Burgerlijk recht

december 2007

Katern 105: Gezondheidsrecht

W.R. Kastelein

december 2007

Katern 105: Huurrecht

A.M. Kloosterman

Actieve inning van stil verpande vorderingen door de curator

S.E. Bartels

Hoge Raad 22 juni 2007, nr. C06/067HR, ECLI:NL:HR:2007:BA2511, LJN: BA2511, NJ 2007, 520, m.nt. PvS (ING/Verdonk q.q.) In deze noot bij dit arrest wordt ingegaan op de problematiek rondom de inning van stil verpande vorderingen tijdens faillissement. In dit arrest wordt voortgeborduurd op het bekende Mulder q.q./CLBN (Hoge Raad 17 februari 1995, NJ 1996, 471).

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2007
AA20070972

Laat maar, oh nee toch niet

Berusting in het burgerlijk procesrecht

H.B. Krans

Hoge Raad 8 juni 2007, nr. R06/002HR, ECLI:NL:HR:2007:AZ6096, LJN: AZ6096, RvdW 2007, 550 In deze noot bij dit arrest is de berusting in het burgerlijk proces aan de orde. De Hoge Raad spreekt over het feit of er door de rechter ambtshalve moet worden vastgesteld of er sprake is van berusting; deze vraag beantwoord zij ontkennend. Het is aan de procespartijen of zij het geding wensen voort te zetten.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2007
AA20070977

Revindicatie na pakjesavond

J. Klijnsma

In dit amusante redactionele artikel wordt aan de hand van een Sinterklaasverhaal ingegaan op de schenking, eigendomsvoorbehoud en derdenbescherming.

Opinie | Redactioneel
december 2007
AA20070929

Alternatieve causaliteit, een Engels perspectief

R. Tan

De laatste jaren groeit hier te lande de belangstelling voor de alternatieve causaliteit, zowel in deliteratuur als in de rechtspraak. Wat te doen als er niet één maar meerdere mogelijke oorzaken zijnvan schade, en niet te bepalen valt wat de werkelijke oorzaak is? Krijgt het slachtoffer geen, een beetje of volledige schadevergoeding? De ontwikkeling is gaande, maar een definitieve oplossing blijft uit. In een dergelijk klimaat kan een frisse blik geen kwaad. Daarom hierbij een kijkje in de keuken van onze eilandburen.

Verdieping | Studentartikel
december 2007
AA20070933

Estate planning? Een generalistisch specialisme

Van de Embryowet tot de Wet studiefinanciering 2000

F.W.J.M. Schols

Estate planning is een vakgebied, dat gezien kan worden als een generalistisch specialisme, waar diverse civielrechtelijke en fiscale rechtsgebieden bijeenkomen en geïntegreerd worden aangepakt rondom het overlijden van een natuurlijk persoon. Estate planning is gericht op het gestructureerd regelen van de overgang van het (familie)vermogen naar (meestal) de volgende generatie en het (tijdelijke) beheer van dat vermogen na overlijden. Estate planning kan gezien worden als het sluitstuk op de financiële planning van een persoon.

Perspectief | Perspectiefartikel
december 2007
AA20071002

Massaclaims (Digitaal boek)

Class actions op z’n Nederlands

N.E. van den Berg, R.R.A. Henkemans, A.S.H. Timmer

Post thumbnail Bijdragen aan het debat over massaclaims en class actions.

