Toont alle 9 resultaten

Concurrentie en de rol van recht

J. Lindeboom

Post thumbnail Het recht is noodzakelijk om concurrentie in stand te houden. Hierover bestaat nagenoeg consensus. Maar hoe het recht de concurrentie het beste kan beschermen is controversieel. Evenzo controversieel is de vraag waarom we concurrentie precies willen beschermen, alsook de vraag wat concurrentie eigenlijk inhoudt. Dit artikel bespreekt de belangrijkste opvattingen over deze drie vragen, en beoogt daarmee inzicht te geven in de verhouding tussen juridische concurrentienormering en concurrentie als economisch fenomeen.

Bijzonder nummer | Concurrentie
juli 2020
AA20200652

De beoordeling van joint ventures onder Europees en nationaal mededingingsrecht

R. Ludding

In de marktgeoriënteerde economieën van de Lid-Staten van de Europese Unie is de mededinging tussen ondernemingen een drijvende kracht, het belangrijkste mechaniek voor het (uiteindelijk) efficiënt aanwenden van schaarse productiemiddelen, een stimulator van vernieuwing. Zowel op nationaal als op Europees niveau bestaan rechtsregels die ondernemingen weliswaar niet tot actieve concurrentie verplichten, maar wel beogen ondernemersgedrag dat tot een afnemende intensiteit of kwaliteit van de mededinging leidt of kan leiden, aan banden te leggen. Een gemeenschappelijke onderneming kan onder omstandigheden een merkbare beperking van de mededinging (tussen de partners onderling of tussen hen en derde-ondernemingen) tot gevolg hebben. Deze bijdrage bespreekt de beoordeling van dat gevolg naar Europees en nationaal recht.

Bijzonder nummer | Joint Ventures
mei 1995
AA19950409

De zaak Microsoft

P.J. Slot

Arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Grote kamer) van 17 september 2007, T-201/04, ECLI:EU:T:2007:289 (Microsoft Corp. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen) Na een overzicht van de aanleiding van de grote Microsoft-zaak bespreekt de annotator de uitspraak van het Gerecht van Eerste Aanleg. Aan de orde komen: relevante markt, weigering van het beschikbaar stellen van interoperabiliteitsinformatie, koppelverkoop en de opgelegde boete.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2008
AA20080142

december 2007

Katern 105: Europees recht

- UL Europa Instituut

juni 1992

Katern 43: Europees recht

- UL Europa Instituut

Privaatrechtelijke handhaving van mededingingsrecht

E.J. Zippro

Ondernemers en consumenten die het slachtoffer zijn van een inbreuk op de mededingingsregels lijden vaak schade. De eventuele boetes of dwangsommen die de Europese Commissie en de Nederlandse Mededingingsautoriteit (verder: NMa) kunnen opleggen aan overtreders verdwijnen direct naar ‘Brussel’ of de Staat en komen niet terecht in de portemonnee van de gedupeerde ondernemers en consumenten. Naast de publiekrechtelijke handhaving door de Commissie en de NMa bestaat ook de privaatrechtelijke handhaving van het mededingingsrecht. Ondernemers en consumenten die het slachtoffer zijn van een mededingingsinbreuk kunnen bij de civiele rechter proberen hun schade vergoed te krijgen. In deze bijdrage worden de recente ontwikkelingen besproken met betrekking tot de privaatrechtelijke handhaving van het mededingingsrecht. Deze recente ontwikkelingen worden besproken aan de hand van de volgende vragen. Hebben ondernemingen en consumenten die het slachtoffer zijn van een inbreuk op de mededingingsregels een recht op schadevergoeding? Zo ja, welke obstakels vinden ondernemingen en consumenten op hun weg bij het instellen van een actie tot verkrijging van schadevergoeding op grond van schending van het mededingingsrecht? Wat zijn mogelijke oplossingen om deze obstakels te verkleinen en een doeltreffender systeem van privaatrechtelijke handhaving van mededingingsrecht te creëren?

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2006
AA20060598

Steun aan overheidsbedrijven en de artikelen 92 en 90 lid 2 EG.

De hervorming van de Franse post kan voorlopig door de communautaire beugel

K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 27 februari 2020, ECLI:EU:T:1997:23, Jur. 1997,11-229 (Fédération francaise des sociétés d'assurances (FFSA) en andere/de Commissie van de EG) Arrest en betreffende noot van het Gerecht van Eerste Aanleg (GEA) waarin de problematiek rondom staatssteun en overheidsbedrijven wordt besproken nadat deze zijn geprivatiseerd.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1997
AA19970617

Terugvordering van staatssteun voordat de steun definitief is goedgekeurd

P.J. Slot

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 12 februari 2008, zaak C-199-06, ECLI:EU:C:2008:79 (Centre d'exportation du livre Français (CELF)/Société internationale de diffusion et d'étition (SIDE)) Dit arrest is van groot belang voor het begrip van de regels van onrechtmatige staatssteun zoals die gelden in de Europese Unie. Om het arrest te verduidelijken wordt er vooraf door de annotator een uiteenzetting gegeven over de belangrijkste regels rondom staatssteun.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2008
AA20080452

Valt een internationale organisatie onder het EG-mededingingsrecht?

K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 19 januari 1994, ECLI:EU:C:1994:7, zaak C-364/92 (SAT Fluggesellschaft en Eurocontrol) In deze uitspraak van HvJ EG wordt ingegaan op ondernemingsbegrip uit het Europese Gemeenschapsverdrag. Het HvJ EG formuleert daarbij de volgende rechtsregel: De artikelen 86 en 90 EEG moeten aldus worden uitgelegd, dat een internationale organisatie zoals Eurocontrol geen onderneming in de zin van deze artikelen is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1994
AA19940450

Toont alle 9 resultaten