rechtsvinding

Resultaat 13–24 van de 42 resultaten wordt getoond

De rol van ideologie in rechterlijke oordeelsvorming

Een beknopte beschrijving

W. Wijtvliet

Amerikaans empirisch onderzoek naar rechterlijk gedrag schetst een ander beeld van rechtsvinding dan juristen gewend zijn. Uit de huidige stand van zaken van dergelijk, voor Europa relevant onderzoek, blijkt onder meer dat rechters in hun oordeelsvorming niet slechts worden gestuurd door juridische overwegingen, maar ook worden beïnvloed door hun ideologie.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2016
AA20160353

De valse tegenstelling tussen uniform en maatpak

P.C. Westerman

Post thumbnail

De toeslagenaffaire heeft de noodzaak tot empathie en de menselijke maat andermaal op de agenda gezet. Maar het is niet nodig – en ook niet wenselijk – om ons heil te zoeken in het persoonlijke rechtvaardigheidsgevoel van de rechter zolang we maar afstappen van de misvatting dat consistente toepassing van de wet geen keuze zou toelaten tussen verschillende mogelijke toepasbare regels en verschillende feitencomplexen.

Opinie | Opiniërend artikel
april 2022
AA20220274

Dior-Evora – auteursrecht

H. Cohen Jehoram

Hoge Raad 20 oktober 1995, nr. 15735, ECLI:NL:HR:1995:ZC1845, NJ 1996, 682 (Dior/Evora) De uitdrukkelijke wettelijke beperkingen op het auteursrecht, waaraan in de regel een belangenafweging ten grondslag ligt, sluiten niet uit dat de grenzen van het auteursrecht ook in andere gevallen aan de hand van een vergelijkbare afweging van belangen nader moeten worden bepaald, in het bijzonder wanneer de behoefte aan de desbetreffende begrenzing door de wetgever niet is onderkend en zij past in het stelsel van de wet, zulks in het licht van de ontwikkeling van het auteursrecht als middel tot bescherming van commerciële belangen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1997
AA19970640

Een opmerkelijke paradox?

Over de implicaties van de rechtsvindingstheorie van H.J. Hamaker (1844-1911) voor de rol van de burgerlijke rechter in politieke kwesties

H.J. van Kooten

In dit artikel wordt op rechtshistorische wijze de visie van H.J. Hamaker op de verhouding tussen rechter en wetgever in gevallen van rechtsvinding besproken in de negentiende eeuw. In een uitgebreid artikel komt de visie van Hamaker en zijn argumenten voor een terughoudende taak van de burgerlijke rechter bij rechtsvinding in politiek beladen zaken aan de orde.

Bijzonder nummer | Rechter en politiek
november 1992
AA19920716

Goederenrechtelijke aspecten van cessie in het IPR

P. Vlas

Hoge Raad 16 mei 1997, nr. 16.470, ECLI:NL:HR:1997:AG7236, RvdW 1997, 126 C De Hoge Raad maakt in dit arrest een einde aan de onzekerheid naar welk recht de goederenrechtelijke werking van de cessie moet worden beoordeeld.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1998
AA19980213

Hoe democratisch kan het recht eigenlijk zijn?

N. de Boer, J. Klijnsma

In dit redactionele artikel wordt ingegaan op de theorie van de machtenscheiding. De redacteuren komen tot de conclusie, naar verwijzing naar de rechtsfilosofen Dworkin en Hart dat rechtsvorming niet meer enkel aan de democratisch gelegitimeerde volksvertegenwoordiging toekomt, maar ook aan de rechter die in verschillende zaken beslist waarin de wet onduidelijk is.

Opinie | Redactioneel
juni 2008
AA20080407

Je moet nooit denken dat je iets voor het eerst zegt

Interview met prof.mr. J.M. van Dunné

J.S. Kortmann, A. Verheij

Jan Meinard van Dunne werd geboren in Batavia, Nederlands-Indië (1941). Hij studeerde rechten in Leiden van 1960 tot 1965 en promoveerde er in 1971 bij Haardt en Schoordijk op het onderwerp 'Normatieve uitleg van rechtshandelingen'. In 1972 werd hij tot hoogleraar Privaatrecht benoemd aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Daarnaast is hij werkzaam als rechter-plaatsvervanger in de Rechtbank Rotterdam en treedt hij regelmatig als arbiter op. Professor Van Dunne heeft veel gepubliceerd op het gebied van rechtsvinding, verbintenissenrecht en milieuaansprakelijkheid en heeft het Tijdschrift voor Milieu Aansprakelijkheid (TMA) opgericht.

Verdieping | Interview
oktober 1995
AA19950764

Juridisch pragmatisme in het fiscaal en ondernemingsrecht

A.I. Elvan, D.A. Groenewoud

In zijn Funda-beschikking neemt de Hoge Raad het concept van de ‘economische werkelijkheid’ tot uitgangspunt voor het enquêterecht. In Ondernemingsrecht 2023/101 signaleren Assink & Timmerman een opmars van dit concept in het ondernemingsrecht en betogen zij dat de 'economische werkelijkheid' doorgetrokken moet worden naar het ondernemingsrecht in zijn volle breedte. In dit redactioneel wordt gereflecteerd op deze opvatting door een vergelijking te maken met eenzelfde concept in het fiscaal recht. Daar gaat de 'economische realiteit' al even mee.

Opinie | Redactioneel
juni 2024
AA20240491

maart 1992

Katern 42: Burgerlijk recht

S.D. Lindenbergh, B.E. Reinhartz, R. Smits, F.A. Steketee

juni 1992

Katern 43: Rechtsgeschiedenis

C.J.H. Jansen

juni 1995

Katern 55: Rechtsgeschiedenis

C.J.H. Jansen

september 1997

Katern 64: Rechtsgeschiedenis

J.H.A. Lokin

Resultaat 13–24 van de 42 resultaten wordt getoond