Burgerlijk recht

Strijd om strategische koers van ASMI

M.J.G.C. Raaijmakers

Gerechtshof Amsterdam (Ondernemingskamer) 5 augustus 2009, ECLI:NL:GHAMS:2009:BJ4688, LJN: BJ4688, nr. 200.005.940 (Hermes Focus Asset Management Ltd et al. tegen ASM International, de VEB, Stichting Continuïteit AMS International, A.H. del Prado en de ondernemingsraad van ASM Europe BV) Uitspraak van de OK in de ASMI zaak waarin aan de orde komt in hoeverre het activeren van een beschermingsmechanisme tegen invloed van activistische minderheidsaandeelhouders een gegronde reden is om aan juist beleid te twijfelen. De oorsprong van de procedure wordt beschreven. De beschikking ziet met name op de mate waarin de beschermingsmaatregel geoorloofd is en in hoeverre de stichting waaraan de ter bescherming uitgegeven aandelen aan zijn uitgegeven onafhankelijk is. De OK overweegt ook dat het onderzoek dat met de eerste beschikking bevolen werd zich mocht toespitsten op gebeurtenissen van de datum van de beschikking. In de noot wordt ook op de beschikking uit de eerste fase van het enquêteverzoek ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2009
AA20090734

Amsterdams verrekenbeding in verband met hypothecaire lening, kapitaalverzekering en waardestijging woning

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 10 juli 2009, nr. 07/12242, ECLI:NL:HR:2009:BI4387, LJN: BI4387 Noot bij een uitspraak van de Hoge Raad over het zogenaamde 'Amsterdams' verrekenbeding waarbij er door echtelieden die buiten iedere gemeenschap van goederen getrouwd zijn over en weer om de zoveel tijd wordt verrekend. In deze noot wordt dieper in gegaan op deze bijzondere vorm van verrekening tussen echtelieden. Aan de orde komen de beleggingsleer, de betaling van premies voor een kapitaalverzekering en de peildatum.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2009
AA20090654

De bocht van de Herengracht

Rechtsvraag (338) internationaal privaatrecht/goederenrecht

S. van Dongen, H.L.E. Verhagen

Rechtsvraag op het gebied van het internationaal privaatrecht en het goederenrecht waarbij een realistische casus wordt behandeld. Aan de orde komen de totstandkoming van het zekerheidsrecht en het toepasselijk recht daarop en de verplaatsing van zaken voor het toepasselijke recht op zekerheidsrechten.

Perspectief | Rechtsvraag
oktober 2009
AA20090691

De ‘rechtsvormende taak’ van de rechter? Een kritische noot

Discussie over de wenselijkheid van de rechterlijke rechtsvorming: een gepasseerd station?

C. Schutte

Post thumbnail Tweede bijdrage in deze uitgave van Ars Aequi over de rechtsvormende taak van de rechter door Schutte. Aan de orde komen wederom de uitlating van prof. mr. C.A.J.M. Kortmann over rechtsvorming en het rapport over versterking van de cassatierechtspraak uit 2008. De auteur gaat in op de volgende vraag: 'Wat is rechtsvorming door de rechter?'. Verder behandelt hij de taak van de rechter in het staatsbestel alsmede rechtsbescherming.

Verdieping | Studentartikel
oktober 2009
AA20090676

Rechtsvorming door de rechter is onvermijdelijk

A. Hammerstein

Naar aanleiding van het afscheidscollege van prof. mr. C.A.J.M Kortmann waarin de ver aangemeten rol van de rechter bij rechtsvorming aan de orde werd gesteld, gaat Hammerstein in op het fenomeen 'rechtsvorming'. Daarbij bespreekt hij de doctrine, het rapport 'Versterking van de cassatierechtspraak' waarin de rechtsvormende taak ook naar voren komt. Vervolgens wordt de juridische grondslag van rechtsvorming / -vinding besproken. Daarna worden de grenzen van de rechtsvormende taak van de rechter besproken.

Verdieping | Studentartikel
oktober 2009
AA20090672

The sound of one hand clapping

J.M. Barendrecht

Column van Barendrecht over de voortgang van het mediationtraject ingesteld door de overheid. De recente ontwikkelingen worden behandeld en afgezet tegenover de andere wijzen van geschilbeslechting naast de reguliere rechtsgang.

Opinie | Column
oktober 2009
AA20090639

‘Dansen op rollerskates’: werkgeversaansprakelijkheid voor letsel bij bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten

T. Hartlief

Hoge Raad 17 april 2009, nr. 08/00635, ECLI:NL:HR:2009:BH1996, RvdW 2009, 552 (MV Communicatie/X) In deze annotatie bij dit arrest van de Hoge Raad komt aan de orde in hoeverre de werkgever aansprakelijk is voor letsel ontstaan aan de zijde van de werknemer bij bedrijfsongevallen. De vordering wordt i.c. gestoeld op art. 7:658 BW en subsidiair op het algemene art. 7:611 BW. Een van de vragen die hier aan de orde komt, is of de schade is opgelopen in de uitoefening van de werkzaamheden. Het hof beantwoordt deze vraag ontkennend waarmee aansprakelijkheid o.g.v. art. 7:658 BW. Het hof houdt de werkgever echter aansprakelijk o.g.v. art. 7:611 BW. De Hoge Raad laat dit oordeel in stand en motiveert duidelijk wat het verschil is tussen aansprakelijkheid o.b.v. art. 7:658 BW in vergelijking met art. 7:611 BW. In de noot wordt e.e.a. in perspectief geplaatst en wordt met name de verschillen tussen aansprakelijkheid die al dan niet uit het werk voortvloeien behandeld aan de hand van lagere jurisprudentie en de toepassing van art. 7:658 en 7:611 BW.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2009
AA20090646

De rechten van de blaffende hond

E.H. Hondius

Column waarin wordt ingegaan op de vrijheid van dieren aan de hand van een casus uit Italië waarin het aan hond vrijstond, en dus ook diens baas om dit te gedogen, dat deze uren bleef blaffen. In Nederland geldt geen vrijheid voor dieren om zicht te ontplooien.

Opinie | Column
oktober 2009
AA20090633

september 2009

Katern 112: Bouwrecht

N. van Wijk-van Gilst

september 2009

Katern 112: Burgerlijk procesrecht

R.J.C. Flach

september 2009

Katern 112: Burgerlijk recht

- Instituut voor Privaatrecht Universiteit Leiden

september 2009

Katern 112: Consumentenrecht

E.H. Hondius