 2019/1170

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2020
AA20200269

Meijers-Mast Holding BV

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 4 december 1992, nr. 14824, ECLI:NL:HR:1992:ZC0782, RvdW 1993, 4 (mrs. Snijders, Bloembergen, Mijnssen, Davids, Heemskerk; A-G Mok); TVVS 1993, pp. 45/46 m.nt. L. Timmerman (Meijers/Mast Holding BV) Arrest van de Hoge Raad waar de verhouding tussen bestuur en algemene vergadering van aandeelhouders (ava) aan de orde komt. De Hoge Raad oordeelt dat het niet-uitvoeren van een door de aandeelhouders gewenst beleid door een bestuurslid van de bv in theorie een grond voor ontslag kan opleveren. Of dat in concreto het geval is, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval en het gewenste beleid. In de noot wordt ingegaan op de gecompliceerde verhouding tussen de rechtspersoon en een directielid.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1993
AA19930275

Meijs q.q./Bank of Tokyo – Mitsubishi

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 29 juni 2001, nr. C99/296HR, ECLI:NL:HR:2001:AB2435, NJ 2001, 662 m.nt. WMK, JOR 2001 (Meijs q.q./Bank of Tokyo - Mitsubishi) Dit arrest gaat in op de mogelijkheden om toekomstige vorderingen te verpanden en op welke manieren aan de eisen kunnen worden voldaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2002
AA20020726

Mein Kampf en de condictio ob turpem causam

J.E. Jansen

Jelle Jansen onderzoekt in deze column de (on)mogelijkheden tot revindicatie na een verboden prestatie.

Opinie | Column
november 2014
AA20140824

Mensenrechten in bedrijf

De UN Guiding Principles on Business and Human Rights 2011, een nieuwe hoeksteen van maatschappelijk verantwoord ondernemen

A.J.A.J. Eijsbouts

Post thumbnail Met de unanieme steunverklaring in 2011 door de VN Mensenrechtenraad aan de UN Guiding Principles on Business and Human Rights en de opname van de tot die principes behorende corporate responsibility to respect human rights in de OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen is een belangrijke stap voorwaarts gezet op het politiek en juridisch complexe gebied van de relatie tussen ondernemingen en mensenrechten. Deze UN Guiding Principles hebben een jaar na hun totstandkoming al belangrijke invloed gehad op het gebied van de regulering van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) in bredere zin, ook in EU-verband. In dit artikel worden context en inhoud van deze belangrijke mijlpaal op het gebied van mensenrechten en MVO in vogelvlucht beschreven.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2012
AA20120812

Mensenrechten in gedragscodes voor het internationale bedrijfsleven

S.C. van Bijsterveld, W.J.M. van Genugten

In deze bijdrage wordt het accent gelegd op de mogelijke betekenis van gedragscodes voor het internationale bedrijfsleven die in de loop der jaren in verschillende internationale fora tot stand zijn gebracht ten aanzien van mensenrechten. Om welke codes gaat het, wat zeggen zij over de mensenrechten en in hoeverre zijn zij een juridisch bruikbaar instrument om iets te doen tegen onoirbare praktijken?

Verdieping | Verdiepend artikel
juli 1997
AA19970500