Belastingrecht

De kapitaalverzekering in de Brede Herwaardering

J. Melis

De Brede Herwaardering heeft voorlopig zijn beslag gekregen in twee wetsontwerpen. Het eerste is een ontwerp van de 'Wet op de vermogensoverschotten van pensioenfondsen'(nr. 21197). Het tweede wetsontwerp heeft als titel meegekregen 'wijziging van het fiscale regime voor onderhoudsvoorzieningen alsmede van het fiscale regime van verzekeraars en directiepensioenlichamen' (nr. 21198). Een derde ontwerp betreffende de wijziging van de loonbelasting, vermogensbelasting en in de successiewet was aangekondigd voor het voorjaar van 1989 maar laat - mede vanwege de val van het kabinet Lubbers II - nog steeds op zich wachten. In dit artikel wordt ingegaan op het tweede ontwerp en wel op de voorgestelde regeling van de kapitaalverzekering.

Verdieping | Studentartikel
september 1990
AA19900503

De juridische kwalificatie van een fiscale ruling en de betekenis daarvan voor de toepassing in de rechtspraktijk

E.A.M. Huiskers-Stoop

Post thumbnail Een fiscale ruling kan in het algemeen worden omschreven als een ‘afspraak met de inspecteur van de Belastingdienst over de toepassing van het Nederlandse belastingrecht op een bepaald feitencomplex’. In de praktijk gaat het om afspraken met grote multinationale ondernemingen. De fiscale ruling is geen zelfstandige juridische rechtsfiguur en kent meerdere verschijningsvormen. De auteur gaat nader in op de juridische kwalificatie van de ruling, de gebondenheid daaraan door partijen en de rechtsbescherming die belastingplichtigen aan de kwalificatie kunnen ontlenen.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2018
AA20180793

De invloed van rechtsbeginselen op de fiscale rechtsvinding

Ch.P.A. Geppaart

In dit artikel onderzoekt de auteur aan de hand van rechtsvinding die is gedaan in tal van rechterlijke uitspraken of twee beginselen die beiden om voorrang strijden in het belastingrecht, te weten het feit dat belasting alleen geheven kan worden uit hoofden van een wet én het feit dat er steeds meer rechtsverhoudingen beïnvloed worden door rechtsbeginselen.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910912

De invloed van het EG-recht op het Nederlandse belastingrecht

H.P.A.M. van Arendonk

De betekenis van het recht van de Europese Gemeenschap op het belastingdomein van de lidstaten is de laatste jaren sterk toegenomen. De harmonisatie op het terrein van de BTW en accijnzen is voor velen, ook voor menig fiscalist, geruisloos ingevoerd. Alleen de tarieven zijn nog een nationale aangelegenheid. Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap kent geen verplichting tot harmonisatie van de directe belastingen. Europese regelgeving op dit terrein heeft dan ook nauwelijks plaatsgevonden. De lidstaten willen de directe belastingen graag nationaal houden en blijven daarom vasthouden aan het unanimiteitsvereiste op fiscaal terrein. De jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Ge- meenschappen is van groot belang en levert nogal eens verrassende en voor de lidstaten onaangename uitspraken op. Tot slot komen in dit artikel nog onderwerpen aan de orde als fiscale staatssteun, fiscaal beleid en rechtsbescherming.

Bijzonder nummer | De toekomst van de Europese integratie
mei 2001
AA20010358

De hoogleraar en zijn meewerkende echtgenote

H.P.A.M. van Arendonk

HR 16 september 1981, nr. 20684, BNB 1981/296 met noot H.J. Hofstra Vormen door belanghebbende aan zijn echtgenote betaalde salarisbedragen aftrekbare kosten betreffende looninkomsten van belanghebbenden

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1982
AA19820024

De historie van het Curaçaose offshore-regime

G.D. Rekwest

Post thumbnail De huidige opstelling van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling en de Europese Unie ten aanzien van internationale belastingconstructies die kleine jurisdicties zoals Curaçao faciliteren, staat in schril contrast met de rol die hun leden, met name de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, hebben gespeeld bij het ontstaan van de offshore. Welke factoren hebben bijgedragen aan de opkomst en neergang van de offshore-sector op Curaçao?

