Resultaat 109–116 van de 116 resultaten wordt getoond

Streekplan Zuid-Holland Oost; besluiten in de zin van de Awb

Th.G. Drupsteen

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 15 december 1995, ECLI:NL:RVS:1995:AN5094, nr. FO 1.95.0203 (mr. De Vries), AB 1996, 303, m.nt. PvB, Gem. Stem 1996, 7037, nr. 4, m.nt. HH. In deze uitspraak van de ABRvS en de daarbij behorende noot wordt ingegaan op de rechtsbescherming bij besluiten en plannen die genomen en gemaakt worden op basis van de WRO.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1996
AA19960768

The Collapse of American Criminal Justice – W.J. Stuntz

M.A.H. van der Woude

Post thumbnail The Collapse of American Criminal Justicewerd door rechtsgeleerde William Stuntz afgerond op zijn sterfbed. Daardoor heeft hij niet meer kunnen meemaken wat het boek teweeg heeft gebracht. Maartje van der Woude bespreekt in deze bijdrage het boek, dat volgens haar verplichte kost zou moeten worden voor Nederlandse juridische masterstudenten.

Literatuur | Boekbespreking
januari 2014
AA20140073

Twee feitelijke instanties in fiscalibus

M. Veldt

Redactioneel artikel waarin gepleit wordt voor belastingrechtspraak in twee feitelijke instanties. Volgens de redacteur voldoet het systeem van de bezwaar- en beroepsprocedure niet en zou naar analogie met het strafrecht ook een geschilbeslechting in twee feitelijke instanties moeten plaatsvinden. De redacteur zoekt daarbij aansluiting bij art. 14 lid 5 IVBPR

Opinie | Redactioneel
maart 1992
AA19920130

Van botsende rechtshulpverzoeken, overlevering, uitlevering en doorlevering

Beantwoording rechtsvraag (316) Internationaal strafrecht

G.A.M. Strijards

In deze bijdrage wordt een antwoord gegeven op een rechtsvraag met als onderwerp internationaal strafrecht waarbij ingegaan wordt op overlevering, uitlevering en doorlevering;

Perspectief | Rechtsvraag
mei 2005
AA20050404

Verslag van het congres ‘Criminele vermogens’

Georganiseerd door de vakgroep Strafrecht en Criminologie van de Rijksuniversiteit Limburg en de sectie Strafrecht van de Open Universiteit

M.J. Kroeze, J. Postma

Op 4 juni 1993 vond in de Stadsschouwburg te Maastricht een congres plaats over criminele vermogens. Hieronder volgt een weergave van twee op die dag gehouden inleidingen en de daarop volgende discussie.

Verdieping | Studentartikel
november 1993
AA19930781

Voordeelsontneming, vermoeden van onschuld en fair trial

Th.A. de Roos

Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 5 juli 2001, ECLI:2001:0705JUD004108798, nr. 41087/98 (Philips v. The United Kingdom) Twistpunt in deze zaak is de Engelse regeling van de ontnemingsprocedure. Die kent een wettelijk vermoeden dat vermogen waarover de betrokkene in een bepaalde periode beschikt door criminele activiteiten is verkregen. De ontnemingsordering is volgens het hof geen 'criminal charge' in de zin van art. 6 lid 2 EVRM; daarom is in casu geen sprake van schending van die bepaling. Hiermee zit het hof op een andere lijn dan de Nederlandse rechtspraak en literatuur. Het hof toetst ambtshalve aan art. 6 lid 1 EVRM en komt tot de slotsom dat de Engelse rechter de rechten van de verdediging heeft gerespecteerd.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2001
AA20010996

Wijziging van de procedure inzake het bezwaarschift tegen de dagvaarding

R.E. van Galen-Herrmann

In dit artikel wordt ingegaan op een wetswijziging waarbij het Wetboek van Strafvordering werd gewijzigd ten aanzien van het bezwaarschrift tegen een dagvaarding. De wetswijziging strekt er toe vertraging in de voortgang van het strafproces tengevolge van de indiening van een dergelijk bezwaarschrift zo veel mogelijk te voorkomen. Met het oog daarop is de bepaling in het Wetboek van Strafvordering dat de indiening van het bezwaarschrift de dagvaarding, van rechtswege doet vervallen, geschrapt. Voorts zijn hoger beroep en beroep in cassatie voor de verdachte wiens bezwaarschrift door de rechtbank is afgewezen, uitgesloten. Tegen afwijzing van zijn bezwaarschrift door het gerechtshof na het instellen van hoger beroep door de officier van justitie, staat voor de verdachte beroep in cassatie open.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
februari 1989
AA19890142

Wijziging van de Wet Arob en vaststelling van een nieuwe negatieve lijst

J.J. Wiarda

In dit artikel wordt de wijziging van de Wet Arob en de vaststelling van een nieuwe negatieve lijst besproken. De onderhavige wet beoogt drieërlei: 1) voorkoming van het vervallen van de huidige negatieve lijst na het verstrijken van de termijn van vijf jaar vanaf de inwerkingtreding van de Wet Arob, dat wil zeggen vijf jaar na 1 juli 1976, 2) de totstandkoming van een nieuwe — afgeslankte — negatieve lijst, en 3) het bieden van een raamwerk voor het geleidelijk vervallen van deze lijst (het zg. negatieve-lijstproject). Achtereenvolgens worden het stelsel van de Wet Arob, de inhoud van het regeringsvoorstel, de parlementaire behandeling, de voortgang en tijdsklem van dit voorstel besproken. Bijzondere aandacht krijgt de wijziging van artikel 5, onderdeel j en de gevolgen voor Indische pensioenen. Ten slotte wordt aandacht besteed aan een aantal connexe projecten op het terrein van de rechtsbescherming.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
januari 1989
AA19890048

Resultaat 109–116 van de 116 resultaten wordt getoond