Burgerlijk recht

Recht op pleidooi

G.R. Rutgers

Hoge Raad 10 november 2000, nr. R99/060HR, ECLI:NL:HR:2000:AA8289, RvdW 2000, 220 (Pitt/Van Frederici) In het Antilliaanse burgerlijk procesrecht is een appellant niet verplicht in hoger beroep grieven aan te voeren. Het oordeel van het Antilliaanse Hof dat een appellant die geen grieven heeft ingediend of die wegens termijnoverschrijding geacht moet worden geen grieven te hebben ingediend, is in strijd met het in artikel 6 EVRM aan een procespartij in een burgerlijk geding gegeven recht op ‘fair hearing’.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2001
AA20010260

maart 2001

Katern 78: Bouwrecht

R.C.E. Leijgraaf

maart 2001

Katern 78: Burgerlijk recht

I. Brand, R.M.Ch.M. Koot, L. Reurich, B.T.M. van der Wiel

maart 2001

Katern 78: Consumentenrecht

E.H. Hondius

maart 2001

Katern 78: Faillissementsrecht

S.H. van Dijk

maart 2001

Katern 78: Gezondheidsrecht

G.A. van Eikema Hommes

maart 2001

Katern 78: Huurrecht

F.T. Oldenhuis

Rechtsvraag (294) Intellectuele eigendom

M.S.C. Bakker

Rechtsvraag op het gebied van het intellectueel eigendomsrecht, in het bijzonder auteurs-, tekening- en modellenrecht.

Perspectief | Rechtsvraag
maart 2001
AA20010181

Toerekening van een onrechtmatige daad

C.H. Sieburgh

In dit artikel wordt door mr. C.H. Sieburgh haar proefschrift inzake de toerekening bij onrechtmatige daad besproken.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
maart 2001
AA20010182

Van Dooren q.q./ABN Amro

R.D. Vriesendorp

Hoge Raad 16 juni 2000, nr. C96/2308HR, ECLI:NL:HR:2000:AA6234, www.jwb.nl 2000, 98, RvdW 2000, 156C, NJ 2000, 578 (Van Dooren q.q./ABN Amro) Dit arrest lijkt een afronding te vormen van een ontwikkeling waarbij de Hoge Raad de reikwijdte van de faillissementspauliana, die van artikel 47 Fw in het bijzonder, sterk heeft ingeperkt. Een belangrijk middel om verdachte transacties aan de vooravond van een faillissement ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers te bestrijden lijkt langzamerhand aan de curator ontnomen te zijn. Hij zal in voorkomend geval zijn toevlucht moeten zoeken tot de onrechtmatige daadsvordering, met alle (bewijs) problemen van dien. In deze noot zal ik na een uiteenzetting van de casus en het procesverloop de belangrijkste overwegingen uit het arrest bespreken en enkele elementen daaruit nader beschouwen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2001
AA20010159

De ‘grote leugen’ in een nieuw jasje

F.J.R. van den Linden

In dit opiniërende artikel wordt ingegaan op de invoering van de flitsscheiding. Daarbij kunnen huwelijkspartners het huwelijk omzetten in een geregistreerd partnerschap (art. 1:77a BW) en dit geregistreerd partnerschap vervolgens met wederzijds goedvinden ontbinden (art. 1:80c lid 1 sub c jo. art. 1:80d BW). De auteur betoogt op verschillende gronden dat de invoering van deze vorm van scheiding zonder dat de rechter erin betrokken wordt een kwalijke zaak is.

Opinie | Opiniërend artikel
maart 2001
AA20010153

De omvang van de rechtsstrijd in het hoger beroep in civiele zaken

F.J.H. Hovens

Binnen het burgerlijk procesrecht neemt het procesrecht in hoger beroep een bijzondere plaats in. Waar het deel uitmaakt van het algemene procesrecht, zijn de algemene regels en beginselen van toepassing. In de praktijk is daarnaast een veelvoud van bijzondere regels ontwikkeld, die specifiek zien op de appelaspecten. Met name het zogeheten grievenstelsel en de devolutieve werking van het appel springen daarbij in het oog en zorgen in de praktijk soms voor problemen. Die bijzondere aspecten staan in deze bijdrage centraal. Daarnaast wordt enige aandacht besteed aan het hoger beroep in het algemeen en aan mogelijke alternatieven voor ons Nederlandse stelsel van het civiele appelrecht.

Overig | Rode draad | Rechstmiddelen | Verdieping | Studentartikel
februari 2001
AA20010074