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2020
AA20200781

De fiscus in het rood

C.E. Ruers, D.F.H. Stein

Op 1 november 2009 trad artikel 19 lid 4 Invorderingswet 1990 (hierna: Iw) in werking. Met dit artikel wordt een extra verhaalsrecht gecreëerd voor de fiscus. Het artikel schept namelijk een verplichting voor een kredietinstelling, zoals een bank, om op vordering van de Ontvanger mee te werken aan voldoening van belastingaanslagen, zo nodig uit kredietruimte voortvloeiend uit een tussen de belastingplichtige/beslagdebiteur en de desbetreffende kredietinstelling gesloten overeenkomst. Naar onze mening past dit niet in deze tijd, waarin juist wordt gestreefd naar het terugbrengen van de (te) sterke positie van de fiscus enerzijds en het versterken van de positie van concurrente crediteuren anderzijds.

Opinie | Redactioneel
april 2010
AA20100229

De fiscus in het privaatrecht (Digitaal boek)

A.J. Tekstra

Post thumbnail Traditioneel gezien is de positie van de fiscus vastgelegd in fiscale en bestuursrechtelijke regels, maar de fiscus bedient zich in toenemende mate van instrumenten die privaatrechtelijk zijn. Deze ontwikkeling wordt beschreven en er wordt onderzocht in hoeverre zij positief valt te duiden, dan wel of daar grenzen aan moeten worden gesteld.

9789069165257 - 19-11-2014

De fiscale positie van de aanmerkelijkbelanghouder onder vuur

I.J.F.A. van Vijfeijken

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de vermogensverdeling in Nederland erg scheef is. De grootste vermogens zijn in handen van aanmerkelijkbelanghouders. Omdat zij verschillende fiscale voordelen genieten, liggen deze voordelen nu onder een vergrootglas. Vanuit verschillende gremia zijn voorstellen gedaan die de fiscale voordelen voor aanmerkelijkbelanghouders beperken. In deze bijdrage worden deze voorstellen geïnventariseerd en geëvalueerd.

Opinie | Opiniërend artikel
januari 2023
AA20230036

De fiscale beleggingsinstelling en buitenlandse bronbelasting

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 14 april 2006, nr. 40 037, ECLI:NL:HR:2006:AT7672, LJN: AT7672 De Nederlandse regeling dat een fiscale beleggingsinstelling slechts recht heeft op teruggaaf van ingehouden buitenlandse bronbelasting voor zover belastingverdragen daarin voorzien en voor zover de beleggingsinstelling geen buitenlandse aandeelhouders heeft, is mogelijk in strijd met Europees gemeenschapsrecht. De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2006
AA20060642

De fiscale behandeling van uitkeringen uit een weerstandskas

P. Ruys

Wanneer werknemers staken, ontvangen zij geen loon. Ze krijgen daarvoor van vakbondswege een compensatie. In een recente uitspraak heeft het gerechtshof te Leeuwarden bepaald, dat over die uitkeringen geen loonbelasting mag worden geheven. In dit artikel wordt ingegaan op de juridische merites van deze uitspraak, en wordt tevens betoogd dat over zulke uitkeringen eigenlijk in het geheel geen belasting zou moeten worden geheven. Daarnaast worden enige fiscale rechtsfiguren uitgelegd. Verder wordt ingegaan op de civielrechtelijke aspecten met betrekking tot de terugvordering van ten onrechte geheven belasting en de vergoeding van geleden schade, zoals proceskosten.

Verdieping | Studentartikel
september 1993
AA19930600

De Europese fiscale regeling voor fusies (Leur-Bloem)

J.W. Zwemmer

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 17 juli 1997, zaak C-18/95, ECLI:NL:XX:1997:AD2762 (Leur/Bloem) In dit arrest en de noot wordt ingegaan op de Europese fiscale regeling voor fusies waarbij de volgende rechtsregels worden uitgesproken: Het Hof is bevoegd ook voor interne situaties het gemeenschapsrecht uit te leggen als de nationale wetgever het gemeenschapsrecht in zijn wetgeving heeft overgenomen. Voor een aandelenfusie is niet vereist dat de verwervende vennootschap een onderneming drijft of dat de twee ondernemingen in financieel en economisch opzicht duurzaam in een eenheid worden samengebracht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1997
AA19970876