Resultaat 37–48 van de 116 resultaten wordt getoond

DNA-onderzoek in strafzaken volgens de Commissie-Moons

M. de Klerk

Regelmatig probeert Justitie een verdachte ertoe te bewegen een DNA-test te ondergaan. Nu vindt een test slechts plaats indien de verdachte zijn onschuld wil aantonen of een ander belang heeft bij zo'n test. Het rapport van de Commissie herrijking Wetboek van Strafvordering kan aan deze selectieve onwilligheid van verdachten een einde gaan maken.

Verdieping | Studentartikel
juli 1991
AA19910540

Dwangsomregeling in de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne

A.J. Bok

In dit artikel wordt ingegaan op hoofdstuk 6 in de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne. De dwangsom levert een bijzondere manier op om de wet te handhaven. In dit artikel wordt daar dieper op ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 1991
AA19910322

Een gewogen afbeelding; een civielrechtelijk model voor het afwegen van belangen bij het openbaar maken van afbeeldingen

L. van der Vliet

In de zaak O.J. Simpson werden in de zomer van 1994 beelden getoond die ver buiten de werkelijkheid lagen. Het leek alsof het een speelfilm betrof. Hoever kunnen de media hiermee gaan? Waar liggen de grenzen in het portretrecht? In dit artikel wordt getracht hierin duidelijkheid te scheppen.

Verdieping | Studentartikel
april 1995
AA19950252

Een schuldig geheugen? Het belang van het zwijgrecht voor de geestelijke gezondheid van de verdachte

D.A.G. van Toor

Op 20 april 2017 promoveerde Dave van Toor aan de RU met het proefschrift Het schuldige geheugen? Een onderzoek naar het gebruik van hersenonderzoek als opsporingsmethode in het licht van eisen van instrumentaliteit en rechtsbescherming. Promotor was prof.mr. P.H.P.H.M.C. van Kempen. In deze bijdrage vertelt hij over zijn onderzoek.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
april 2018
AA20180343

Een snelweg voor besluitvorming

F.C.M.A. Michiels

Post thumbnail In dit artikel wordt naar aanleiding van een wetsvoorstel dat wil regelen dat de besluitvorming rondom grote infrastructurele en bouwprojecten aanmerkelijk korter duren voor wat betreft de besluitvorming, ingegaan op het besluitvormingsproces. Daarbij komen de oorzaken van de trage besluitvorming aan de orde, de betrokken spelers, een overzicht van wetgeving ter oplossing van het probleem en wordt er een kort commentaar op de voorgestelde oplossingen gegeven.

Verdieping | Studentartikel
september 2009
AA20090531

Geeft Nederland juiste toepassing aan de beschermingsclausule bij het waarborgen van de vrijheid van godsdienst?

J. Bos

Nederlandse rechters en bestuursorganen lijken zich nauwelijks rekenschap te geven van de zogenaamde most-favoured-individual clause in mensenrechtenverdragen. Tot de toepassing van deze clausule zijn de Nederlandse rechters en bestuursorganen echter wel verplicht. In dit artikel wordt onderzocht of deze nalatigheid tot gevolg heeft dat de bescherming van de godsdienstvrijheid in Nederland onder de maat is.

Verdieping | Studentartikel
oktober 2007
AA20070727

Harmonisatie van procesrecht?

Een beschouwing over hoofdstuk 8 Algemene wet bestuursrecht

A. Knigge

Op 23 januari 1992 werd het voorstel van wet 22 495 bij de Tweede Kamer ingediend. Dit bevat onder andere het uniforme bestuursprocesrecht dat toegepast zal worden in de in te stellen administratieve kamers. Met deze uniformering wordt een verhoogde rechtsbescherming beoogd. Van harmonisering met het burgerlijk procesrecht is echter afgezien omdat men de verschillen tussen beide vormen van procesrecht nog te groot achtte. Betoogd wordt dat verdergaande harmonisering met het burgerlijk procesrecht mogelijk was geweest, indien men meer oog had gehad voor de verzoekschriftprocedure.

Verdieping | Studentartikel
maart 1993
AA19930165

Heerst er in het onderwijs een claimcultuur?

