Resultaat 1–12 van de 25 resultaten wordt getoond

‘Een bewindsman moet de Tweede Kamer geen sprookjes vertellen’

L.J.A. Damen

Hoge Raad 25 september 2009, nr. 07/13362, ECLI:NL:HR:2009:BJ8524, LJN: BJ8524, NJB 2009, p. 2370, nr. 1812 Geen heffingsrente bij te late vaststelling van een belastingaanslag? Zorgvuldigheidsbeginsel doorbreekt ‘lex dura, sed tamen lex’. Legaliteitsbeginsel. Artikel 30f Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR); artikel 7:12 Algemene wet bestuursrecht (Awb); artikel 81, 82, 104 Grondwet; artikel 81 Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO).

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2010
AA20100032

Beantwoording rechtsvraag (233) materieel strafrecht (artikel 1 en 1 lid 2 Wetboek van Strafrecht)

S.A.M. Stolwijk

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het legaliteitsbeginsel waarbij vermogensdelicten worden behandeld. De rechtsvraag is gesteld in het kader van de rode draad 'Materieel strafrecht in beweging'.

Overig | Perspectief | Rechtsvraag | Rode draad | Materieel strafrecht in beweging
oktober 1994
AA19940686

Belangenafweging door de wetgever

Een juridisch onderzoek naar criteria voor de belangenafweging van de formele wetgever in relatie tot de belangenafweging op bestuursniveau

W.S.R. Stoter

In de bespreking van dit proefschrift wordt ingegaan op de belangenafweging die de formele wetgever maakt bij het totstand brengen van wetgeving en die ook richtinggevend dient te zijn voor de belangenafweging die de bestuursrechter maak.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
juni 2001
AA20010503

De algemene taakomschrijving van de politie en de waarde(n) van het legaliteitsbeginsel

T.M.A. Arts, R.J.B. Schutgens

Hoge Raad 1 juli 2014, nr. 12/01277, ECLI:NL:HR:2014:1562 (Inzet IMSI-catcher)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2015
AA20150485

De betekenis van taal in het strafrecht

N. Rozemond

De taalkundige interpretatiemethode schrijft voor dat aan alle begrippen in een wettelijke strafbepaling betekenis wordt toegekend in verband met de gevallen waarin de bepaling wordt toegepast. Dat gebeurt echter niet altijd, zoals uit het Elektriciteit-arrest, het Runescape-arrest en het Belminuten-arrest blijkt. Deze arresten staan daarom op gespannen met het legaliteitsbeginsel.

Bijzonder nummer | Recht & taal
juli 2015
AA20150624

De Franse revolutie

J.H.A. Lokin

In dit artikel behorende bij de rode draad 'Canon van het Recht' gaat Lokin in op de Franse revolutie. Deze revolutie is een aaneenschakeling van gebeurtenissen. In het artikel wordt beschreven wat de doelstellingen van de revolutie waren en hoe deze verwezenlijkt zouden moeten worden. Daarbij wordt met name in gegaan op het belang van wetgeving en wetboeken op tal van rechtsgebieden die er waren.

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
mei 2009
AA20090345

De invloed van rechtsbeginselen op de fiscale rechtsvinding

Ch.P.A. Geppaart

In dit artikel onderzoekt de auteur aan de hand van rechtsvinding die is gedaan in tal van rechterlijke uitspraken of twee beginselen die beiden om voorrang strijden in het belastingrecht, te weten het feit dat belasting alleen geheven kan worden uit hoofden van een wet én het feit dat er steeds meer rechtsverhoudingen beïnvloed worden door rechtsbeginselen.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910912

De reikwijdte van de plicht tot conforme interpretatie in het strafrecht tegen de achtergrond van de verhouding tussen de Europese en de nationale rechtsorde

J.G.H. Altena-Davidsen

Mag de nationale rechter weigeren een strafbepaling conform te interpreteren terwijl het Europese recht hem daartoe verplicht, indien conforme interpretatie volgens hem in strijd is met het legaliteitsbeginsel van artikel 1 Strafrecht? Deze vraag wordt bekeken vanuit verschillende constitutionele theorieën over de verhouding tussen het Europese en het nationale recht.