9789069167213 - 28-11-2007

Een multidisciplinaire benadering van het ongehuwd samenleven

W.M. Schrama

In deze bijdrage staat mijn proefschriftonderzoek centraal naar de juridische implicaties van het ongehuwd samenleven in het Nederlandse en Duitse recht. Het grootste deel daarvan bestaat uit een rechtswetenschappelijke analyse van het ongehuwd samenleven in beide rechtsstelsels. Daarnaast is een literatuurstudie uitgevoerd naar sociaal-wetenschappelijk onderzoek naar het ongehuwd samenleven in Nederland en Duitsland. Het combineren van beide perspectieven op het ongehuwd samenleven geeft aanleiding tot enkele reflecties op multidisciplinair onderzoek. In het bijzonder wordt enerzijds ingegaan op de meerwaarde van een dergelijke benadering en anderzijds op de concrete knelpunten die zich bij dit onderzoek hebben voorgedaan. Het onder de aandacht brengen van deze benadering is zinvol, omdat multidisciplinair onderzoek veelbelovend lijkt en binnen het privaatrechtelijk onderzoek in toenemende mate belangstelling geniet, maar er tot op heden binnen dit rechtsgebied weinig theorievorming bestaat over de methodologische aspecten en de praktische uitvoering ervan.

Bijzonder nummer | Multidisciplinaire bestudering van de rechtswetenschap
november 2007
AA20070869

Meer dan geld alleen

Resultaten van een onderzoek naar behoeften, verwachtingen en ervaringen van slachtoffers en hun naasten met betrekking tot civiele aansprakelijkheid

A.J. Akkermans, H. Elffers, R.M.E. Huver, K.A.P.C. van Wees

Bij herzieningen van het aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht worden vaak veronderstellingen gedaan over hoe slachtoffers en naasten over de betreffende herziening denken en in hoeverre deze aan hun behoeftes tegemoet komt. Dat zijn echter vaak niet meer dan hypotheses. Exemplarisch is in dit verband de discussie rond het wetsvoorstel affectieschade. In die discussie hebben allerlei partijen het nodige aangevoerd over wat slachtoffers wel en niet zouden willen, maar empirische gegevens om deze veronderstellingen te onderbouwen ontbreken grotendeels. Dit heeft toenmalig minister Donner ertoe gebracht om onderzoek te laten verrichten naar de verwachtingen die slachtoffers en hun naasten van het aansprakelijkheidsrecht hebben (ook in meer brede zin dan enkel ten aanzien van affectieschade), en wat in deze hun behoeftes zijn. In dit kader is door het Interfacultair samenwerkingsverband Gezondheid en Recht (IGER) van de Vrije Universiteit Amsterdam onlangs een eerste verkennend onderzoek afgerond. In dit artikel zullen de belangrijkste bevindingen van dit onderzoek worden gepresenteerd. Allereerst zal echter kort worden stilgestaan bij een belangrijke aanleiding voor dit onderzoek: het debat over het wetsvoorstel affectieschade.

Bijzonder nummer | Multidisciplinaire bestudering van de rechtswetenschap
november 2007
AA20070852

De relativiteit van de toelating als vluchteling

S.D. Lindenbergh

Hoge Raad 13 april 2007, nr. C06/081HR, ECLI:NL:HR:2007:AZ8751, LJN: AZ8751, RvdW 2007, 397 (Staat/Y) In deze annotatie komt aan de orde hoe de Hoge Raad heeft geoordeeld over de relativiteitsleer bij een geschonden norm over toelating tot Nederland en het daardoor mislopen van inkomsten. De annotator gaat in op de verschillende aspecten van de relativiteitsleer en bespreekt de achtergronden.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2007
AA20070777

De vangnet-beschikking (art. 4:30 BW); de allereerste uitspraak van de Hoge Raad over het sinds 2003 geldende erfrecht

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 8 juni 2007, nr. R06/057HR, ECLI:NL:HR:2007:BA2507, LJN: BA2507 Erfrecht. Afgewezen verzoek van onterfde echtgenote van erflater op voet van artikel 4:30 BW tot bevel aan testamentair erfgenaam mee te werken aan vestiging van verzorgingsvruchtgebruik en aan executeurs tot boedelbeschrijving; strekking artikel 4:30 BW en opheffingsgronden als bedoeld in artikel 4:33 lid 2 BW; bepaling behoefte.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2007
AA20070793