Resultaat 1–12 van de 16 resultaten wordt getoond

‘Bij dementie hoeft het leven van mij niet meer’

Rechtsvraag (321) Strafrecht

E. Pans

In deze rechtsvraag wordt een strafrechtelijke casus geschetst waarbij verschillende aspecten van het op verzoek beëindigen van iemands leven aan bod komen.

Perspectief | Rechtsvraag
april 2005
AA20050312

Beantwoording rechtsvraag (209) materieel strafrecht

G.A.M. Strijards

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het materieel strafrecht waarbij begin van uitvoering, delictsvoltooiing, vrijwillige terugtred en een jurisdictiekwestie aan de orde zijn.

Perspectief | Rechtsvraag
juli 1992
AA19920426

Beantwoording rechtsvraag (242) Internationaal strafrecht

G.A.M. Strijards

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het internationaal strafrecht waarbij het vraagstuk rondom uitlevering centraal staat.

Perspectief | Rechtsvraag
oktober 1995
AA19950822

Chabot-arrest

M.S. Groenhuijsen

Hoge Raad 21 juni 1994, nr. 96.972, ECLI:NL:HR:1994:AD2122 (Chabot) Hulp bij zelfdoding door psychiatrische patiënt. Vrije wilsbepaling. Behoedzaamheid bij onderzoek naar noodtoestand. Afdoening door de Hoge Raad. Arrest en bijbehorende noot in het kader van de rode draad 'Materieel strafrecht in beweging' over de strafbaarheid van hulp bij zelfdoding. In dit arrest formuleert de Hoge Raad een aantal regels waaraan een beroep op noodtoestand bij hulp bij zelfdoding moet voldoen. Er moet sprake zijn van uitzichtloos lijden van de patiënt, welk leiden overigens niet aan een somatische ziekte hoeft te liggen en van de oorzaak van het uitzichtloos leiden dient te worden geabstraheerd. Verder moet de keuze van de patiënt om niet meer verder te willen leven een vrije keuze zijn. Tenslotte moet de arts die beoordeeld of aan de eerste twee voorwaarden is voldaan een vakgenoot inroepen die bovengenoemde eisen controleert. In de noot bij dit arrest wordt dieper op de problematiek ingegaan mede in het licht van veranderende maatschappelijke inzichten en gevoelens die misschien tot andere regels rondom hulp bij zelfdoding en euthanasie nopen. Dieper wordt er ingegaan op de eisen die de Hoge Raad formuleert voor een geldig beroep op noodtoestand.

Annotaties en wetgeving | Annotatie | Overig | Rode draad | Materieel strafrecht in beweging
november 1994
AA19940738

De rechten van de Keizer

W. Zwiers

Dit artikel behandeld het delicate punt van de strafbaarheid van een hulpverlener wanneer deze wil stoppen met een behandeling van een patiënt.

Opinie | Opiniërend artikel
mei 2002
AA20020332

Gedogen: oplossing of bezweringsformule?

I. Giesen, P. Kreijger

Redactioneel artikel waarin in wordt gegaan op het Nederlandse gedoogbeleid ten aanzien van prostitutie en soft drugs gebruik.

Opinie | Redactioneel
juni 1995
AA19950451

Het begrip ‘voordeel’ in de strafrechtelijke ontnemingsmaatregel

Th.A. de Roos

Hoge Raad 1 juli 1997, nr. 104908P, ECLI:NL:HR:1997:AB7714 In deze noot bij dit arrest wordt ingegaan welke maatstaf de Hoge Raad aanlegt bij het begrip 'voordeel' in de strafrechtelijke ontnemingsmaatregel.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1998
AA19980313

Het legaliteitsbeginsel in Straatburgs perspectief

J. de Hullu

Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 22 november 1995, Application no. 20190/92, ECLI:CE:ECHR:1995:1122JUD002019092 (C.R. v. the United Kingdom) Het Europese Hof benadrukt het prominente belang van het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel. Strafbaar gedrag moet duidelijk in het recht zijn omschreven, en dat recht moet aan diverse kwalitatieve vereisten zoals toegankelijkheid en voorzienbaarheid voldoen. Extensieve interpretatie is problematisch. Dit alles neemt echter niet weg dat het wel mogelijk en in het licht van het legaliteitsbeginsel toelaatbaar is om regelgeving over strafrechtelijke aansprakelijkheid door interpretatie geleidelijk te verhelderen en aan gewijzigde om¬standigheden aan te passen, wanneer die ontwikkeling tenminste overeenstemt met de essentie van het delict en redelijkerwijs te voorzien was.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1996
AA19960508

Het stelsel van gedragsregels in het wegverkeer

M. Otte

Bespreking van een proefschrift met daarin de volgende centrale stelling: In het verkeersstrafrecht dient aan het vage verbod geen gevaar op de weg te veroorzaken bestaansrecht te worden ontzegd vanwege het ontbreken van enige informatieoverdracht aan de weggebruiker.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
maart 1994
AA19940179

Het tweede Pikmeer-arrest

L.C. van der Vlies

Hoge Raad 6 januari 1998, nr. 106160 E, ECLI:NL:HR:1998:AA9342, AB 1998, 45, NJB 1998, p. 274, nr. 25. Ook bekend als Pikmeer II-arrest. In de noot bij het tweede Pikmeer-arrest komt de strafbaarheid en vervolgbaarheid van lagere overheden aan de orde. Deze is ten opzichte van het eerste Pikmeer-arrest verruimd.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1998
AA19980306

Kunnen wij iets leren van het Amerikaanse materiële strafrecht?

J.A.W. Lensing

In deze bijdrage wordt aandacht besteed aan de vraag of wij in Nederland iets kunnen leren van het Amerikaanse materiële strafrecht? Staat dat strafrecht daarvoor naar ons gevoel niet te dicht bij het oordeel van de gewone, Amerikaanse burger? Op welke min of meer concrete punten zouden wij - ondanks alle kritiek die man op het Amerikaanse systeem kan hebben - in Nederland misschien iets leren van het Amerikaanse strafrecht en de strafrechtelijke literatuur?

Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans recht
mei 1998
AA19980491

Look who’s (s)talking

J. Bockwinkel, M. Scheffers

Redactioneel artikel waarin wordt ingegaan op de juridische leemte die heerst rondom het probleem van het al dan niet strafbaar stellen van stalking. De minister heeft een verzoek daartoe afgewezen.

Opinie | Redactioneel
december 1997
AA19970843

Resultaat 1–12 van de 16 resultaten wordt getoond