Bijzonder nummer | Zoeken naar hiërarchie | Overig
juli 2012
AA20120552

De Tilburgse wapenhandelaar en De ongehoorzame militair

M.S. Groenhuijsen

Hoge Raad 10 december 1991, nr. 89545, ECLI:NL:HR:1991:AC1755, NJ 1992, 322 m.n. Kn (De Tilburgse wapenhandelaar); Hoge Raad 7 januari 1992, nr. 90433M, ECLI:NL:HR:1992:ZC8935, NJ 1992, 323 m.n. Kn (De ongehoorzame militair) In de noot bij twee arresten waarbij wijziging van strafrechtwetgeving aan de orde is wordt dieper ingegaan op de wijziging van wetgeving, delictsomschrijvingen en toetsingscriteria.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1993
AA19930303

Decembermoorden

Y. Buruma

Hoge Raad 18 september 2001, nr. 00749/01, ECLI:NL:HR:2001:AB1471 (Decembermoorden Suriname) Cassatie in het belang der wet bij artikel 12 Sv procedure. Legaliteitsbeginsel en ongeschreven volkenrecht; legaliteitsbeginsel en rechtsmachtrecht; beperking universaliteitsbeginsel in verband met foltering.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2002
AA20020099

Het legaliteitsbeginsel in Straatburgs perspectief

J. de Hullu

Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 22 november 1995, Application no. 20190/92, ECLI:CE:ECHR:1995:1122JUD002019092 (C.R. v. the United Kingdom) Het Europese Hof benadrukt het prominente belang van het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel. Strafbaar gedrag moet duidelijk in het recht zijn omschreven, en dat recht moet aan diverse kwalitatieve vereisten zoals toegankelijkheid en voorzienbaarheid voldoen. Extensieve interpretatie is problematisch. Dit alles neemt echter niet weg dat het wel mogelijk en in het licht van het legaliteitsbeginsel toelaatbaar is om regelgeving over strafrechtelijke aansprakelijkheid door interpretatie geleidelijk te verhelderen en aan gewijzigde om¬standigheden aan te passen, wanneer die ontwikkeling tenminste overeenstemt met de essentie van het delict en redelijkerwijs te voorzien was.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1996
AA19960508

Het strafrecht voorbij

M. Wladimiroff

Er wordt wel eens gezegd dat in oorlog en liefde alles geoorloofd zou zijn. Ethici onder ons zullen zich — afgezien van de vraag of liefde als een vorm van oorlogsvoering kan worden gezien — afvragen waarom in tijd van oorlog geoorloofd zou zijn wat in tijd van vrede ontoelaatbaar is. In deze bijdrage wordt de ontwikkeling van het internationale humanitaire recht als een middel tot beperking van ethisch onrecht besproken. In dit recht staat zowel de bescherming van het niet bij de strijd betrokken individu, als de individuele verantwoordelijkheid voor schendingen van dat recht, centraal. Het beoogt, ondanks of juist vanwege het met een gewapend conflict gepaard gaande onrecht, algemeen aanvaarde normen te handhaven. Aldus heeft zich een rechtssysteem ontwikkeld dat de universele geldigheid van humanitaire normen, als onaantastbaar rechtsgoed, geldend maakt. Het ideaal van universele gelding wordt echter beter gediend wanneer naast zwakke nationale handhaving ook effectieve internationale handhaving van deze humanitaire normen algemeen zou worden aanvaard.

Overig | Rode draad | Recht en ethiek | Verdieping | Verdiepend artikel
december 1998
AA19980942

Resultaat 1–12 van de 25 resultaten wordt getoond