J.P. Dikker

Post thumbnail Telkens wanneer de media aandacht besteden aan een rechtszaak die ouders tegen de school van hun kind hebben aangespannen voor schijnbaar klein leed, wordt vaak klakkeloos de conclusie getrokken dat in het onderwijs een claimcultuur heerst. In dit artikel wordt aan de hand van een beschrijving van de rechtsbescherming van onderwijsdeelnemers en een inventarisatie van de meest voorkomende vorderingen die tegen onderwijsinstellingen worden ingesteld, onderzocht of in het onderwijs van een claimcultuur kan worden gesproken.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2019
AA20190765

Herziening jeugdstraf(proces)recht

G.A.L. Staring

Op 21 september 1989 is wetsvoorstel 21327 aangeboden aan de Tweede Kamer. Met dit wetsvoorstel wordt beoogd de herziening van het jeugdstraf(proces)recht. Hoewel dit voorstel bijdraagt aan een verbeterde rechtspositie van de minderjarige in het jeugdstraf(proces)recht, is er ook kritiek geuit. In dit artikel wordt op onderdelen van het wetsvoorstel nader ingegaan. Zo komen aan bod: het vervolgingscriterium, de dubbelrol van de kinderrechter, het driehoeksoverleg, de verplichte verschijning, de openbaarheid van de zitting, het sanctiepakket en alternatieve sancties.

Verdieping | Studentartikel
juni 1990
AA19900365

Het belanghebbende begrip en het relativiteitsvereiste in het milieu- en ruimtelijk ordeningsrecht

V.M.Y. van 't Lam

Post thumbnail In het milieu- en ruimtelijk ordeningsrecht staat sindsongeveer vier jaar alleen beroep open voor belanghebbenden.Inmiddels is er een grote hoeveelheidjurisprudentie waarin de reikwijdte van het belanghebbende begrip in het milieu- en ruimtelijk ordeningsrechtaan de orde is. In 2008 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder:de Afdeling) uitspraken gedaan waaruit blijkt dat zogenaamdeprocedeerclubs geen toegang hebben tot de bestuursrechter. In dit artikel wordt ingegaan opde vraag of in het ruimtelijke ordeningsrecht en hetmilieurecht het beroepsrecht beperkt moet blijven tot belanghebbenden. Anders gezegd, moet de destijdsdoor de wetgever gemaakte keuze worden teruggedraaid? Voorts wordt bezien of enigerlei vorm van relativiteit zou moeten worden geëist.

Verdieping | Studentartikel
oktober 2009
AA20090640

Het bestuursproces in de mechanische mierenmaatschappij

A.Q.C. Tak

Het is triest gesteld in ons land met de bescherming van het individu tegen zijn eigen overheid. Recent is door de Hoge Raad grote zorg geuit over het peil van het Nederlandse strafproces. Maar met het Nederlandse bestuursproces is het nog vele malen erger gesteld. De regering reageert echter laconiek op alle ernstige kritiek en legt die achteloos naast zich neer (zoals zij tegenwoordig vrijwel alle kritiek, ook van vaste adviesorganen als Raad van State, Algemene Rekenkamer, Nationale ombudsman en dergelijke naast zich neerlegt). Men waant zich terug bij Lodewijk XIV of de tijden van staatssoevereiniteit in plaats van rechtssoevereiniteit, al is de huidige dictatuur fluweliger en verpakt in illusies van grondrechtenwaardering en rechts-beschermingsmogelijkheden. Zeer recent zijn de drie Nederlandse top-bewindslieden (minister-president Balkenende, minister van Justitie Donner en minister van Binnenlandse Zaken Remkes) door de Nationale ombudsman gevoelig op de vingers getikt omdat ze het Nederlandse parlement hadden misleid over de rechtsstatelijke wantoestand die aan het licht werd gebracht in mijn tweedelig handboek van het Nederlands Bestuursprocesrecht in theorie en praktijk uit 2002. De bewindslieden hebben deze kritiek op hun falend normen- en waardenbesef verre van zich geworpen, daarmee een ‘fraai’ voorbeeld van respect gevend voor de officiële, constitutionele hoeder van die normen en waarden in ons land.

juli 2005
AA20050564

Het EVRM: het absolute minimum of het maximum aan bescherming?

J.G.H. Altena-Davidsen, F. Kartner

De houding van Nederland ten opzichte van het EVRM lijkt te zijn veranderd onder het inmiddels demissionaire kabinet Rutte I. Het EVRM lijkt van een absoluut minimum het maximum aan bescherming te zijn geworden; deze ontwikkeling proberen wij te verklaren. De nieuw te vormen regering moet volgens ons een eigen visie hebben op grondrechtenbescherming en op basis daarvan een standpunt bepalen over het EVRM en andere verdragen.

Opinie | Opiniërend artikel | Redactioneel
juni 2012
AA20120413

Resultaat 37–48 van de 116 resultaten wordt getoond